Minder
sporen in
onderzoek
bij NFI
8 BINNENLAND
FORENSISCH ONDERZOEK
Het NFI wil handschriftonderzoek
wegbezuinigen. Het is een 'te klein'
specialisme geworden.
Nederlandse bedrijf NiehofF
De Jong in Groningen. Hoewel
hij mogelijk kan profiteren van
de bezuinigingsmaatregel bij het
NFI, vindt De Jong het vooral
zonde dat het staatsinstituut
geen schriftanalyses meer uit
gaat voeren. „Op deze manier ver
dwijnt ook de opleiding en exper
tise voor schriftherkenning. Het
specialisme sterft zo binnen enke
le jaren uit."
De Jong bestrijdt dat de analyse
van geschreven teksten in de toe
komst totaal irrelevant is. „Ik
vind het goedkoop dat de direc
teur van het NFI de zaak-De Mol
aanhaalt. Er zijn honderden za
ken wél opgelost door hand
schriftanalyse. In civiele zaken of
bij fraude spelen handtekenin
gen vaak een cruciale rol."
Volgens De Jong worden er voor
al steeds minder handschrifton
derzoeken door de politie aange
vraagd omdat het NFI daar zelf
een muur voor heeft opgetrok
ken „Alles is gericht op DNA-on-
derzoek. Geen wonder dat de op
sporingsdiensten zich daar dan
ook alleen nog maar naar gaan
richten."
De handvol hand- en machine
schriftdeskundigen die nog bij
het NFI werken, hebben een
brief op de mat gekregen waarin
staat dat ze op zoek moeten naar
een nieuwe baan. Als er al strafza
ken binnenkomen waarin hand
schriftanalyse aanvullend bewijs
of uitsluitsel kan leveren, dan
moet dat maar uitbesteed wor
den aan externe specialisten,
vindt het NFI.
Een van die externe handschrift
detectives is beëdigd hand
schrift- en documentonderzoe
ker Wim de Jong van het Duits-
Niet de dreigbrief,
maar DNA op de
gebaksdoos loste
de afpersing van
John de Mol op
DEN HAAG - Politie en justitie ma
ken zich zorgen over de bezuini
ging van ongeveer 9 miljoen euro
die het Nederlands Forensisch In
stituut (NFI) moet doorvoeren. De
ingrepen zullen ertoe leiden dat
het NFI minder sporenonderzoe
ken van misdrijven kan doen, ter
wijl de situatie nu al krap is.
Dat zeiden Hans Vissers van de Na
tionale Politie en hoofdofficier
Bob Steensma van het Openbaar
Ministerie gisteren in een gesprek
met leden van de Tweede Kamer.
Volgens Vissers komt het nu al
voor dat sporen niet opgestuurd
worden vanwege gemaakte afspra
ken over het maximaal aan te leve
ren onderzoeken. Het gaat dan
vooral om sporen in relatief kleine
re zaken zoals inbraken of overval
len. De grootschalige onderzoeken,
zoals bij moord- of zedenzaken, ne
men veel NFI-capaciteit in beslag.
De opsporingsdiensten moeten
dus nóg scherpere keuzes gaan ma
ken. Ze zijn bezorgd
dat de bezuinigingen
bij het NFI ertoe lei
den dat er minder za
ken opgelost zullen wor
den.
Er kan mogelijk meer on
derzoek uitbesteed wor
den aan commerciële fo
rensische onderzoeksbu
reaus, maar het NFI waar
schuwt wel dat dat meer 'ge
doe' met zich mee brengt.
Het zou duurder zijn, tot meer
administratie en gesleep met
sporen leiden en het is de vraag
of de kwaliteit goed is, aldus
NFI-directeur Reinout Woittiez.
Academische onderzoekers en pri
vate instituten, die nu vaak contra
expertises uitvoeren, verklaarden
tegenover de Kamer juist dat ze
meer werk kunnen overnemen,
ook al om hun deskundigheid op
te houden. Dit hoeft niet te lei
tot hogere kosten, omdat ze
vaak sneller en flexibeler zijn. Het
NFI-onderzoek zelf is soms te
duur, zeggen ze.
Directeur Reinout Woittiez
spreekt tegen dat de kerntaken van
het NFI in gevaar komen. Er ver
dwijnen dan wel tientallen banen,
maar de organisatie gaat doelmati
ger werken, zegt hij, en zich con
centreren op onder andere bio
logisch sporenonderzoek, di
gitaal onderzoek en me-
disch-forensisch on
derzoek.
GRONINGEN - DNA, dat is de toe
komst. Met die slogan verant
woordde directeur Reinout Woit
tiez van het Nederlands Foren
sisch Instituut (NFI) gisteren tij
dens een hoorzitting voor Twee
de Kamerleden enkele 'pijnlijke'
keuzes: voor handschriftonder
zoek, haar- en verfanalyse is
voortaan geen geld en plek meer
bij het NFI.
Het zijn specialismen in de mar
ge geworden, zegt Woittiez. Op
jaarbasis krijgt het NFI volgens
hem bijvoorbeeld nog maar iets
van tachtig verzoeken van de poli
tie binnen om handschriften of
handtekeningen te analyseren en
te vergelijken met die van ver
dachten. „En dan zie je in
zo'n zaak als de afpersing
van John en Finda de Mol
dat DNA uiteindelijk de
doorslag gaf. Niet de dreig
brieven, maar het DNA
aan de rand van de door
de afperser bezorgde ge
baksdoos loste de zaak
op."
Het NFI voerde 25 jaar
geleden nog honder
den handschrifton
derzoeken per jaar
uit. De speciale
dreigbrieven-data-
base die het NFI
vanaf 1997 bij
hield en duizen
den brieven bevatte, is inmiddels
ook opgeheven. 'Omdat die niet
meer rendabel was', aldus een
woordvoerster van het NFI. Met
name na de aanslagen van 11 sep
tember 2001 kreeg het NFI nog
dozen vol dreigbrieven en poeder-
brieven in onderzoek. Toen politi
ci, voetbaltrainers en leden van
het koninklijk huis na de moord
op Pim Fortuyn in 2002 kogelbrie
ven thuisbezorgd kregen, losten
de handschriftonderzoekers van
het NFI die zaken samen met de
politie op. Maar die tijd is passé.
Enerzijds doordat er minder brie
ven verstuurd worden, maar ook
omdat modernere forensische
technieken zoals DNA-analyse of
digitale datavergelijking sneller
en beter uitsluitsel kunnen ge
ven, aldus het NFI.
DNA-analist verdringt
handschriftdetective NFI
Reinout Woittiez,
directeur NFI
door Niki van der Naald
beeld Henk te Boekhorst