i
it
Akoniet
m
O
GROENE VINGERS
Romke van de Kaa
In Gartenpraxis, een tuinblad
dat ik beroepshalve lees, staan
indrukwekkende foto's van
miljoenen bloeiende winter-
akonieten die zijn verwilderd in
een beukenbos. Goudgeel zo ver
je kunt kijken. Mijn eerste impuls
is mijn jas te pakken, in de auto te
springen en naar Duitsland te rij
den. Maar ja, het Rautal bij Jena is
nu niet bepaald naast de deur.
Die winterakonieten bloeien daar
in een beschermd gebied, het
Winterling Edelholzlaubwald.
Wat kunnen die Duitsers het toch
mooi zeggen. Het woord 'winter
ling' moeten we direct adopteren,
vind ik. 'Ik denk dat ik volgend
jaar ter afwisseling eens wat win-
terlingen tussen mijn sneeuw
klokjes plant.' Klinkt goed.
Ooit wil ik toch wel eens in Jena
gaan kijken. Ik zal niet de enige
zijn, want het Edelholzlaubwald
vol winterlingen is beroemd. Hon
derden mensen komen er in het
weekend naar kijken, zo lees ik.
En door omwonenden worden
die langs het pad naar het Wald
dan ook nog eens verwend met
selbst gebackenem Kuchen.
De tuin van kasteel de Wilden-
borch in de Achterhoek is ook be
roemd om zijn verwilderde win
terlingen. Of je daar ook versnape
ringen krijgt, weet ik niet. Maar er
zijn wel winterakonieten te koop.
Vorige week liep ik door heem-
tuin de Heimanshof in Hoofd
dorp; die ligt zo ongeveer in het
verlengde van een startbaan van
Schiphol, maar met oordoppen op
valt daar toch veel te genieten. De
lenteklokjes, sneeuwklokjes en
sleutelbloemen stonden in volle
bloei en ook de winterakonieten
deden het goed. Ik voelde weer
eens een steek in mijn hart, want
nu moet het hoge woord er maar
uit: bij mij willen die winterako
nieten niet groeien. Ze verdom
men het eenvoudigweg, wat ik
ook probeer.
Ik geef veel lezingen over planten
en dan probeer ik mijn gehoor er
altijd van te overtuigen dat je in
een tuin niet moet willen wat
niet kan. Geen theerozen op zure
zandgrond, geen rododendrons op
kalkrijke klei. Van kwijnende
planten word je niet gelukkig.
Winterakonieten houden van
kalk. Ik tuinier op zure grond en
zou dus volgens mijn eigen evan
gelie geen winterakonieten moe
ten willen. Als ze in juli bloeiden,
zou ik ze ook niet willen. Maar ja,
ze bloeien in februari, als er ver
der in de tuin nog bijna niks te
zien valt. Dan is alles wat bloeit
extra dierbaar.
Vorig najaar heb ik dus maar weer
honderd knolletjes gekocht, sa
men met een flinke zak kalk.
Eerst de zwarte knollen een nacht
in lauw water geweekt, daarna
met zorg geplant en flink ver
wend met kalk. Ik kan het bijna
niet geloven, maar er staan er nu
zo'n stuk of vijftien boven de
CÉ
LU
OÜ
Wonen op een bedrijventerrein klinkt misschien niet ieder
een als muziek in de oren. Ron Smaardijk en zijn vrouw Ria
Riedijk zouden niet anders willen. In 2005 betrokken zij
hun woning in de uiterste hoek van het Vlissingse bedrij
venterrein Vrijburg. Het huis biedt hen alles wat ze willen:
een rustige woonomgeving, ruimte voor hun bedrijven aan
huis en een prachtig uitzicht. „Het was óf dit stuk grond óf
niets.
door Ellen Jobse
"TMtiï I fc
il-rf
We moesten drie opties aan
geven van bouwgrond
die onze interesse had",
vertelt Ron Smaardijk.
„We hebben drie keer het
zelfde ingevuld. Voor ons
was er maar één optie."
