Tips voor ondernemers
Ziektekostenpremie
Bonussen
Pensioenen
AOW-leeftijd
Hinimumloon
ZZPers
O De Ondernemer Zeeland
8 9
S Houd uren bij
S Van VAR naar BGL
S Sparen voor de oude dag
S BV of niet
Q
i O
Als een ondernemer wil profiteren van een aantal
aantrekkelijke ondernemersfaciliteiten, dan moet hij
voldoen aan het urencriterium. Voorbeelden hiervan
zijn de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek voor
beginnende ondernemers en de meewerkaftrek. Dit
betekent dat hij elk jaar minimaal 1.225 uren moet
werken aan, in en voor zijn bedrijf. Is hij niet alleen
ondernemer maar ook werknemer, dan is er een aan
dachtspunt. Hij moet dan meer dan de helft van de
tijd aan zijn bedrijf besteden. Hij moet dus zijn admi
nistreren. Zo kan hij bij vragen van de Belastingdienst
onderbouwen dat hij aan het urencriterium voldoet.
De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) wordt naar alle
waarschijnlijkheid in de loop van 2015 vervangen
door de Beschikking geen loonheffingen (BGL). De
Tweede en Eerste Kamer moeten hier eerst nog wel
mee instemmen. Het aanvragen van de BGL gaat
straks via een webmodule. Na het invullen van een
vragenlijst ziet de ondernemer direct hoe de Belas
tingdienst zijn arbeidsrelatie met een (potentiële)
opdrachtgever beoordeelt. Het invullen van de vragen
kost ongeveer twintig minuten, mits hij de benodigde
informatie bij de hand heeft. De gegevens blijven
bewaard, zodat hij voor een volgende BGL alleen de
wijzigingen hoeft in te vullen. Het is vervolgens aan de
ondernemer of hij de BGL daadwerkelijk aanvraagt.
De webmodule is nog in ontwikkeling en totdat deze
ook daadwerkelijk operationeel is en de BGL ook in
werking treedt, blijft de VAR voor 2014 voorlopig ook
in 2015 nog geldig. De zelfstandige ondernemer hoeft
voor het kalenderjaar 2015 dus geen nieuwe VAR-
aanvraag in te dienen, mits hij hetzelfde werk onder
dezelfde omstandigheden en voorwaarden blijft doen.
Een belangrijk onderscheid tussen ondernemer en
een gewone werknemer is dat de ondernemer de
mogelijkheid heeft om geld in zijn onderneming te
reserveren voor zijn oude dag: de oudedagsreserve.
Voldoet hij aan het urencriterium en had hij aan het
begin van dit jaar de AOW-leeftijd nog niet bereikt,
dan mag hij bij voldoende eigen vermogen een deel
van de winst toevoegen aan de oudedagsreserve.
Over dit deel betaalt hij dan nog geen inkomstenbe
lasting. Dit jaar bedraagt de toevoeging 10,9 procent
van de winst met een maximum van 9.542 euro.
Vanaf 2015 gaat dit percentage omlaag naar 9,8
procent. Het maximumbedrag wordt dan 8.640 euro.
Eventuele pensioenpremies die al van de winst zijn
afgetrokken, verminderen de toevoeging aan de oude
dagsreserve. De oudedagsreserve zorgt voor uitstel
van belastingheffing, maar niet voor afstel.
Op de opgebouwde reserve rust nog een belasting
claim. Op enig moment, vaak als de ondernemer
stopt, zal hij moeten afrekenen. Toevoegen aan de
oudedagsreserve is vaak alleen aantrekkelijk als hij
nu in de hoogste belastingschijf zit.
Voor veel ondernemers is de BV aantrekkelijk. Toch is
het antwoord of hij wel of niet moet overstappen op
de BV niet eenvoudig te geven. Bedrijfsgroei kan een
reden voor overstap zijn, maar er spelen meer facto
ren, waaronder de persoonlijke situatie. Bij zeer hoge
winsten kan het om fiscale redenen voordeliger zijn
om voor de BV te kiezen, maar ook dat is lang niet
altijd het geval. Sinds 1 oktober 2012 is oprichting
en overstap naar de BV wel eenvoudiger geworden.
Ook is meer maatwerk mogelijk. Bij oprichting van
de BV hoeft men niet langer een minimumkapitaal te
storten van 18.000 euro. Wel kan de bestuurder en
aandeelhouder eerder aansprakelijk gesteld worden
voor schulden van de BV.