??9?? ??n?? ??n?? GEZOND 19 Kauwgom verwijdert mondbacteriën Blijf nadenken bij moeilijke keuze Pil of pleister? De sportschool in met een genetisch profiel in je sporttas zodat je optimaal kunt trainen. Onzin of niet? Het lijkt me wijs algeme ne adviezen op te volgen die hun nut hebben aan getoond DNA-testen waren vroeger, als je mazzel had, een ver-van-je-bed-show. Of de politie zocht ernaar na een misdrijf, of je wilde we ten of die baby in de wieg toch echt van jou was. De laatste jaren wordt DNA er steeds vaker met de haren bij gesleept. Zo zou in de toe komst wellicht het DNA van sollicitanten voor bepaalde functies met veel verant woordelijkheid kunnen worden gecontro leerd op erfelijke ziekten. Altijd prettig om te weten dat de piloot van het vliegtuig waarin je naar huis vliegt niet onverwacht omvalt. DNA lijkt ook een nieuw wapen in de fit nessindustrie. Sportscholenketen Health- city introduceerde DNAfit in het najaar van 2014 in Nederland. Door middel van een DNA-test worden in dit concept maxi maal 45 genetische varianten geanalyseerd die worden geassocieerd met training en voeding. Door dit inzicht in het genetisch profiel zou je volgens DNAfit beter in staat zijn bepaalde doelen te bereiken en keuzes te maken wat betreft training en dieet. Voor wie het nodig heeft, een korte biolo gieles. DNA zit in al onze lichaamscellen. Het is het erfelijke materiaal dat afkomstig is van onze ouders. Lichaamscellen produ ceren eiwitten. Deze eiwitten kunnen erfe lijke eigenschappen tot uitdrukking breng en zoals de kleur van ons haar of ons li chaamsgewicht. Ons DNA bestaat gedeelte lijk uit genen: afgebakende stukjes DNA die een 4-cijferige code bevatten voor eiwit ten. De code geeft aan welk eiwit een lichaamscel aanmaakt. Heel veel van het DNA ziet er bij mensen hetzelfde uit. Varia ties in de codes - genvariaties - verklaren de uiteindelijke verschillen tussen mensen. In een Amsterdams filiaal van Health City neem ik de proef op de som. Met een wat tenstaafje schraap ik twee minuten lang uitvoerig langs de binnenkant van m'n wangen. Het slijm dat ik tevoorschijn haal, wordt opgestuurd naar een laboratorium en geanalyseerd. Een paar weken later krijg ik twee zogenoemde genotyperapporten gemaild. Het eerste document vertelt me onder andere wat mijn optimale voeding zou moeten zijn. Welke voedingsstoffen ik zou moeten minderen of juist meer moe ten binnenkrijgen. Het gaat ook in op bij voorbeeld mijn gevoeligheid voor zaken als verzadigd vet, zout en cafeïne of behoefte aan antioxidanten. Het tweede rapport laat onder andere zien welke soort training het beste bij me past: kracht- of duursport. De voedingsadviezen zijn nogal open deuren. Zout, suiker en ver zadigd vet moet ik zo veel mogelijk uit mijn dieet schrappen. De DNAFit-test toont aan dat mijn gene tisch profiel, op basis van de variaties in mijn genen, het beste past bij duursportac- tiviteiten. Maar al is dat zo, moet ik dan niet juist de focus leggen op de aspecten van mijn lijf die minder goed ontwikkeld zouden zijn? En als het mijn doel is om een tweede Arnold Schwarzenegger te wor den, wat voor meerwaarde heeft dit trai ningsadvies dan? Nicholas Jones van DNAfit: „Kennis over het genetisch profiel is bedoeld als een extra parameter waarmee ik als consulent rekening houd om een optimaal trainings programma te creëren. Ik gebruik hiernaast tools zoals de hartslag of het maximale zuurstofopnamevermogen. Het gebruik van DNA-informatie is geen totaaloplos sing en kan niet vooraf bepalen wie goed is in welke sport. De genvariaties die we heb ben gekozen, hebben bewezen iets te ma ken te hebben met voeding en training. Dit geeft iemand een kans om een sport te kie zen met een hogere kans van slagen. Ik zal nooit zeggen dat die kans van slagen 100 procent zeker is. Maar we kunnen de kan sen verhogen op een positieve respons op een bepaald(e) training of dieet." De genvariaties die we hebben gekozen, hebben bewezen iets te maken te hebben met voeding en training Carola Zillikens is medisch specialist aan het Erasmus MC en doet onder andere on derzoek naar genetica. „Van veel voorko mende kenmerken zoals lichaamslengte, spierhoeveelheid of -kracht weten we dat de erfelijke variaties in de genen die hier mee te maken hebben, veel voorkomen in de bevolking. Op zich leveren ze meestal een minuscule bijdrage." Er zijn twee manieren om genvariaties op te sporen die te maken hebben met een be paalde eigenschap of ziekte. Zillikens: „De eerste manier is candidaatgenaanpak. Hier bij onderzoeken we genen waarvan we we ten dat de functie ervan iets te maken heeft met de eigenschap die we onderzoe ken. Het nadeel is dat we veel informatie missen over alle andere genen die we niet hebben onderzocht. Een ander nadeel is dat dit soort onderzoek vaak bij kleine groe pen mensen wordt uitgevoerd. Wanneer het onderzoek wordt herhaald bij een ande re groep mensen, kunnen de bevindingen vaak niet worden bevestigd." De tweede methode is de zogenaamde ge- nome-wide association