Het gaat niet goed met de blaasmuziek, in het bijzonder
met showkorpsen. De belangstelling bij de jeugd voor het
musiceren binnen een korps is tanende. Hoe erg is het?
66
12 SPECTRUM
cultuur
Als je de mu
ziek serieus
neemt, ben
je vele week
einden op
pad. Dat wil
len veel jon
geren niet
et stip de beste
opsteker voor
de Nederland
se blaasmuziek
in de afgelo
pen jaren?
Waarschijnlijk
de theatertour van de Limburgse zan
ger Gé Reinders. Onder de titel Blaos
mich 't landj door bracht hij liedjes van
zijn gelijknamige album. Hij liet zich
begeleiden door blaasorkesten uit de
regio's waarin hij optrad. En bezorgde
hen op die manier een enorme partij
goodwill.
Maar daarmee lijkt het meest positie
ve gezegd over de ontwikkelingen de
laatste jaren bij de muziekkorpsen. In
een open brief op de site Korpsmu-
ziek.nl en muziekgerelateerde Face-
bookpagina's schrijven betrokkenen
dat alarmerend veel showbands stop
pen, bij gebrek aan leden.
Zo stopte Beatrix D&BC uit Hilver
sum met showoptredens en wedstrij
den en ziet Taptoe Stiens geen moge
lijkheden dit jaar een muziekevene
ment te organiseren. En dat zijn grote
namen. Maar ook kleinere gezelschap
pen vallen om: Smalena uit Drachten,
EDG Ermelo, Nescio Emmeloord,
UDI Assen, HHK Haarlem. Intussen
zijn de Airborne Taptoe in Ede, Tap
toe Thialf in Heerenveen en Taptoe
Zeeland gestaakt.
Het zijn waarschijnlijk de showkorp
sen die de grootste teruggang mer
ken. Maar de afname van het aantal le
den, niet zelden gecombineerd met fi
nanciële problemen, speelt in de hele
blaasmuzieksector. Dat vertaalt zich
bijvoorbeeld in het dalend aantal deel
nemers aan concoursen. Sinds 1998
halveerde het aantal deelnemers. Oor
zaken: het verdwijnen van korpsen, fu
sies, maar ook verminderde belangstel
ling voor deze muziek.
Bart van Meijl, voorzitter van de
KNMO, de muziekkoepel voor ama-
teurmuziek, herkent zich in het ge
schetste beeld en is ook in gesprek
met de schrijvers van de brandbrief.
Evengoed wil hij hij de kwestie nuan
ceren. „Ik ben de laatste om te sugge
reren dat het heel goed zou gaan, al
zijn er grote regionale verschillen. Bij
sommige korpsen zie je bijvoorbeeld
nog een aanwas van leden. In diverse
provincies hebben veel muziekvereni
gingen een ijzersterke positie. Goed,
we hebben het niet gemakkelijk."
Van Meijl bevestigt dat de instroom
van jongeren achterblijft. „Vroeger
hadden jongeren één hobby, nu vijf.
Gelijktijdig zie je dat gemeenten be
knibbelen op subsidies, zodat we het
ook financieel moeilijker krijgen. Na
tuurlijk proberen we het tij te keren.
Bijvoorbeeld door de jeugd via mu
zieklessen op de basisscholen te laten
kennismaken met korpsmuziek. In de
hoop dat ze onze verenigingen leren
kennen en wellicht lid worden. Want
gekend zijn is belangrijk."
Als geen ander beseft Van Meijl dat
aan korpsmuziek een wat oudbollig
imago kleeft.. „Niet terecht", zegt hij.
„We zijn meegegroeid met de maat
schappelijke ontwikkelingen. Neem
het dragen van uniformen: dat is iets
wat veel jongeren niet willen. Je ziet
dus dat veel korpsen niet meer mar
cherend op straat optreden, maar op
podia, in gemeenschapshuizen en der
gelijke. Ze zijn dan wel gekleed in uni
forme kledij: een zwarte broek en trui
of colbertje bijvoorbeeld. Het zijn zit
tende orkesten geworden."
Een van de suggesties om de aantrek
kingskracht van de korpsen te vergro
ten, is het spelen van moderne mu
ziek. Van Meijl twijfelt of dat helpt:
„Er zijn moderne arrangementen en
die worden ook gespeeld. Maar het is
heel typisch dat juist bij het publiek -
ook jong publiek - de belangstelling
voor de zware symfonische muziek
het grootst is.
