ZEELAND GEPEILD 18 BUITEN VLISSINGEN In deze serie reizen we de pijlen achterna. Wekelijks landt er eentje lukraak op de kaart van Zeeland. En precies daar, op die toevallige plekken waar ze natrillend wijzen, nemen we poolshoogte. Op akkers waar bieten op de rooier wachten, op borrelende schorren en slikken, in door westenwinden getekend bosgebied, op dromerige duinen - elk stukje Zeeland heeft een verhaal. gen nu loodsboten. De Achterha ven is gedempt; dat is de Spui straat. De Koopmanshaven is ge transformeerd tot Bellamypark." En alle havens liepen door tot waar de Kenau Hasselaarstraat kruist met de huidige Spuikom- weg. Hij is opgegroeid in de aangren zende buurt de Oude Stad. Tij dens zware regenbuien waren al le teiltjes en pannen nodig om het water dat naar binnenstroom de te kunnen opvangen, lacht hij: „Het doet me altijd denken aan het lied van Koot en Bie met de ti tel 'Toen was geluk heel gewoon'; daar gaat een strofe over 'de wind die buiten om het huis huilt, ter wijl binnen de kolenkit paraat staat, en dat de stoep waarop ge knikkerd werd het belangrijkste stukje straat was.' Het tekent heel treffend de sfeer van mijn jeugd." Het verdwenen eilandje midden in het zoute binnenwater kan hij bij wijze van spreken aanwijzen: „Het was als werkverschaffings project in de jaren dertig aange legd. Intussen ruig begroeid, oe fende het een mysterieuze aan trekkingskracht op ons uit." 's Winters schaatsten ze erom heen, tot waar het ijs dun werd. Gleden met sleetjes vanaf de hoge graswallen eropaf. „En 's zomers vonden we in de bosjes en aan de oevers gebruikte condooms." Niet lang na die tijd begon hij met gitaarspelen. Sindsdien loopt muziek als een rode draad door zijn leven: „In 1976 was bij Strand- pop op het badstrand mijn eerste optreden." Hij timmerde als amateurmuzi kant aan de weg met verschillen de bands en bracht samen met an deren in het begin van de jaren tachtig een lp uit. En zelfs bij zijn huidige werkgever, superjachtbou wer Amels in Vlissingen, kennen ze hem als de popmuzikant. Als hoofdconstructeur tekent hij er de leidingen van technische instal laties: „Ingewikkelde schema's waarin ik construeer hoe brand- stofpijpen, ventilatiekanalen en de waterafvoeren van de dekken lopen. Het moet allemaal ver van de leefruimten aan boord van daan zijn; men wil immers geen ruimteverlies of geluidsoverlast." En bij elke feestelijke oplevering van een nieuw schip, waar alle personeelsleden welkom zijn, ver telt hij, is er lekker eten en drin ken en muziek: „En speel ik in de bedrijfsband." Net als in de vijfkoppige Bonnie Raitt Tributeband: „Een zangeres, een toetsenist, een drummer, een bassist en een gitarist." Ze moe ten nog een paar keer repeteren, grijnst hij, maar kijken uit naar hun optreden op 10 april in De Piek: „We laten die avond een pro motiefilmpje maken voor op You- Tube, zodat we boekingen binnen halen voor kroegen en kleine festi vals. Het is de moderne equiva lent van het cassettebandje waar mee je vroeger de cafés afging; dan lieten ze het horen en maakte je een kans wanneer niet ieder een gillend de zaak uitrende." Hij is een autodidact, zegt hij. Ooit is hij wel eens de muziek school binnengewandeld, maar in de hal maakte hij rechtsomkeert. Het notenschrift heeft hij nooit geleerd, maar dat heeft hem be hoed voor de afhankelijkheid van bladmuziek: „Ik durf te improvise ren. En ik kan bijna alles spelen wat ik wil." In de voormalige spuiboezem kijkt hij nog eens om. Hij zwierf hier veel rond. Als jongste uit een gezin van tien kinderen ontsnap te hij op de lagere school al aan de aandacht van ouders en leraren. Toen hij voor het eerst de song 'No surrender' van Bruce Spring steen hoorde, begreep hij zichzelf beter: „Ik citeer: 'We busted out of class, had to get away from tho se fools We learned more from a three minute record baby, than we ever learned in school.' Prach tig, toch? Ik luister dus ook altijd goed naar de teksten van de num mers", zegt hij. „Want net als hart slag en ademhaling zijn melodie lijn en woorden onlosmakelijk met elkaar verbonden." Het niemandsland langs de Spuikom- weg in Vlissingen ligt er wat verla ten bij. Ingesloten door bebouwing, winkels, parkeer plaatsen en bioscoop noodt het nauwelijks uit tot even verwijlen. André Moehijam (55) is hier dan ook sinds het opspuiten niet meer geweest, zegt hij: „Door de diepe, glooiende lijnen kun je ver moeden dat hier havens waren. Maar het leven is eruit." Het scher pe, harde gras dient nu als hon- denuitlaatveld. „Als er zo nodig water moest verdwijnen, waarom creëer je dan niet op een andere manier nieuwe natuur? Het stemt mij wat weemoedig. Net als The Beatles bezingen in het nummer 'In my life' - al die plaatsen die on herkenbaar veranderen. Terwijl ze er wel ongelooflijk toe deden." Toch is hij ook trots op zijn stad, waar hij met plezier woont en werkt, en die volgens de overleve ringen ontstond als nederzetting bij een natuurlijke haven: „Men bouwde hier in de middeleeuwen al een bestaan op met de visserij. Vanaf de dertiende eeuw veran derde de Westerschelde van een omvangrijk banken- en krekenge- bied in een vaarroute. Walcheren ontpopte zich tot een strategische handelsplaats." Nieuw-Vlissingen werd opge stuwd in de vaart der volkeren, weet hij, omdat de Hollandse graaf Floris V indertijd opdracht gaf tot het graven van extra ha vens: „Ze stonden in directe ver binding met de Schelde, met een spuisluis en het achterliggende Molenwater met de getijdenmo- len. De spuisluis loosde bij eb het overtollige polderwater in zee. Bij vloed liep het weer naar binnen. Wij konden daarvandaan naar het Haventje van Meijer zwemmen." De Voorhaven bestaat nog: „Er lig- Aan de boezem van de door Jacoline Vlaander De huidige inrichting van de Spuikom: waarom geen nieuwe natuur? Zin om als enthousiast publiek te figu reren in het promotiefilmpje voor You- Tube? Opnamen: zaterdag 10 april 2015 Tijd: 21.00 Locatie: De Piek, Hellebaardierstraat 13, Vlissingen. De Spuikom in functie, beeld van een halve eeuw geleden. André Moehijam foto Jacoline Vlaander

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 19