4 BUITEN
Nee hoor, het opschrift boven dit artikel is geen
vergissing. We doen het geregeld; aanschuiven bij
de meerkoet om een vorkje mee te prikken. We
doen dat in de Meerkoet en we zien daar echt
meer koeten dan in enig ander etablissement in het
Zeeuwse. Voordat u afhaakt bij dit cryptische
gebabbel nu eerst maar wat verduidelijking. Aan de
rand van het Veerse meer, even ten westen van
Wolphaartsdijk ligt het paviljoen de Meerkoet. Een
eenvoudige horecagelegenheid met een niet al te
ingewikkelde kaart. Nee, het bijzondere van dit
restaurant zit in de ambiance. Wat dat betreft ken
ik geen betere plek voor vogelaars als deze.
•w
doorChiel Jacobusse
oek vooral een plekje bij het
raam. Nee, tafels tegen elkaar
aanschuiven is niet toegestaan.
Beetje jammer hoor. Maar het
duurt niet lang of je gaat hele
maal op in wat er buiten ge
beurt. Het meest prominent
aanwezig zijn inderdaad de meerkoeten. Ze ko
men tot minder dan twee meter van het raam
waar je achter zit. Ze zijn aan het eten, drin
ken, poetsen, badderen of.... vechten. En dat
laatste kunnen ze; vooral in deze tijd van het
jaar. De leefruimte voor het komende broed-
seizoen wordt verdeeld en dan is het vechten
om het beste plekje. Meerkoeten die al ge
paard zijn pakken een indringer onvervaard
bij zijn lurven en het scheelt maar een haartje
of die wordt verdronken door zijn soortgeno
ten. Na deze afstraffing zwemt de indringer,
binnensmondse 'kuuk'-jes mompelend naar
de oever van het nabij gelegen eiland. Kijkt-ie
nou echt een beetje verongelijkt of lijkt dat al
leen maar zo?
Nee, dat laatste komt alleen maar omdat je zo
dichtbij bent dat je intens wordt betrokken bij
wat zich afspeelt. Kijk, daar komt een meer
koet naar de oever zwemmen om te drinken.
Het zoute water van het meer is natuurlijk
niet geschikt als drinkwater. Maar op het as
falt net boven de waterlijn zitten allemaal
sliertjes darmwier. Door de regen zijn die he
lemaal doorweekt van het zoete regenwater.
Eén voor één komen de meerkoeten naar de
kant en nemen zo'n wiertje tussen de snavel.
Ze persen het water met de snavel uit het
wier, richten dan de snavel omhoog en maken
een paar slikbewegingen. Na het slikken
schudden ze even snel heen en weer met de
kop en gaan het water weer op. Geregeld dui
ken ze onder om dan met een stuk wier weer
boven te komen. Daarbij gaat het om grovere
wieren, die met een paar snelle bewegingen
worden doorgeslikt. Laatst zagen we ook hoe
ze kleine mosseltjes van de steiger afhaalden,
kort nadat het waterpeil flink gezakt was. En
fin, met die meerkoeten bij de meerkoet is al
tijd wel wat te beleven.
Maar er is meer. Vlak langs de steiger zijn
twee dodaarsjes aan het vissen. Ze duiken de
hele tijd onder en komen vrijwel steeds met
een klein visje (of garnaaltje?) weer boven. Do
daarsjes zie je dikwijls genoeg, maar niet dat
ze zo ongestoord aan het vissen zijn. Een eind
verder op zitten nog drie exemplaren, maar
die zien er nog al bont getekend uit. Daar
moet de verrekijker aan te pas komen. Mis
schien niet zo'n vanzelfsprekend attribuut als
je gaat lunchen, maar in de Meerkoet zou ik
niet graag zonder zitten. Nu maakt een blik
door de verrekijker duidelijk dat de verderop
zittende exemplaren geen dodaarsjes zijn,
maar een nauwe verwant, namelijk geoorde
fuutjes. Voorbij zwemmende Middelste zaag-
bekken worden pesterig belaagd door een pas
serende zilvermeeuw en op de oever vlak voor
het raam is een scholekster neergestreken. De
zilvermeeuw stopt met zijn achtervolging en
pakt vlak langs de oever iets roods uit het wa
ter. Het is een flink uit de kluiten gewassen
zwemkrab, die snel, met huid en haar verslon
den wordt. Restanten blijven achter op de
oever; tussen allemaal poten en scharen van
andere slachtoffers. De meeuw strijkt op één
van de meerpalen langs de steiger neer om uit
te buiken.
Een groep smienten die eerst veel te ver weg
zat om details te kunnen bekijken, is zonder
dat we iets merkten steeds verder genaderd
en nu kunnen we in de prachtige goudgele
kuif van de mannetjes bijna de veertjes tellen.
En dat blijft zo, uur na uur maar doorgaan. De
koffie is helemaal lauw geworden als we ons
eindelijk met moeite van al die gevleugelde
passanten afwenden. Dat nemen we graag
voor lief, want wat is er nou mooier dan lek
ker bij de kachel, van achter het glas het dage
lijks leven van onze watervogels te bekijken?
Lunchen met de meerkoet
Meerkoet foto Chiel Jacobusse
Hans Vroegop vóór de vrijvervalko-
ker, waar beton op wordt gestort.
Het 'plafond' van de koker is de
fundering voor en begane grond
van het nieuwe pompenhuis. Het
oude gemaal staat op de achter
grond. foto Peter Nicolai