Het opheffen van een korps is het laat
ste wat je moet willen, zegt Van Meijl:
„Doorgaans worden dan de instru
menten en uniformen verkocht en
weggegeven, misschien de huur van
de oefenlocatie opgezegd. Als je dan al
opnieuw zou willen beginnen, sta je
voor een enorme klus."
Toch zijn volgens Van Meijl de proble
men bij muziekkorpsen niet zo groot
als wordt gesuggereerd. „We maken
veranderingen mee, we proberen daar
op in te spelen. Maar let wel: bij ons
zijn nog steeds 2.500 korpsen aange
sloten, met bijna 140.000 leden. Dat is
toch niet niks dunkt me."
Toch maakt ook Chris Timmer van de
Muziekbond Gelderland Flevoland
zich zorgen. „Verenigingen hebben
minder leden. Vergrijzing speelt een
rol. Ouderen stromen uit, terwijl de
aanwas aan de onderkant achterblijft.
Iets wat overigens niet alleen muziek
korpsen treft. Maar goed, je ziet wel
complete korpsen verdwijnen. De re
den is telkens dezelfde: te geringe in
stroom van nieuwe, jonge leden."
Ook Timmer denkt dat de ledenterug
loop te maken heeft met het feit dat
de jeugd veel meer keus heeft als het
om vrijetijdsbesteding gaat. „Sportver
enigingen, vakken vullen op zaterdag.
Meer jongeren dan vroeger gaan stu
deren, gaan elders wonen. En ze wil
len zich minder binden, denk ik. Kijk,
als je gaat voetballen, koop je een paar
schoenen, een broek en een truitje en
je kunt de wei in. Maar als je een in
strument wilt bespelen, kost dat tijd.
Daar ben je zo een jaar mee heen.
„En als je in een showorkest wilt spe
len, heb je verplichtingen. Dan kun je
niet om de haverklap de repetities ver
zuimen of omwille van een verjaar
dag niet meegaan naar een optreden.
Als je het serieus neemt, ben je vele
weekeinden op pad. Dat willen veel
jongeren niet. Je ziet ook dat minder
mensen belangstelling hebben voor
bijvoorbeeld bestuursfuncties, terwijl
we heel graag jonge bestuursleden
zouden willen hebben. Als we binnen
onze muziekbond een algemene le
denvergadering uitschrijven, komt
misschien van een kwart van de 378
korpsen een vertegenwoordiger opda
gen. Ik snap het, mensen hebben het
druk. Maar ik vind het wel jammer."
Desondanks is Timmer niet pessimis
tisch gestemd. „Je hebt pieken en da
len. Nu gaat het misschien iets min
der, straks weer beter. Maar er wordt
nog verschrikkelijk veel muziek ge
maakt."
Ook Johan Oegema van de Overijssel
se Bond van Muziekverenigingen
wuift de zorgen over de tanende be
langstelling voor korpsmuziek weg.
„Ik ben geen voorzitter geworden om
te gaan zitten klagen. Ja, er is minder
geld voor muziekeducatie. Ja, er stro
men minder jongeren in. En zeker
hebben showkorpsen het zwaar. Maar
sommige doen het prima. Er is meer
positiefs. Ik zie daar waar muziekvere
nigingen het moeilijk hebben nieuwe
initiatieven ontstaan. Ik ben al vijf
tien jaar betrokken bij de muziekexa-
mens voor muziekkorpsen in Overijs
sel. Daar tekenen per examen wel
ruim 300 mensen voor in. Het is alle
maal niet zo zorgelijk als sommigen
zeggen. Als we ons nog sterker toeleg
gen op muziekonderwijs, groeit de
toestroom naar onze verenigingen
weer. Ik ben daarom ook blij dat leer
lingen in het basisonderwijs weer
meer en beter muziekonderwijs gaan
krijgen. Minister Bussemaker (Onder
wijs, Cultuur en Wetenschap, red.))
heeft met Joop van den Ende en het
Oranje Fonds afgesproken dat ze gaan
samenwerken om het muziekonder
wijs op school een impuls te geven.
Daarvoor is 50 miljoen beschikbaar.
Als wij er ook de schouders onder zet
ten, gaan er mooie dingen gebeuren."
door Peter Leunissen
Chris Timmer van de
Muziekbond
Gelderland Flevoland
reageren?
spectrum@depersdienst.nl