Schrijver
'ging niet
undercover'
66 Het ontbreekt
de recherche aan
mensen
VERDIEPING 13
Oud-journalist
Michiel Princen be
zweert dat het
schrijven van een
boek over zijn werk
als rechercheur geen vooropgezet
plan was. Wie wil geloven dat hij
als undercoverjournalist bij de po
litie werkte, 'moet dat maar gelo
ven'. Het zou volgens hem wel
van doorzettingsvermogen getui
gen: 'tien jaar onder een dekman
tel tegen een politiesalaris wer
ken'. Princen heeft naar eigen zeg
gen op eieren gelopen bij het
schrijven van zijn relaas. Hij wil
de lopende onderzoeken niet ver
storen en is gebonden aan het
ambtsgeheim als het gaat over tac
tische informatie. „Ik heb heel
goed gekeken naar wat al via open
bare bronnen bekend was over de
zaken die ik van binnenuit heb be
schreven."
De korpsleiding wil met Princen
binnenkort in gesprek, laat plaats
vervangend korpschef Ruud Bik
weten. Verrast over de conclusies
is hij niet. „Dat zij-instromers op
weerstand stuiten binnen de van
oudsher gesloten politiecultuur,
is in ruime mate bekend. Bij de
vorming van de Nationale Politie
vormde het bereiken van een cul
tuuromslag een wezenlijke ambi
tie en daarin hebben we stappen
gemaakt."
Princen heeft de politie met zijn
relaas een spiegel voorgehouden,
zegt Bik. „Maar de persoonlijke er
varingen van hem zijn zeker niet
maatgevend voor de hele recher
che. Op tal van terreinen en plek
ken verricht de politie uitstekend
opsporingswerk."
kantoor van de 'bankier van de onderwe
reld' in beslag. Het is het begin van het
grootschalige witwasonderzoek dat uitein
delijk naar de arrestatie en veroordeling
van vastgoedmagnaat Jan-Dirk Paarlberg
leidt. Hij blijkt de miljoenen te hebben wit
gewassen die crimineel Willem Holleeder
door middel van afpersing bij onder ande
ren Endstra zou hebben afgetroggeld.
Princen kan uren praten over de ontmaske
ring van Paarlberg, over de voldoening die
het hem gaf de ogenschijnlijk keurige wit
teboordencrimineel te pakken die tot dan
in nog geen enkel politiesysteem voor
kwam. „8o procent van de criminaliteit
draait om geld. Financiële recherche is niet
sexy, ook niet binnen de politie. Er waren
dagen bij dat wij werden aangekeken door
collega's met een blik van 'wat moeten die
grijze, stoffige kantoorklerken hier?" Na
tuurlijk, zegt de oud-rechercheur, ben je
trots als je na het doorploegen van al die pa
pieren een belastend overschrijvingsbewijs
van een bank in Luxemburg vindt. Als je
toch 'beef hebt.
Over de drive van veel collega's om die
complexe en veel geduld vergende onder
zoeken tegen wil en dank toch te blijven
draaien, heeft Princen alleen maar lof.
Toch kraakt hij harde noten over de alge
meen heersende cultuur binnen het opspo
ringsapparaat. Dat er successen worden ge
boekt door de politie is volgens hem vaak
meer een kwestie van toeval en toewijding
van een aantal 'goedwillende energieke col
lega's die een beetje dwaas zijn en hun
privéleven er bijna voor opofferen'. In ieder
geval niet dankzij een goede organisatie
van het politieapparaat. De strijd tussen op
sporing en de onderwereld is als die van
'IJsselmeervogels tegen Real Madrid': als er
al eens gescoord wordt door eerstgenoem
de club, is dat omdat een individuele spe
ler zich daar de longen uit het lijf voor
heeft gerend of talent heeft. Gezapigheid,
een sfeer van 'we moeten het gezellig hou
den' maken van de politie een uitgebluste
organisatie waar ambities en intelligentie
niet op prijs worden gesteld als dat ook tot
kritische vragen aan de eigen korpsleiding
kan leiden, stelt Princen vast. „Iedereen
heeft het bij de politie over capaciteits
problemen, maar over motivatieproblemen
hoor je van hogerhand niets."
Relatief zwaar betaalde rechercheurs, 'scha
len 9', die bij gebrek aan geld voor inhuur
krachten zelf dagenlang nietjes uit stukken
verwijderen om ze te kunnen inscannen?
Bijna niemand kijkt er binnen de politie
van op, of steekt zijn vinger op, om te vra
gen of dit nu wel de juiste inzet van opspo
ringscapaciteit is. Met lede ogen zag Prin
cen ook hoe tal van onderzoeken in de
spreekwoordelijke Bermudadriehoek ver
dwenen. Ondanks tienduizenden manuren
die erin gestopt waren, en de bijna kant-
en-klare dossiers die dat opleverde. Het
Openbaar Ministerie bracht die dossiers
nooit voor de rechter. „We zijn heel goed
in ordners volschrijven, ze in een kast op
bergen, geen uitleg krijgen, schouders op
halen en weer aan iets nieuws beginnen."
Princen heeft zich enorm gestoord aan het
gebrek aan inzicht en analytisch vermogen
binnen de recherche. „Data zijn zo belang
rijk, ook in het recherchewerk. Toch ont
breekt het binnen de recherche aan men
sen met puzzeltalent, met schrijfvaardighe-
den en discipline." Verbaasd zag hij iedere
dag hoe kranten ongelezen in de papierbak
belandden, hoe aanwijzingen uit openbare
bronnen - bijvoorbeeld een interview met
een crimineel - genegeerd werden. De poli
tie weet zelf immers het beste hoe het zit.
„We werken liever met toevalstreffers en
sleepnetten. Verreweg de meeste aantrek
kingskracht bij de recherche gaat namelijk
uit van de informatie die we zelf nog moe
ten halen. Informatie is pas informatie als
we die eigenhandig hebben veroverd."
De aanwas bij de recherche bestaat nog
steeds grotendeels uit mensen die uit 'het
blauw' komen, niet uit degenen die via de
zijkant binnenstromen en expertise heb
ben waarvan de politie kan profiteren, con
stateert de schrijver. „Het klinkt allemaal
heel sociaal, de levenslange baangarantie
bij de politie, maar die gedachte staat iede
re beweging richting 'de beste mensen op
de beste plekken' in de weg."
'Niet rancune', maar 'teleurstelling' heeft
Princen naar eigen zeggen doen besluiten
het leven als rechercheur vaarwel te zeg
gen. Teleurstelling dat zijn analyse over
wat er fout zit binnen de politieorganisatie
heel vaak gehoord en onderschreven werd
door zijn collega's en chefs. Maar uiteinde
lijk gebeurde er in zijn beleving niets mee.
In december 2013 schrijft de inmiddels
oud-rechercheur een uitgebreid gemoti
veerde ontslagbrief aan de Amsterdamse
politiebaas Pieter-Jaap Aalbersberg. Reac
tie: nul. Op het formele briefje dat hem eer
vol ontslag is verleend na dan. Michiel Prin
cen: „Tekenend voor de gelatenheid waar
mee de organisatie is doorweven."
met puzzeltalent
en discipline
DONDERDAG 26 MAART 2015
MICHIEL PRINCEN
De technische recherche doet op 17 mei
2004 sporenonderzoek bij het kantoor
van de geliquideerde vastgoedhandelaar
Willem Endstra. In het pand doorzoekt
Michiel Princen op dat moment samen
met andere rechercheurs de administratie
van Endstra. foto Evert Elzinga/ANP
Michiel Princen
Michiel Princen foto Bob Bronshoff/HH