Panda's in Belgische dierentuin willen geen seks Na drie jaar drollen tellen blijkt: het gaat steeds beter met de reuzenpanda. Het zeer zeld zame knuffel dier van het WNF wordt echter nog steeds be dreigd. Niet door stropers, maar door we gen en spoor lijnen. 66 Vanwege het risico op inteelt is het belangrijk dat panda's oversteken naar ander gebied 10 VERDIEPING NATUURBESCHERMING Het zag er vorig week einde allemaal zo hoop vol uit, dat de dieren tuin in Henegouwen in België al hardop droom de van een babypanda. De twee Chinese reu- zenpanda's in Pairi Dai- za hadden elkaar betast en besnuffeld. Dat was voor het eerst sinds hun aankomst in België, een jaar geleden. Maar he laas. Hoewel ze al een aantal keer haar staart in de lucht had gesto ken, zag vrouwtje Hao Hao het toch niet zitten met mannetje Xing Hui, die aanvankelijk welwil lend reageerde op haar krolse avances. 'Hoewel de twee duide lijk interesse toonden in elkaar, kwam het niet tot koekenbak', aldus dagblad De Morgen. Jammer voor de Belgen, want een volgende kans kan wel eens een jaar op zich laten wachten. Pandamannetjes staan al bekend om hun lage libido, zeker als ze in ge vangenschap leven. En de vrouwtjes hebben slechts één dag per jaar goesting. Op Twitter dreven Bel gen afgelopen week vol op de spot met 'hun' preutse panda's'. De druk op de dieren om te seksen is hoog. Ze loge ren vijftien jaar in Bel- gië in het kader van een voortplantingsprogram- ma. Bijna alle panda's die in dierentuinen le ven - in Europa zijn dat er twaalf- zijn eigen dom van de Chinese overheid. Zij worden uit geleend of verhuurd voor fokprogramma's en wetenschappelijke onderzoeken. Die moe ten de diersoort voor uitsterving helpen be hoeden. Het geduld van het We reld Natuur Fonds (WNF) werd flink op de proef gesteld. Hoeveel exemplaren leven er nog in het wild van de reu- zenpanda, het dier dat als mascotte fungeert van de natuurbe schermingsorganisatie? De laatste cijfers da teerden al van twaalf jaar geleden. Dit weekeinde maakte de Chinese overheid eindelijk bekend hoeveel panda's de bos sen en natuurgebieden bevolken. Dat zijn er 1.884; een toename van 17 procent ten op zicht van 2003. De positieve trend zet door: bij de eerste grootscheepse pandatellingen, in de jaren '70 en '80, werden maar 1.100 dieren geturfd. Natuurbescherming heeft zijn nut bewe zen, concluderen ze dus tevreden op het WNF-hoofdkwartier in Zeist. Het tellen van de panda's nam drie jaar in beslag om dat de dieren in uitgestrekte, onherbergza me gebieden leven, vertelt reuzenpandades- kundige Christiaan van der Hoeven van het WNF. „Honderden ambtenaren en lo kale WNF-rangers hebben die gebieden uit gekamd. Aan de hand van drollen en eet- sporen kunnen zij behoorlijk nauwkeurig bepalen hoeveel panda's er nog leven in het wild." Aan de lengte van de stukjes bamboe in de drollen, is te zien hoe oud de panda's zijn. Hoe jonger de panda's, hoe groter de kans dat ze zich nog voortplan ten. Dat is belangrijk, want de bamboebeer wordt nog steeds met uitsterven bedreigd. Vroeger leefde het dier in heel Zuidoost- Azië, tot in Thailand en Birma. In dieren tuinen in de hele wereld zitten naar schat ting 375 panda's. In het wild leven de die ren nu alleen nog in het zuidoosten van China, in een gebied ter grootte van België. 40 procent van die habitat ligt buiten de be schermde natuurreservaten. Die toch al ver snipperde leefgebieden dreigen verder te worden verscheurd door de bouwwoede van de Chinezen. „De panda's leven in zestig populaties, waarvan de kleinste maar drie of vier die ren telt. Kleine populaties sterven sneller uit, bijvoorbeeld als hun gebied wordt ge- troffen door een aardbeving of overstro ming. Ook vanwege het risico op inteelt is het belangrijk dat panda's oversteken naar andere gebieden", zegt Van der Hoeven. „Maar de barrières zijn vaak groot. Soms ligt er 20 kilometer landbouwgrond tussen of worden er nieuwe wegen, spoorlijnen, mijnen of dammen aangelegd." Doel van het WNF is de beschermde gebieden met elkaar te verbinden en uit te breiden. Dat gebeurt bijvoorbeeld door bamboe aan te planten op voormalige plantages. Het WNF lobbyt bij de Chinese overheid voor de bouw van wildoversteekplaatsen. Panda's zijn geen prooi van stropers. Mensen die de rust verstoren in het leefgebied van het schuwe dier, vor men een bedreiging. Zo verzamelen lokale bewoners brandhout en voed sel in het bos. Hun koeien zijn dol op jonge bamboescheuten - het favoriete maal van de panda. Het dier is een carnivoor, maar veel te traag om achter prooien aan te jagen. In magere tijden peu zelt hij nog wel eens een kadaver op, maar verder heeft hij zich gespecialiseerd in één planten soort. Om genoeg bamboeblaad jes binnen te krijgen en om zijn grote lijf warm te houden, heeft hij een uitgestrekt leefgebied no dig. In het voorjaar verorbert een panda 60 kilo bamboescheu ten per dag. De natuurbescher mers proberen lokale bewo ners te bewegen niet in de re servaten te komen, zegt Van der Hoeven. „We geven ze ef ficiënte fornuizen die de helft minder hout verbrui ken en bijenkisten, zodat ze honing kunnen verkopen in plaats van producten verza meld in het bos." Hoewel het aantal panda's voorzichtig herstelt, is het werk voor natuurbescher mers nog lang niet klaar. „Zo lang de kleine popula ties niet met elkaar verbon den zijn, blijft de soort met uitsterven bedreigd." Panda maakt door Annemieke van Dongen foto Getty Images Christiaan van der Hoeven, WNF

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 10