#11 Donor Alex: 'Ik wilde graag een erfgenaam' Maaike en Björn hebben via KID-DNA ontdekt dat ze halfbroer en -zus zijn. Hun vader verwekte nog zon 200 kinderen: als spermadonor. 12 VERDIEPING SPERMADONOREN Ze zijn halfbroer en -zus: Björn Hen- driksen uit Hilversum en Maaike Janssen uit Utrecht. Allebei zijn ze 25 jaar oud, maar niet doordat ze tweeling zijn. Maaike is overigens wel opgegroeid met een tweeling broer, maar dat was niet Björn. Björn groeide op in een héél ander gezin en ze ken nen elkaar eigenlijk nog maar heel kort. De bindende factor tussen de twee? Hun biologi sche vader is een spermadonor, die in zeventien jaar tijd voor circa tweehonderd nakomelingen heeft gezorgd. Eerst waren ze op zoek naar hun identiteit en nu ze die kennen, spreken ze eens in de zoveel tijd met andere halfbroers en -zussen af. „De halfjes, noemen we die", zegt Maaike. Of met andere donorkinderen. „Dat is meer een soort van supportgroep voor donorkinderen." Op 6-jarige leeftijd hoorde Maaike voor het eerst dat haar biologische vader een spermadonor was. In de tijd dat zij en haar tweelingbroer werden ver wekt, was haar moeder, zoals ze zelf nu plastisch zegt 'getrouwd met een man die een erfelijke spier ziekte heeft'. Een spierziekte van het soort dat je niet zou willen doorgeven aan je kinderen. Dus had het echtpaar gekozen voor kunstmatige insemi natie met donorsperma (KID). „Toen we 1 jaar oud waren, zijn ze gescheiden. We gingen elk weekend naar hem toe, maar op een keer zette hij ons bui ten. Toen heeft mijn moeder het ons verteld. Ik was boos op haar, dat ze me op deze manier ver wekt heeft. Ik heb lang gedacht dat er iets niet klop te, ik kon mijn identiteit niet rond krijgen." Altijd en overal waar ze was, keek ze rond of ze er gens haar biologische vader kon ontdekken. Tot zij en haar broer een paar jaar geleden via het RTL-pro- gramma Wie is mijn vader? contact kregen met hun donorvader, Alex. Het was in meerdere opzichten toeval. „Van alle kinderen die hij heeft verwekt, wist hij alleen van ons de namen. Die had hij stie kem bij de kliniek gezien en opgeschreven. Maar het was niet zo dat hij naar het programma keek om te zien of donorkinderen van hem een oproep zouden doen. Als hij toen niet had gekeken, had den we hem misschien niet leren kennen." Door het contact met haar donorvader begreep ze meer van zichzelf, zoals haar passie voor schrijven en de grijze pluk in haar haar. „Die heb ik van hem." Ze kent inmiddels een stuk of veertien van haar halfbroers en -zussen, die ze regelmatig ziet. Dan gaan ze bijvoorbeeld met zijn allen ergens in een restaurant eten. „Dat is altijd heel gezellig en het geeft een gevoel van herkenning." Maar nog steeds kijkt ze zoekend rond, want er moeten nog veel meer halfbroers en -zussen in Ne derland rondlopen. „Met tweehonderd nakomelin gen, die nu zo oud zijn dat zij ook kinderen krij gen, kan iederéén familie zijn." Een van die halfbroers is dus Björn. Dat weten ze nu zeker door een match van de KID-DNA data bank van de organisatie Fiom. Hij groeide op in Heinkenszand en later, toen zijn ouders scheidden, met zijn moeder in Oost-Souburg. Nooit had hij er bij stilgestaan dat de man die de eerste negen jaren een grote rol in zijn leven speelde, wel eens niet zijn biologische vader kon zijn. „Pas toen ik 18 was, is het mij en mijn broer verteld. Toen vielen de puz zelstukjes wel in elkaar", zegt hij nu. „Waarom ik bijvoorbeeld niet op hem lijk, zowel qua innerlijk als uiterlijk. Het verklaart ook waarom hij het con tact met mij en mijn broertje zo snel na de schei ding liet verwateren." De nieuwe stiefvader had vrijwel direct gezien dat Björn, met zijn lichtbruine huidskleur en zwarte krullen, en ook zijn broertje, nooit van de eerste stiefvader hadden kunnen zijn. De familie van de vader wist het, maar zijn moeder vertelde het haar zoons pas toen ze zwaar onder druk werd gezet. Waarom zijn moeder er zo lang mee wachtte, weet hij niet. „Misschien dacht ze dat wij in een identi teitscrisis zouden komen." Hij had het liever eerder willen weten. „Dat is het enige waar ik echt over gefrustreerd ben. Het had mijn leven een stuk makkelijker gemaakt. Bijvoor beeld op school. Kregen we de opdracht om op te schrijven van wie je afstamt en wat dat voor jou be tekent. Daar worstelde ik mee, ook al wist ik toen niet waarom. Op de middelbare school had ik een Surinaamse muzieklerares. Er werden altijd grapjes over gemaakt, dat zij mijn moeder zou zijn. Toen ik erachter kwam dat mijn donorvader half- of kwart-Surinaams is, was dat eigenlijk niet zo'n gek idee meer." Donorvader Alex uit Rotterdam wil al leen met zijn voor naam in de krant. Op 24-jarige leeftijd realiseerde hij zich dat een nor maal gezinsleven niet voor hem was weggelegd. „Mijn ouders waren gescheiden en de nasleep ervan in mijn tie nerjaren was, achteraf gezien, traumatisch. Ik wilde dat niet nog eens meemaken in een andere rol verdeling. Daarbij lukte het me niet een vrouw te vinden. Ik heb syndroom van Asperger, waar door contact maken lastig is. Toen wist ik dat trouwens niet. Dingen als asperger, autisme en ADHD waren alleen bekend bij een paar psychiaters en nog niet bij het gro te publiek." 'Iederéén door Lilian Dominicus Maaike Janssen en Björn Hendriks hebben dezelfde donor-vader. Ze vonden elkaar via de website KID-DNA. foto Shody Careman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 12