66 Je vel wordt
almaar dikker en
dikker door de
jaren heen. Het
hoort erbij.
SPORT 37
De trainersloopbaan
van Angelo Nijskens
werd eind oktober
gereanimeerd door
SK Berlare, een club
in degradatienood.
„Ik weet als geen
ander dat het snel
voorbij kan zijn."
at ik naast
mijn werk bij
SK Berlare
doe?", her
haalt Angelo
Nijskens (51) de vraag. „Niets. Dit
is mijn beroep", zegt de uit Hulst
afkomstige hoofdcoach van de
voetbalclub uit de vierde klasse
nationaal. Hij is in dit intermezzo
even kort van stof, in een verder
bijzonder amusante monoloog
over het leven van een trainer in
de huidige voetbalwereld.
Hij praat vol vuur over het leven
onder het zwaard van Damocles.
Wie zijn doopceel licht, stapt in
een achtbaan van hoop, vrees en
een hoop teleurstellingen. De ene
anekdote na de ander rolt over ta
fel, af en toe komt er een verhaal
uit zijn tijd als prof bij Lokeren of
in Duitsland voorbij, maar vooral
de verhalen uit zijn tijd als scout
in Afrika doen het goed.
Op het pittoreske sportpark van
SK Berlare, nummer dertien in de
vierde klasse nationaal, maken de
supporters zich op zaterdagavond
klaar voor de wedstrijd tegen St.
Gillis Waas, een degradatieduel.
Midden in een vrij dichtbevolkte
woonwijk torenen er vier licht
masten boven de huizen uit, als
een baken in de vroege avond
voor de met rood-witte sjaals om
gehangen voetballiefhebbers.
De plaatselijke voetbalclub van
Berlare is sinds oktober vorig jaar
tweewekelijks de thuishaven van
Angelo Nijskens. Het was geen
abc'tje dat hij in oktober zijn ren
tree aankondigde in het voetbal
wereldje. Zijn periodes bij achter
eenvolgens Hoek, Kortrijk, Oude-
naerde, Lauwe en Eeklo hadden
zijn sporen en misschien ook wat
kleine krasjes achtergelaten bij
Nijskens.
Alleen bij Lauwe, waar hij slechts
de laatste drie maanden van het
seizoen werkzaam was, was hij
niet vroegtijdig vertrokken. Spijt
van zijn keuze voor het beroep
van de trainer/coach heeft hij
niet. „Op mijn 26e volgde ik al
een trainerscursus in België", ver
telt Nijskens als hij terugblikt op
zijn beginperiode.
„Ik was als speler al een natuur
lijk leider met een lange én korte
ei. Ik zag het vaak anders. Dat
nam ik mee als trainer, toen ik op
38-jarige leeftijd aan de slag ging
als trainer van Hoek. In het begin
was ik zo scherp als maar zijn
kan. Dat is nu wat afgevlakt."
Het is hem tijdens het duel tus
sen zijn Berlare en St. Gillis Waas
(3-3) aan te zien. Nijskens zit er
met de gratie van een koning op
zijn troon en blijft bijzonder rus
tig. Bij de drie doelpunten van
zijn eigen ploeg, maar ook bij de
drie tegentreffers, veert hij amper
op. Hij lijkt zelfs ietwat nors,
maar wie hem spreekt en kent
weet beter. In de rust van het
duel is hij bijvoorbeeld al snel te
rug op het veld en vraagt hij of
het niveau bevalt. „Onze nummer
achttien is een lekker spelertje
hè?", vraagt hij retorisch.
Cürükcü Bayram is inderdaad een
lekker spelertje die het thuispu
bliek meermaals in vervoering
brengt met onbevangen dribbels.
Het doet Nijskens misschien wel
terugdenken aan zijn eigen spe
lerscarrière.
Nijskens werd als spits van
Lokeren omringd door
spelers als Preben Larsen,
René van der Gijp, Wlodzimierz
Lubanski en René Verheyen. Ook
allemaal 'lekkere spelertjes'. „Ge
woon een topelftal was dat", zegt
hij als hij op die tijd terugkijkt.
„Als je daar als jonge snuiter tus
sen mag lopen, daar leer je zo veel
van. Die bagage is onbetaalbaar."
Zijn spelerscarrière voerde hem
nog langs Bayer Uerdingen, Club
Luik, Sporting Charleroi, weder
om Lokeren en later Alemannia
Aachen, waar hij zijn profloop-
baan beëindigde. Hij verruilde
het veld op latere leeftijd voor een
plek langs de lijn bij Hoek, met
een Pro License op zak. „Je kent
het gezegde: 'You're hired to be fi
red'", vat hij zijn loopbaan als trai
ner kort samen.
Er is niet veel fantasie voor nodig
om het zinnetje te bombarderen
tot metafoor voor zijn leven langs
de lijn. De ene keer werd hij de
laan uitgestuurd, terwijl hij bo-
Toen ik die man met het
pistool zag, dacht ik: ik ga
sterven in Afrika.
venaan stond in de competitie,
een andere keer zag een tech
nisch directeur het niet in hem
zitten. „Je vel wordt almaar dik
ker en dikker door de jaren heen.
Zolang het allemaal netjes afge
wikkeld wordt, is het prima. Het
hoort erbij."