study. „Hierbij wor den genetische variaties op heel veel plek ken in DNA onderzocht, waarbij soms meer dan 2 miljoen van die variaties wor den gemeten," aldus Zillikens. „Er wordt vervolgens met een statistische test geke ken welk van deze variaties met grote mate van bewijs te maken hebben met bepaalde verschillen tussen mensen. Voordeel van deze methode is dat je onbekende erfelijke factoren kunt vinden die te maken hebben met menselijke eigenschappen. Nadeel hiervan is dat het alleen betrouwbare infor matie oplevert als je het onderzoek met he le grote groepen mensen verricht." Zillikens: „In het geval van de genvariaties voor bijvoorbeeld de eigenschappen kracht en uithoudingsvermogen, is op dit mo ment onvoldoende wetenschappelijk be wijs dat deze variaties een groot gedeelte van deze eigenschappen bepalen. Meestal zijn deze variaties aan het licht gekomen met behulp van candidaatgenaanpak in re latief kleine studies en spreken de onder zoeken elkaar dikwijls tegen." Oftewel: in tegenstelling tot wat de rappor ten doen vermoeden, kun je niet voorspel len of je aanleg hebt voor duur- of krachtsport. Je kunt ook niet voorspellen wat het effect zal zijn van leefstijl-, dieet- of sportadviezen, op een enkele uitzonde ring zoals lactose-intolerantie na. Maar, ver telt Zillikens, zelfs al zouden we alle varia ties in genen kennen die met deze eigen schappen te maken hebben, dan zou vervol gens nog onderzocht moeten worden of de adviezen naar aanleiding van het DNA-pro- fiel daadwerkelijk leiden tot het gewenste effect. DNAfit wekt misschien de indruk dat er een snellere route is naar dat afge trainde, blakende lijf. Ook met extra infor matie over het genetisch profiel blijft het een kwestie van ons gezond verstand ge bruiken. „Het lijkt me wijs algemene advie zen op te volgen die hun nut hebben aange toond. Regelmatig bewegen en gezonde, ge varieerde voeding", aldus Zillikens. We moeten er dus maar gewoon op ver trouwen dat de piloot die ons vliegtuig be stuurt gezond van lijf en leden is. DINSDAG 3 FEBRUARI 2015 Door een minuut of 10 op kauwgom te kauwen, verwijder je ongeveer 100 miljoen bacteriën uitje mondholte. Dat is evenveel als door je tanden te poetsen ofte flossen. Het gaat daarbij om bacteriën die zich in het speeksel bevinden en bacteriën die vastplak ken aan tanden, kiezen en tandvlees. De bacteriën raken door het kauwen gevangen in het stukje kauwgom, mel den Groningse onderzoekers op basis van proeven. Een deel van de gevan gen bacteriën gaat dood, waarschijn lijk onder invloed van hulpstoffen in de kauwgom als xylitol, conserveer middel en pepermunt. Een deel van de bacteriën blijft levensvatbaar. Na ongeveer tien minuten is de kauw gom verzadigd met bacteriën. Nog lan ger kauwen doet het aantal gevangen bacteriën niet meer toenemen. Vol gens de onderzoekers is het interes sant om kauwgomsoorten te ontwik kelen die specifiek bacteriesoorten op nemen die betrokken zijn bij tandbe derf en aantasting van het tandvlees. Bron: PLOS One De afgelopen tien jaar is het 'slimme onderbewuste' door enkele weten schappers naar voren geschoven als goed hulpmiddel bij het maken van moeilijke keuzes. Zij stellen dat je een betere keuze maakt als je niet minu tieus een hele tijd de verschillende vóór- en nadelen van alle keuzemoge lijkheden tegen elkaar blijft afwegen, 9 '99? Blijf nadenken, foto PR maar als je na het doornemen van de mogelijkheden eerst iets anders gaat doen. En dan, zonder veel nadenken, voor één mogelijkheid kiest. Tijdens die andere bezigheid zou je 'slimme onderbewuste' alle voor- en nadelen tegen elkaar hebben afgewogen en tot de beste keuze zijn gekomen. Ne derlandse onderzoekers stellen nu dat de wetenschappelijk studies waaruit de waarde van het 'slimme onderbe wuste' moet blijken, klein en onbe trouwbaar zijn. Bovendien zijn er méér (grote) studies die tegen dit principe pleiten dan ervoor. In een door henzelf uitgevoerde aanvullende studie met 400 personen vinden de Nederlanders ook geen aanwijzing voor het bestaan van het 'slimme on derbewuste'. Bron: Judgment and Decision Making Stoppen met roken kan makkelijker zijn met gebruik van hulpmiddelen zo als nicotinepleisters of een 'pil', bij voorbeeld varenidine. Dat is een mid del dat voorkomt dat nicotine in de hersenen een gevoel van 'plezier' geeft. De keuze hiertussen moet je la ten afhangen van de vraag of jouw lichaam nicotine normaal of langzaam omzet in afbraakproducten. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim 1.200 men sen die wilden stoppen met roken. Bij de 'langzame omzetters' levert het ge bruik van nicotinepleisters na één jaar meer 'stoppers' op dan bij het gebruik van varenidine. Bij 'normale omzet ters' is het echter omgekeerd: vareni dine levert na één jaar meer 'stop pers' op dat nicotinepleisters. Bron: Lancet Respiratory Medicine door Cintha Rood illustratie Mark Reijntjens Carola Zillikens, medisch specialist Nicholas Jones, DNAfit reageren? W gezondheid@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 19