6 BUITEN
RAADKAART
Wanneer je Oosterland vanuit het
westen nadert, kun je op een
gegeven moment ter rechterzijde
het silhouet van de toren al
ontwaren. In de uitlopers van het
dorp lijkt de kerk te grenzen aan
de nevelige akkers. Eenmaal in de
smalle straatjes, tussen de verstilde
huizen, is het dan toch nog even
zoeken.
Rond het middaguur slui
mert het dorp. In hoge li
gusterhagen langs achter
tuinen en schuttingen tsjil-
pen mussen. Alsof het al
zomer is en er elk moment
oude maaimachines met
zingende halen over de gazons kunnen
gaan, en de geur van versneden gras
zich met kamperfoelie mengt. Maar het
is februari. En nog grijs en vochtig koud.
De jonge moeder, geflankeerd door drie
gehelmde dreumesen op kleine fietsen,
staat op de stoep voor het schoolplein
en trekt haar handschoenen aan voor ze
de pedalen bestijgt. „We gaan eerst een
boterham eten", zegt ze tegen de jonge
tjes, die kennelijk andere plannen opper
den. "Rijden maar!" Het peloton zet
zich joelend in beweging. Ademwolkjes
stoten tussen hun lippen vandaan.
Het is vooralsnog de enige beweging in
het dorp dat ontstond nadat halverwege
de veertiende eeuw de slikken van het
toenmalige eiland Duiveland werden be
dijkt. De polder noemde men toen Oes-
terniewelant in Duveland. Op het Toren
plein verrijst de kerk die ook uit die tijd
stamt, en is gewijd aan de Heilige Judo-
cus, een Britse koningszoon die volgens
de overleveringen leefde van 600 tot on
geveer 669. Na het overlijden van zijn
broer kwam hij op de troon terecht, be
dacht zich algauw, leidde liever een reli
gieus leven en na vele omzwervingen
als pelgrim toog hij naar Rome.
Het godshuis werd in 1612 door brand ge
deeltelijk verwoest. Alleen het tse-eeuw-
se koor en de van later datum daterende
toren, uiteindelijk ingekort tot de huidi
ge zadeltaktoren, bleven bewaard. Op
de plaats van het schip verrees een
schoolgebouw dat als een moderne con
structie de twee oudere delen met el
kaar verbindt. Bij een geallieerd bombar
dement in januari 1945 raakte de toren
zwaar beschadigd, maar werd een paar
jaar later, tegelijk met de restauratie van
de kerk, hersteld. En in augustus 1972
werd de kerk - na een volgende restaura
tie - pas weer in gebruik genomen.
Het informatiebord bij het stenen muur
tje vermeldt dat er binnen een marme
ren epitaaf (grafschrift) uit 1757 is, voor
de ambachtsvrouwe Maria Suzanna
Cau-Lonque. Samen met haar echtge
noot was zij van belang voor de ontwik
keling van het dorp; aan haar heeft Oos
terland de molen te danken. En het Gast
huis, waar veertien gezinnen vrij kon
den wonen.
Op het Torenplein lijken de kleine wo
ningen verlaten. Toch ruikt het er naar
groentesoep, en blijkt deze oase van
rust een van de grootse en levendigste
dorpen van het eiland te zijn, weet de
jongeman die een eindje verder een be
stelbus met bouwmaterialen uitlaadt.
„Er is een actief verenigingsleven en er
zijn nog veel voorzieningen." Dat Zierik-
zee op spuugafstand ligt, vinden ze hier
prettig. En ook Rotterdam is te behap
pen: „De buren van mijn broer rijden
voor hun werk dagelijks op en neer."
Voor hij de volgende planken uit de bus
trekt, slaat hij lachend zijn gehand-
schoende handen tegen elkaar: „Nog
even - dan is het zomer!"
Want achter de huizen kwetteren mus
sen. En in de verte kraait een haan.
door Jacoline Vlaander
De mussen klinken er
De plek is nagenoeg onveranderd. Zelfs het karakteristieke tuinmuurtje heeft de tijd overleefd, foto Lex de Meester
Gravure van Wilhelm von
Kaulbach, met Bruun de beer bij
kasteel Malpertuus.
Uit: Goethe, Reineke Fuchs, 1846.
Messing of bronzen
deurklopper met afbeelding van
een fabeldier, datering
zeventiende of achttiende eeuw.