Moe van alle perikelen in het trai
nersvak bood Jean-Marc De Gryse
hem een uitweg met een baan als
scout voor Kortrijk. Een week la
ter zat Nijskens al in het vliegtuig
naar Afrika. „Ik ging altijd alleen
op pad en regelde alles zelf. Mijn
verblijf, binnenlandse vluchten,
wedstrijden, vervoer, echt alles. Je
mag er alleen niet bij stilstaan in
welke vliegtuigen je stapt."
„Hewa Bora en African Airlines
stonden bijvoorbeeld op de zwar
te lijst van de vliegtuigmaatschap
pijen, zag ik later op internet.
Daar heb ik in gezeten. Ik heb
soms ook echt gedacht: als ik hier
in stap komt het niet goed. Maar
dan zag ik een prachtige stewar
dess. Dan dacht ik al gauw: nee,
onze lieve Heer zal dit vliegtuig
niet neer laten storten met zo'n
mooie meid aan boord."
In zijn zoektocht naar de pareltjes
van Afrika struinde hij vele jeugd-
toernooien af. Soms samen met
scouts van Juventus, AC Milan en
Barcelona, andere keren was hij
een van de weinige toeschouwers
op de verlaten tribunes.
Nijskens zag een hoop toppers in
de dop aan het werk. De speler
die het dichtst tegen een over
gang naar Kortrijk aan zat, was
een speler uit Kameroen. De
naam is hem ontschoten, zegt hij,
terwijl hij iets intikt op zijn tele
foon. „Ah ja, we zijn bij Vincent
Aboubakar thuis geweest. Zijn
mama wilde twee brommers heb
ben voor twee van Vincent's
broers, want daar konden ze dan
taxi mee gaan spelen. Dus wij
hadden dat beloofd, maar toen
moesten we nog langs de club. En
dat was een ander paar mouwen.
Die moesten geen paar brom
mers, maar héél veel brommers
hebben."
Uiteindelijk ging Valenciennes er
met Aboubakar vandoor. Daar
brak hij door in het Europese voet
bal, om vervolgens transfervrij
naar FC Lorient en weer wat later
voor drie miljoen euro naar FC
Porto te trekken, oftewel: voor
zo'n drieduizend brommers.
Nijskens vond zichzelf meer dan
eens terug in een bijzondere dan
wel bizarre situatie, vaak niet di
rect geliëerd aan voetbal. „In
Rwanda heb ik de gorilla's be
zocht. Waar jij nu zit, op twee me
ter afstand, zat het mannetje.
Nou, toen was ik braaf hoor. In de
zoo zit er nog iets tussen, maar
daar zat je er gewoon tussenin.
Dat is indrukwekkend."
Nog veel indrukwekkender was
een tafereel in Nigeria. „Ik was
eens in een winkeltje", begint hij
aan zijn zoveelste anekdote, met
de dictie alsof hij aan een sprook
je begint. „En ineens, boem, ko
men ze daar binnenvallen. Een
vent met een pistool sloeg een an-
dere jongen met dat wapen kei
hard op zijn hoofd, terwijl hij
riep: 'Police! Police!' Dus ik dacht:
dat zal wel een bandiet zijn hè,
die jongen die geslagen wordt.
Maar bleek dus uiteindelijk dat
die jongen met dat pistool de ban
diet was, want hij wilde de auto
sleutels van die gozer."
„Hij bleef ondertussen maar slaan
en ik zag die loop van dat geweer
continu voorbij mijn hoofd ko
men, terwijl ik me achter een
paal probeerde te verschuilen.
Toen ook die echte bandiet op de
grond lag, wilde ik vluchten. Dat
lukte aardig, totdat ik bij het deur
gat kwam, waar ook een gast met
een pistool in zijn handen stond.
Toen dacht ik: nu is het voorbij, ik
ga sterven in Afrika. Maar hij liet
me terug gaan. Het was echt on
werkelijk. Die avond ben ik in ie
der geval goed zat geweest."
Nadat De Gryse twee jaar geleden
op nieuwjaarsdag ter aarde werd
besteld, hielden ook de scoutings-
werkzaamheden van Nijskens op.
Begrijpelijk, meent Nijskens. „Al
met al kostte ik Kortrijk, met al
dat reizen, zo'n 225 duizend dollar
per jaar. Daar kunnen ze toch een
deftige speler van kopen. Maar die
vijf jaar die ik daar in Afrika heb
gehad, pakken ze me mooi niet
meer af."
Via een tussenpersoon werd de
naam 'Angelo Nijskens' na zijn
ontslag bij Kortrijk gedropt bij SK
Berlare, als opvolger van de ver
trokken Yves Van Der Straeten.
Beide partijen kwamen al gauw
tot een akkoord. „Ze hadden maar
vijf puntjes", zag hij toen hij keek
naar de ranglijst na tien wedstrij
den. „We hebben er sinds mijn
komst zestien punten bij gehaald.
Nu is er weer hoop op redding,
maar ik weet als geen ander dat
het volgend seizoen ook zomaar
voorbij kan zijn als we een paar
wedstrijdjes verliezen..."
Mitchell Minnaard
DONDERDAG 29 JANUARI 2015
Ontslag ligt altijd op de loer
W
Angelo Nijskens (in beige jas) ondergaat het degradatieduel tussen SK Berlare en St. Gillis Waas (3-3) vrij ontspannen, foto's Orange Pictures
Angelo Nijskens
Angelo Nijskens