4 BUITEN
Op safari in Zeeland? Jawel, het kan echt. En dan
hebben we het nog niet eens over de zeehonden
en bruinvissentochten in de Oosterschelde en de
monding van de Westerschelde, die inmiddels hun
naam hebben gevestigd. Nee, onze tocht voert naar
een uithoek van de provincie; één van die plekken
waar je alleen komt als je er speciaal moet zijn.
den ook allerlei dieren. Vogels als de ransuil
en de grote bonte specht, maar ook allerlei
zoogdieren. De meest bijzondere is de
Noordse woelmuis, die vooral de eilandjes op
de vooroever bevolkt. Maar voor dat soort
klein spul ga je natuurlijk niet op safari. Het
eerste grotere zoogdier dat je te zien krijgt is
meestal een ree. Reeën waren er al binnen
een paar jaar nadat het getij uit het Kram
mer-Volkerak verdween en tegenwoordig zijn
ze talrijk. De oplettende voorbijganger ziet ze
vaak al vanaf de Philipsdam; vooral op de daar
gelegen plaat van de Vliet, in de omgeving
van de uitzichttoren. Vanaf de Philipsdam
loop je ook de kans om een imposante roofvo
gel te zien, die als hij opvliegt enorme paniek
veroorzaakt onder de watervogels. Dat is de
zeearend, die met zijn vleugelspanwijdte van
zo'n slordige twee en een halve meter, zelfs
onder de ganzen en de aalscholvers paniek ver
oorzaakt.
Om andere zoogdieren te zien moet je toch
echt de gebaande wegen verlaten. De wandel
routes op de Slikken van de Heen bieden een
ideale mogelijkheid. Hoe stiller de wandelaar
zich houdt, des te groter is de kans om iets bij
zonders tegen te komen. De vos is hier talrijk,
dus die kom je vroeg of laat wel tegen. Maar
daarmee is het plaatje nog niet compleet. Ook
de das waart waarschijnlijk wel in het gebied
rond. Er zijn sporen gevonden en er is op de
Philipsdam een eerste exemplaar dood gere
den. Dat laatste is heel spijtig, maar het zal de
opmars van deze bijzondere soort niet tegen
houden. Omdat de das er een nachtelijke le
venswijze op na houdt is het moeilijk om
hem in levenden lijve te zien te krijgen. Dat
geldt evenzeer voor de bever. Die is al op een
steenworp afstand van de provinciegrens
waargenomen en het is een kwestie van tijd
eer die zich in het gebied zal laten zien.
Op de wandeling kom je ook de grote grazers
tegen. Schotse Hooglanders, die hier al lang
rondlopen, maar ook koniks, een soort wilde
paardjes die sinds de fdm De nieuwe wildernis
heel bekend zijn in Nederland. Tot slot wor
den er voorbereidingen getroffen voor een
nieuwe grazer met bijzondere allure. Het ligt
in de bedoeling om binnen enkele jaren ook
wisenten in het gebied los te laten. Dat zijn
Europese buffels die vrijwel uitgestorven wa
ren. Dankzij een gericht beschermingspro
gramma kan de soort nu ingezet worden als
grote grazer in natuurgebieden. Die grote gra
zers zijn in het gebied weliswaar niet oor
spronkelijk wild; maar ze dragen niet weinig
bij aan de belevingswaarde van iedereen die
hier op safari gaat.
WATERDUNEN
door Chiel Jacobusse
HET ZEEUWSE LANDSCHAP
et Zeeuwse deel van het Kram
mer-Volkerak vormt zo'n beet
je het drielandenpunt tussen
Zeeland, Zuid-Holland en
Noord-Brabant. En daar, langs
de Philipsdam, liggen de Slik
ken van de Heen. Nog maar
dertig jaar geleden nog een schor, zoals die
ooit in onze provincie wijdverbreid te vinden
waren. Maar nu ontwikkeld tot een heus safa
rilandschap.
Vanaf de Philipsdam zie je aan de oostkant
een wat on-Zeeuws aandoend landschap. Het
vertrouwde open water wordt afgewisseld
met land waarop flink wat bomen en struiken
groeien. Hier en daar met flarden snel ontwik
kelend bos. Eenzelfde situatie die je plaatselijk
ook in het Veerse Meer en de Grevelingen aan
treft, waar het zilte getij eveneens aan banden
gelegd is door de Deltawerken. In het Kram
mer-Volkerak gebeurde dat in 1986 met het ge
reedkomen van de Philipsdam. Al binnen een
paar jaar vestigden zich op de drooggevallen
zandplaten en voormalige schorren enorme
aantallen bomen en struiken. Vlieren en wil
gen eerst, maar al snel ook berken en mei
doorns en inmiddels hebben ook eiken en lijs
terbessen een gevestigde positie.
In het kielzog van die bomen en struiken volg-
Op safari in
Krammer
Volkerak
De koniks worden bewonderd.
Frans en Kirsten de Boevere ho
pen dat het Killetje blijft. Kirsten:
„Het is hier niet alleen mooi, ik
zwem hier ook al sinds ik een kleu
ter was. Als de stroming niet veel
sterker wordt, wil ik dat blijven
doen." foto Peter Nicolai