Ze is één van de weinige vrouwelijke veehouders in Zeeland. Met in totaal 400 schapen en koeien is het een hard labeur, maar Arda de Wolf (3 5) is gedreven. 66 38 ZEELAND ARDA DE WOLF, VEEHOUDER De Wolf die schapen houdt, een intrigerende combina tie. Maar combineren is haar kracht. Terwijl ze nog even zes stagiaires in strueert, schenkt ze koffie en ontfermt zich tegelijker tijd over de brabbelende Justin, de jongste telg in het vier kinderen tellende gezin De Wolf. Ben je boerin of mogen we dat tegenwoordig niet meer zo noemen? „Ik vind boerin eigenlijk meer de vrouw van de boer, ik ben zelfstandig veehouder." Boerin is negatief? „Nee, dat niet direct. Boerin dekt de lading niet. Vrouwen - en dat lees je in alle vakbla den - krijgen een steeds grotere stem in het bedrijf. Zeker bij belangrijke beslissingen. Toch zijn er in de agrarische sector nog rela tief weinig zelfstandige vrouwelijke onderne mers. Het aantal vrouwen is in de Zeeuwse veehouderij op één hand te tellen." Ken je Bertie van Boer zoekt Vrouw? „Niet echt. Door onze religieuze overtuiging hebben we geen televisie. Ik ken het program ma wel van horen zeggen. Het is voor de sec tor best een prima programma. Mensen krij gen toch een indruk van het boerenbedrijf." Kom je van een boerderij? „Mijn vader had een melkveebedrijf op Rit- them, tegen de Westerschelde aan. Mijn jong ste broer Henk-Jan heeft het overgenomen. Als gezin - ik was 15 jaar - zijn we daar in 1994 beland vanuit het Utrechtse Kockengen. De grond om het bedrijf was daar slecht verka veld. Mijn vader vond dat bezwaarlijk, steeds met de koeien de drukke weg over. Hij melkte nog op het land. Da's leuk in de zomer, maar ploeteren in het stormseizoen. Toen heeft hij in Zeeland een bedrijf gekocht. Dat was veel goedkoper dan in Utrecht." Was dat een moeilijke overstap voor je? Ritthem is toch een Land's End. „Nee, niet echt. We hadden gelukkig heel goe de buren. Ook vanuit de kerk kregen we veel steun. Mijn vader en moeder waren hervormd (Gereformeerde Bond in de NH-kerk, red). Ze zijn nu 'hersteld hervormd'. Dat waren hele moeilijke keuzes, heb ik destijds begrepen. Ik ging toen al veel met mijn vriend mee naar de kerk van de Gereformeerde Gemeente. Ja, dat was mijn buurjongen. Het klikte al snel. Toe val? Nee, ik geloof dat er een leiding is in je le ven. Daar zie ik de hand van de Schepper in." Dat was wel een efficiënte verhuizing... Grijzend: „Hahaha, ja dat klopt. Leonards ouders hadden een akkerbouwbedrijf. Zij ken nen het ondernemerschap en het vrije leven. Je hoeft veel dingen niet uit te leggen. We wo nen ook allebei graag buiten. We hebben een goed huwelijk en zakelijk gezien vullen we el kaar ook goed aan." Je man werkt elders? „Ja, Leonard heeft een bouwbedrijf. Hij is wel een grote hulp. Elke ochtend voert hij de koeien. Dat doet hij ook om binding met het bedrijf te houden. Dat hij de koeien het juiste rantsoen geeft, is belangrijk. Als dat niet goed is gedoseerd, loopt er niks. Het geeft mij heel veel rust, want ik kan rustig de kinderen op gang helpen. We hebben er vier. Dat lijkt een belasting, maar je bent veel thuis en dat past." Leonard deed destijd een timmeropleiding, jij zat op de mavo. Bevroedde je toen al datje later een flinke veehouderij zou bestieren? „Nee, ik had er geen idee van. Als kind wilde ik wel altijd boer worden, maar mijn vader was vrij stellig: boer worden is iets voor jon gens. Het bedrijf van mijn ouders overnemen, leek er niet in te zitten, temeer omdat mijn jongste broer er ook voor voelde. Ik moet wel zeggen dat mijn vader me altijd wel steunde in mijn ondernemersdriften." Hoe vroeg begon dat al? „Als tiener. In Kockengen had ik al vijftien schaapjes. Helaas mochten die niet allemaal mee naar Zeeland. Eén schaap, drie lamme tjes, mijn twee pony's en mijn paard verhuis den mee. Maar goed, in Ritthem dijde mijn kleine kudde snel uit. Toen ik op de mavo zat, had ik al zo'n 25 schapen. Mijn ouders zagen mijn ambitie. Ze stimuleerden me om een groenopleiding te doen, iets met planten. Dat is toch een wat vrouwelijker beroep, vonden ze. Zo belandde ik op de Groene School." Uiteindelijk werd je toch veehouder. Wanneer kwam de ommekeer? „Ik logeerde bij een oud-tante met een nogal wild koppel pinken (kalveren van een jaar oud, red.). Ik ging de wei in en kon ze