WONEN 7 VRAAG ANTWOORD Hangende hortensia Schefflera Krokusvernielers Bostulp Afgaande op de naam zou je ver wachten dat de bostulp in het bos groeit. Maar deze wilde tulp heeft het vooral naar de zin op kleigrond, in de zon. Ook aan de rand van het bos wil hij wel groeien, maar onder bomen laat de plant het afweten. Veel stin- senplanten doen het goed op kerkhoven. De grafzerken maken het daar onmogelijk het gras als een gazon te maaien. Meestal ge beurt dat maaien maar een paar keer per seizoen. Van deze rust genieten bolgewassen die elders bijna zijn uitgestorven, zoals de geelster en de bostulp. De be kendste standplaats van de bos tulp is het kerkhofje van Ter- naard, een dorp aan de dijk van de Waddenzee, niet ver van Dok- kum. Door gespecialiseerde bol- lenhandelaren worden bollen van de bostulp wel aangeboden onder de naam Tulipa sylvestris. Stinsenplanten bloeien - doorgaans in het voorjaar - op oude buitenplaatsen, in pastorietuinen, op kerkhoven en andere plekken waar ze ongestoord kunnen verwilderen. De 'Zuid-Europeanen' voelen zich hier vooral thuis in Friesland, Groningen en Utrecht. Zomerklokje Ook het zomerklokje is een in heemse plant. Kinderdijk is be roemd om zijn molens, maar minstens zo spectaculair zijn er de velden vol bloeiende zomer klokjes en dotterbloemen. Net als de kievitsbloem houdt het zo merklokje van drassige grond. De planten staan 's winters soms we ken onder water. De bollen zijn groot en lijken op die van de nar cis. Beide planten horen dan ook tot dezelfde familie. Zomerklok jes bloeien in april met drie tot vijf bloemen aan één stengel. De bloemen doen denken aan een ouderwetse lampenkap. Kievitsbloem De kievitsbloem komt in de Kop van Overijssel op een paar plaat sen in het wild voor. Toch wordt de plant vaak tot de stinsenflora gerekend. Kievitsbloemen verwil deren makkelijk in niet te droge grond. Op dor zand kun je ze be ter niet planten. De bloemen heb ben een uniek patroon: geruit als een theedoek. De normale bloem- kleur is bruinpaars met lichtere blokjes, maar er komen vaak zui ver witte vormen voor. De zaden van de kievitsbloem zijn relatief groot. Ze blijven drijven op water en verspreiden zich als hun groei plaats overstroomt. Wilde narcis De wilde narcis heeft zijn natuur lijke elegantie behouden, in te genstelling tot veel gekweekte va riëteiten. Wilde narcissen doen het goed in lichte schaduw, maar op vochthoudende grond gedijen ze ook in de volle zon. Ze zijn ide aal om te laten verwilderen in het gazon, dat dan zes weken na dat de narcissen zijn uitgebloeid, kan worden gemaaid. Tegen die tijd hebben de narcissen zich uit gezaaid. Wilde narcissen verto nen nogal wat variatie in kleur. Mijn favorieten zijn bleekgeel: die zie je 's avonds oplichten als het begint te schemeren. Gele anemoon Stinsenplanten bloeien van fe bruari tot half mei. De aftrap wordt gedaan door winterakonie- ten en sneeuwklokjes, op de hie len gezeten door de boerenkro- kus. Tegen het einde van maart volgen de bosanemonen in wit, roze, en - heel soms - blauw. Ver want aan de bosanemonen is de gele anemoon, die op landgoede ren niet zeldzaam is. Vorig jaar zag ik deze heldergele anemoon in massa's op landgoed Fraeyle- maborg in Slochteren. Ook een gevuldbloemige vorm kwam daar voor. Veel stinsenplanten zijn bolgewassen, maar de gele anemoon breidt zich uit via wor telstokken. De plant groeit het liefst in bladaarde onder bladver liezende bomen en struiken. VRIJDAG 3 APRIL 2015 In deze wekelijkse rubriek, onder redactie van Jan van Mullem en Bauke Boersma, geven experts op het gebied van klussen, tuinieren, interieur en huishouden advies aan lezers. Het deskundigenpanel van deze week: Romke van de Kaa is voormalig kweker, auteur van tal van tuinboeken en 'groencolumnist' voor dagbladen en vakbladen. De buxus van I. Windt-Scholten ziet er op diverse plaatsen heel ziek uit. „Moet ik vrezen dat alles wordt aan getast? En moet ik alles verwijderen of kan ik een deel vervangen? Ook heb ik een probleem met mijn horten sia's. Ze gaan na verloop van tijd, juist als ze op hun mooist zijn, vreselijk hangen na een regenbui. Hoe hoger ik ze afknip, des te sterker de steel? Of moet ik ze juist korter afknippen?" „Het is heel vervelend, maar er is geen oplossing voor uw probleem", zegt Romke van de Kaa. „Er is geen geneesmiddel voor de schimmelziek te waardoor de buxus is aangetast. Vervangen is geen optie, tenzij u een ander struikje dan buxus kiest, zoals Lonicera Maigrün. Wat betreft de hor tensia's: knip ze helemaal niet af, dan zullen ze ook niet gaan hangen." J. Huikeshoven heeft een plant waar over hij enkele vragen heeft. „Aller eerst: hoe heet deze plant? Dat is ons nog steeds onbekend. Daarnaast heeft de plant sinds een tijdje allerlei uitsteeksels. Gaat die ontwikkeling verder en komen er misschien bloe metjes aan? Of zijn het zaaddragers?" „Uw plant is een Schefflera", weet Romke van de Kaa na het bestuderen van de meegestuurde foto's. „De uit steeksels zijn bloemstengels, de klei ne haartjes met witte puntjes zijn meeldraden. De kleverige vloeistof is nectar. De plant gaat dus niet bloeien - hij bloeit al. Het kan heel goed dat er later vruchten worden gevormd." Ongestoord verwilderen J. Bendeler zit met een intrigerende kwestie. „In mijn beleving zag je vroe ger bijna alleen gele krokussen. Nu zijn er volgens mij bijna alleen paarse. Klopt dat? En zo ja: hoe kan dat?" „In mijn beleving", stelt Romke van de Kaa, „zijn de krokussen nog steeds gemengd. Maar het is wel zo dat mus sen grote vernielers zijn van gele kro kussen. Dus als u in een gebied met veel mussen woont, kan het kloppen dat u daar vooral nog paarse ziet." Zelf een vraag? Stuur een e-mail (indien mogelijk met een foto) naar wonen@depersdienst.nl Schefflera. reageren? wonen@depersdienst.nl tekst en foto's Romke van de Kaa

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 57