ZEELAND GEPEILD 2 BUITEN VLISSINGEN In deze serie reizen we de pijlen achterna. Wekelijks landt er eentje lukraak op de kaart van Zeeland. En precies daar, op die toevallige plekken waar ze natrillend wijzen, nemen we poolshoogte. Op akkers waar bieten op de rooier wachten, op borrelende schorren en slikken, in door westenwinden getekend bosgebied, op dromerige duinen - elk stukje Zeeland heeft een verhaal. Dat ze geen Zeeuwse is hoor je meteen. Voor zij indertijd naar Vlissingen toog, heeft zij in ge bieden van Nederland ge woond waar de 'zachte g' de boventoon voert. En ze moet even nadenken wanneer ze naar de kust kwam. Want het is lang geleden, zegt ze, en dat heeft niet alleen te maken met dat zij in haar leven veel heeft om op terug te kijken, maar eveneens met een voorgevoel dat er iets nieuws aan de orde is: „Ook wat dat be treft bevind ik mij in een overgang." Als jeugdwelzijnswerker is Ans Couwenberg (51) al twintig jaar begeleider en coach. Daar naast is zij beeldend kunstenaar, met als spe cialisatie gemengde technieken en fotografie. Haar Creatief Atelier Couwenberg is gevestigd in KipVis, een kunstwerkplaats met ateliers voor creatieve ondernemers in het voormalige schoolgebouw in de wijk Paauwenburg te Vlis singen. Vanuit het raam op de tweede verdie ping kijkt zij uit op de stroken gras aan weers zijden van het met rietkragen omzoomde wa ter, dat slingerend als een grensrivier twee ver schillende wijken scheidt. In de volksmond spreekt men van 'een stadspark', vanwege het groen en de bomen. Een favoriet wandelge bied voor hondenbezitters. Voorzichtig tussen de dampende bolussen doorstappend, wijst zij naar de Twisted Hyper- cube van Denz de Kroon, een van haar colle ga-kunstenaars. KipVis organiseert regelmatig activiteiten waarbij kruisbestuivingen plaats vinden met de samenleving. Eén daarvan is de bijdrage aan het welzijn in de wijk. Sinds 2014 is rondom de watergang een pro- ject-in-wording gecreëerd. Onder de naam 'Ik ben een God...' - naar de beroemdste dichtre gel van Willem Kloos: 'Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten' - zullen er in de komende jaren veertien kunstwerken komen te staan: „Elk jaar vragen we een andere groep nationale of internationale kunstenaars om een ontwerp te maken. Daarvan kiezen we er eentje uit, waarbij ook buurtbewoners hun stem mogen uitbrengen." De volgende verkie zing is op 28 maart. En op 12 september volgt de onthulling van het tweede kunstwerk. Zo kan iedereen zich betrokken voelen bij de beel denroute langs het water, en sluit nieuwe ge schiedenis zich bij de historie aan. Ze wijst naar de bomen in het zuidwesten: „Daar ligt het Nollebos. Ik dacht eerst dat het een werklozenproject was, net als het Amster damse Bos. Maar het is ontstaan toen in het begin van de twintigste eeuw de stad een pla nologische ontwikkeling doormaakte. Aan de oostzijde kwamen haven en industrie. Meer in het midden ontstonden arbeiderswijken. En de westzijde was bestemd voor de beter ge situeerden, zodat die in een parkachtige omge ving konden wonen. Dat zie je wel; de huizen aan de overkant zijn van een andere klasse." De watergang is voortgekomen uit een tank val die als onderdeel van de Atlantikwall in 1942 langs de Nederlandse kust verrees, ver telt ze: „Je noemt het ook wel een antitank gracht. Een brede, kunstmatig aangelegde sloot die een niet te nemen hindernis vormt. Na de geallieerde bombardementen in okto ber 1944 was ruim tweehonderdvijftig meter Nolledijk weggevaagd, ter hoogte van het hui dige badstrand. Het zeewater stroomde landin waarts. De slijpende werking van de getijden verbreedde de antitankgracht, maar het tracé bleef hetzelfde; dat is op oude kaarten en luchtfoto's nog te zien." Het Nollebos groeide rondom de kreekresten verder uit. Maar aan de ontwikkeling van Vlissingen kwam sinds de Tweede Wereldoorlog abrupt een einde. Couwenberg werkt door heel Zeeland als part time thuisbegeleider: „Bij mensen met een psychische of sociale stoornis. Een keer per week ondersteun ik een autistische jongeman als hij eten kookt, anders zou hij zich verlie zen in het snijden van paprika of maar blijven slawassen. Verder houd ik een vinger aan de pols bij een alleenwonende dementerende me vrouw die mij liever niet wil binnenlaten, niet begrijpt wat ik kom doen en mij geen en kele keer herkent." Heel anders is het met de jongedame die kampt met een meervoudige persoonlijkheidsstoornis: „Zij staat mij soms al op te wachten met allerlei plannen: samen haar administratie ordenen, de kelder oprui men - of iets kunstzinnigs doen." Vooral de combinatie van haar twee vakgebie den vindt ze stimulerend: „Het versterkt el kaar. En heeft veel raakvlakken: het zijn nooit standaardbezigheden en -oplossingen; of ik ie mand nu heel praktisch begeleid met huiselijk werk in het kader van een dagbesteding of par ticipatie, of dat iemand zich inschrijft om indi viduele creatieve talenten te ontplooien - ik neem de vraag serieus en kom samen met de cliënt tot een passend aanbod, waarbij mijn rol zowel ondersteunend als creatief is. En al tijd ga ik uit van de kracht van de ander." Op de plek waar wandelaars zich kunnen ver wonderen over hoe kunst in de stad de uitlo pers van de natuur markeert, mijmert ze dat zij veel inspiratie ontleent aan haar jaren in Nijmegen: „Die brede rivier en die linkse oriëntatie met culturele broedplaatsen. Er hoeft maar een oude fabriek leeg te komen en er wordt wel een theatertje van gemaakt." Ver der roemt ze de bossen: „Ik ben er hier achter gekomen hoeveel ik eigenlijk van oude bo men houd." Maar ook het ruige van de havenstad en het weidse van de zee bekoren haar: „Het is een veilige bedding in deze sfeer van eb en vloed. Hoe de dagen zich ontvouwen: de stadsgelui den 's ochtends; het 's avonds afnemen van de wind; en op stille zondagen het luiden van de klokken." Ze glimlacht even. „Ik voel mij er mee verwant. Daarom kan ik hier solistisch zijn." Een doorbraak in het diepst van je gedachten door Jacoline Vlaander Ans Couwenberg foto Jacoliene Vlaander Voor meer informatie: Creatief Atelier Couwenberg - www.anscouwenberg.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 42