Gelukkig voor Ron en Ria kregen zij hun zin
en konden ze hun droomhuis bouwen aan het
einde van de Distributieweg in Vlissingen. De
woning is vanaf de weg aan het zicht onttrok
ken door de garage van Ron. Pas wanneer je de
achtertuin in loopt, zie je het woonhuis, dat op
valt door zijn strakke vormgeving en forse om
vang. „Eigenlijk is het te groot voor ons twee
ën", lacht Ron. Maar dat heeft ook zo zijn voor
delen. „We wilden in ieder geval een woonkeu
ken, een flinke woonkamer en een grote slaap
kamer. Ook wilde ik een aparte ruimte voor
mijn schoonheidssalon All Ages Huidverzor
ging. Dat hebben we allemaal kunnen realise
ren", legt Ria uit.
Neem nu de slaapkamer. Die is groot en licht
en heeft een minimalistische inrichting, met in
het midden van het vertrek het bed. Je zou zon
der problemen koprollend de kamer door kun
nen, want verder zijn er amper meubels en ac
cessoires te vinden. Kleding en schoenen heb
ben een plaatsje gekregen in de aangrenzende
inloopkast. De ramen bieden uitzicht op akker
landen, met op de achtergrond de duinen bij
Dishoek. Bij helder weer is ook de vuurtoren
van Westkapelle te zien. „Nu snap je waar
schijnlijk wel waarom we per se dit stukje
grond wilden", zegt Ron, terwijl hij door het
raam de verte in tuurt. „Het uitzicht is machtig
mooi."
Iets minder ver weg ligt de achtertuin, qua stijl
vergelijkbaar met de rustige en minimalistische
aankleding binnen. Buiten voeren gras en knot
wilgen de boventoon. „Deze wilgen zijn voor
ons van grote waarde", vertelt Ria. „De opa van
Ron nam ooit knotwilgtakken mee uit de Wil-
helminapolder. Dit zijn 'kleinkinderen' van de
bomen die uit die takken voortkwamen. Ze
doen het heel goed, dus we zijn er zuinig op."
Het gebrek aan accessoires in huis is geheel in
de stijl van Ron en Ria. Tierelantijntjes zijn aan
hen niet besteed. Gelukkig maar, want met
drie katten in huis sneuvelt er regelmatig wat.
Ria: „We hadden hele mooie kussens gekocht
voor op de bank, maar lang hebben ze daar niet
gelegen. Onze twee Bengalen Morris en Ollie
vonden ze maar wat interessant. Ze speelden
met de kussens en sleepten ze van de bank
naar de keuken. Toen heb ik ze maar opgebor
gen." „Bengalen vallen in de categorie 'ruw
volk'", vult Ron aan. „Ze zijn energiek en speels
dus als je erg gehecht bent aan je spullen, kun
je beter een Abessijn nemen zoals onze Julius."
Op sommige plaatsen is goed te zien dat er een
paar katten hebben huisgehouden. Omdat er
nog flink wat moet gebeuren in huis, vinden
Ron en Ria dat niet zo'n probleem. Momenteel
zijn ze bezig aan de badkamer. Een douchecabi
ne, twee wastafels, een Finse sauna en een
tweepersoonsbad zijn in aanbouw. „Wij doen
alles zelf', vertelt Ron. „Daardoor kunnen we ie
dere ruimte helemaal naar onze zin maken. Na
deel is wel dat je er wat langer over doet."
Aan de kluservaring zal het niet liggen; die heb
ben Ron en Ria genoeg. Op de fundering na
bouwden zij hun woning helemaal zelf, met
hulp van neef Danny. En dan ook nog eens zo
ecologisch als toentertijd mogelijk was. „Er zit
ten 121 pallets cellenbeton in ons huis. Cellenbe
ton is een bouwmateriaal dat licht van gewicht
is en ook nog eens een sterk isolerend vermo
gen heeft", aldus Ron. „Als het stormt, horen
wij daar in huis niets van."
Het hout waarmee de buitenmuren bekleed
zijn, draagt de naam Thermo Wood. Deze hout
soort is op een ecologische manier behandeld
en heeft een langere levensduur, omdat het be
ter bestand is tegen schimmels die houtrot ver
oorzaken. Ron: „Het hout zou zeker vijftien jaar
mee gaan zonder het te hoeven behandelen.
Wie weet is binnen dan net alles af. Kunnen
we buiten verder. In een groot huis is altijd wat
te klussen."
Winterakoniet.
1 1 1
1
LU
f
Rust, ruimte en een
fantastisch uitzicht
Het huis biedt genoeg ruimte voor de schoonheidssalon van Ria.