gewoon aaien. Mijn oud-tante belde mijn ouders en zei: 'Arda moet echt iets met vee gaan doen hoor'. Mijn ouders zagen dat toen ook in. Ik mocht een veehouderij-opleiding doen." Ze begon in de varkens. „Ik had op school ook wat varkensmodules gedaan, inclusief stages. Ik mestte een paar biggen af en verkocht die aan de slager. Op een dag zag ik een brief op school hangen: 'Medewerker varkenshouderij gezocht!' Drie jaar heb in een varkensbedrijf in Baarland gewerkt. Ik was verantwoordelijk voor de zeugen. Onze baas woonde in Bra bant. Je leert het ondernemerschap zonder dat je er financieel verantwoordelijk voor bent. Su per! Nee, ook al had ik weinig ervaring, ik vond het niet eng, eerder een uitdaging. De varkenshouderij is heel ver in diermanage- ment. Elk detail telt voor optimale prestaties en die zijn nodig, want de marges zijn smal. Ik heb dat diermanagement een beetje gekopi- Het melk quotum gaat er per 1 april af. Daardoor ontstaat er financieel meer lucht in het bedrijf eerd naar mijn bedrijf." „Daarnaast had ik mijn eigen schapen, zo'n 150 ooien. In 20or zijn we getrouwd. Toen moest ik wel keuzes gaan maken. We hadden inmiddels een eigen huis in Ritthem. Ik kon de fulltimejob in de varkenshouderij niet vol houden. Ik besloot me op zzp-basis te verhu ren, zodat ik tijd had voor het huishouden en mijn schapen." In 2005 ben je een eigen bedrijf begonnen aan de Landbouwweg. Waarom? „Mijn kudde werd te groot voor de schuur van mijn ouders. Mijn vader had aan de Land bouwweg nog een stuk land. Daar hebben we een schapenstal op gebouwd. Dat mocht al leen als we een levensvatbaar agrarisch bedrijf zouden opzetten. Dat kon alleen met min stens 600 fokooien. Ik had er op dat moment 200. We wilden echter zo graag een eigen be drijf dat we op stel en sprong honderden Fle volander-schapen hebben aangeschaft, zodat we konden gaan bouwen. Leonard heeft er ei genhandig een bedrijfswoning bij gebouwd. Tijdens dat project hebben we drie jaar zeifin de schapenstal gewoond, want je moet wel dicht bij je dieren zijn." Hoe financier je dat? „Een goed ondernemersplan bij de bank neer leggen! We zijn er wel achter dat er in de scha pen moeilijk een goede boterham is te verdie nen. De pacht en bedrijfskosten zijn te hoog. Wat ook tegenwerkt, is dat Nederlanders wei nig lamsvlees consumeren. Oudere mensen hebben in de oorlog verplicht schapenvlees moeten eten en er nu een afkeer van. Vlees van oude schapen smaakt trouwens heel an ders dan mals lamsvlees. Dat is overigens niet de hoofdreden dat we er koeien bij hebben ge nomen. Ik heb meer een klik met koeien. Zelfs op vakantie wil ik in een gebied met koeien zitten, anders voel ik me niet gelukkig. Van elke koe in mijn stal kan ik een verhaal vertellen. Zij heeft goed afgekalfd, zij geeft zo veel liter... Dat soort dingen." „Momenteel hebben we 55 melkkoeien en 150 stuks jongvee. Ik lijd nu zwaar verlies door de quota die ik moet leasen en de superheffing die ik moet betalen als ik te veel produceer. Dat is echt een molensteen om mijn nek. Fi nancieel komt er meer lucht als het melkquo tum er 1 april afgaat. We hebben de afzet goed geregeld bij Friesland Campina." Je lijkt er niet onder gebukt te gaan, maar zit er wel toekomst in de Nederlandse melkveehouderij? „Ja, de melkveehouderij is een groeiende sec tor. Je ziet dat buitenlandse, en vooral Chine se, bedrijven hier investeren in de bouw van zuivelfabrieken. Onze melkveesector is be trouwbaar, heeft een goed kwaliteitsmanage ment en wordt niet geplaagd door schandalen. Dat zien de Chinezen ook. Nu hoop ik dat de consument ook eens iets meer wil betalen voor eerlijk geproduceerde melk. Consumen- Een goede veehouder herkauwt zij n problemen door Frank Balkenende Arda de Wolf-Cazant (35) is veehou der in Ritthem. Het bedrijf telt 55 melkkoeien, 150 stuks jong vee, 150 fok- ooien met bijbe horende lamme ren. Arda komt uit een boerenfami lie, die in 1994 verhuisde van Kockengen naar Ritthem. Na de mavo volgde ze onder meer de opleiding vee houderij aan het Groen Colle ge (nu Edudel- ta) in Goes. Ze is getrouwd met Leonard de Wolf (38), die als zzp'er in de bouw werkt. Het paar heeft vier kinderen: Laurence (11), Myrthe (8), Rick (5) en Jus tin (1). Lauren ce voert al regelmatig de schapen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 38