H H W
16 GEZOND
9:00
13:00
10:00
leeft van zo'n vijf tientjes per week, maar zo
iets kan er niet van af. Zelf voorschieten
lijkt onmogelijk. Geld lenen ondoenlijk. En
hij heeft het zo koud.
„Hoe zou het gaan als je het bedrag contant
krijgt?", informeert Versluis.
„Moeilijk", zegt Bernard.
„Waarom?"
„Misschien koop ik dan iets anders."
„Wat dan, denk je?"
„Eten. Of dope."
Omdat hij voor de derde keer een afspraak
bij de dokter heeft afgezegd, wordt hij op
die paar tientjes gekort.
„Dat is geen vetpot", constateert Versluis.
En Bernard lacht: „Gelukkig had ik nog eten
in de vriezer."
Tijdens de lunch vertelt Versluis dat versla
ving de kans op recidive vergroot. Het bete
kent ook dat haar cliënten hun criminele ge
woonten moeilijk kunnen loslaten; voor
structurele en langdurige gedragsverande
ring hebben zij meer interne motivatie no
dig dan anderen: „Daarom werken we on
der andere met de methode 'Stap voor
Stap': een korte, laagdrempelige training
met opdrachten en vragen, onderverdeeld
in zeven fasen. Dit biedt hen inzicht in hun
strafbare gedrag en de rol die middelenge
bruik erin speelt." In de gesprekken die zo
op gang komen, kan zij als toezichthouder
concrete alternatieven aangeven voor de toe
komst.
De 27-jarige Rogier* is een beweeglijke,
licht autistische jongeman die een aantal ja
ren geleden een overval heeft gepleegd.
Daar kwam geweld aan te pas. Hij woont al
anderhalf jaar in de maatschappelijke op
vang en staat op de nominatie voor een zelf
standig begeleidwonen-traject, volgt allerlei
cursussen en wil ook graag de maatschappij
weer in. Maar hij vertelt dat hij 's nachts ligt
te piekeren, omdat hij het moment van die
ene donderdagavond, waarop zijn leven to
taal veranderde, niet meer kan terug
draaien, en het sindsdien alles bepaalt.
Versluis bespreekt met hem wat hij nog
moet leren om zich te handhaven in de bui
tenwereld; tijdens zijn verlof gebruikte hij
immers weer verdovende middelen.
„Maar ik heb geen overval gepleegd!"
„Je bent zo goed op weg", zegt Versluis. „Je
weet dat als je over de schreef gaat, ik je een
gele kaart moet geven en de officier van jus-
Als de reclasseringsadviseur na
een gesprek met de verdachte
een rapport uitbrengt aan de
rechter-commissaris, beslist
deze of iemand in detentie
gaat of dat men de zaak
schorst, vertelt Antoinette
Versluis (36). „In dat laatste geval kunnen er
bijzondere voorwaarden aan gekoppeld wor
den. Zoals verplichte hulp. Dat betekent dat
je onder toezicht staat. Bij mij, bijvoor
beeld."
Zij is reclasseringstoezichthouder en naast
het vele papierwerk dat zij verricht om alle
zaken zorgvuldig vast te leggen en te kun
nen verantwoorden, ziet zij dagelijks op
haar spreekuur in Zierikzee of Kloetinge
een bonte stoet volwassenen aan zich voor
bijtrekken. Ze zijn uit de rails gelopen, heb
ben nauwelijks meer iets over hun eigen le
ven te zeggen en moeten knokken om hun
bestaan weer op te bouwen en als autono
me individuen verder te mogen gaan. Vers
luis ontmoet hen doorgaans eens per veer
tien dagen, een half uur tot drie kwartier.
Wie echter een hoog recidiverisico (kans op
terugval) heeft, moet zich wekelijks mel
den. Wie eens per maand verschijnt, be
vindt zich in het laatste deel van het toe
zicht. En aan iedereen vraagt zij: „Hoe gaat
het met je? Waar loop je tegenaan?"
Bernard* (37) is tenger en timide en leunt
wat naar voren op zijn stoel. Veroordeeld
voor zware mishandeling is hij intussen af
gekickt, maar hij hunkert naar nog meer
vrijwilligerswerk dan hij al doet, zegt hij:
„Want zodra ik thuiszit, wordt het moei
lijk." Versluis vraagt hem over de afgelopen
dagen, en hij vertelt dat hij het vervelend
vindt om zijn bewindvoerder te vragen of
hij nieuwe handschoenen mag kopen. Hij
Zelfcorrigerend gedrag is las
tig. Zeker wanneer je onder
invloed bent. Het verschil tus
sen mijn en dijn vervaagt. En
aan verdovende- en stimule
rende middelen hangt een
prijskaartje. Wie een delict
pleegt en in de kraag gegre
pen wordt, kan bij de afde
ling verslavingsredassering
van Emergis terechtkomen.
Wat dan volgt, is een inten
sief traject.
door Jacoline Vlaander
Iemand is nooit
alleen maar dader