Gebakken rups als
Lepradorp
44 Met hun scherpe
machetes hakken
Son en Keo lianen
door en slaan ze
struiken weg
18 REIZEN
ALTIJD ONDERWEG
Derk Bolt
Elke ochtend zit ze er en steeds als
ik haar zie, kan ik mijn ogen nauwe
lijks van haar afhouden. In het cen
trum van de Noord-Braziliaanse
havenstad Belém begint de dag vroeg. De
zon is om half zeven al behoorlijk warm
en een paar uur later zal de hitte verzen
gend zijn.
Het eerste wat ik doe op zo'n nieuwe dag
is het hotel uitlopen naar het stalletje op
het plein. De uitbaatster staat al klaar met
een enorm kapmes en koelboxen vol jon
ge, groene kokosnoten. Het koude sap is
heerlijk en ik moet me beheersen me er
geen ongeluk aan te drinken. Maar meteen
de eerste dag al valt mijn oog op de bijzon
dere vriendin van de uitbaatster. Eerlijk ge
zegd: ze is afschrikwekkend, ik kan het
moeilijk anders zeggen. De vrouw heeft
een licht misvormd hoofd dat bedekt is
met enorme wratten. Passanten lijken
geen notie van haar te nemen. Maar ik doe
dat wel. Wat zou deze vrouw mankeren?
Waar komen die verminkingen vandaan?
Uiteraard dwing ik mezelf niet te staren
en groet ik haar elke ochtend nonchalant
vriendelijk. Vragen wat er loos is, durf ik
niet. Dat vind ik gênant.
Een paar dagen later komen we terecht in
een bijzondere plaats ten noorden van
Belém. Ik had nooit gedacht nog eens in
iets dergelijks te belanden, maar de voor
zienigheid heeft altijd verrassingen in pet
to. Het dorpje waar we uit de auto stap
pen, blijkt een oude leprakolonie. Er staan
keurige huisjes. Ik zie een kerk, een voet
balveld en een cafeetje waaruit oorverdo
vend harde muziek klinkt. Geen spoor van
lepra, hoewel? Een man wijst de weg naar
de oudste inwoner van het dorp. Aan zijn
hand ontbreken overduidelijk een paar vin
gers. Dus toch.
Eerlijk gezegd dacht ik dat deze bijbelse
aandoening nauwelijks meer bestond.
Misschien nog diep in een onherbergzame
jungle, het donkere hart van Afrika, de on
bereikbare stukjes Borneo. Maar niet langs
de openbare weg in toeristenland Brazilië.
We komen in contact met een man die al-
Eeuwenoude bomen,
enorme insecten en
volgens de dorpelingen
zelfs tijgers. De jungle in
Noord-Laos herbergt
volop geheimen voor
avontuurlijke reizigers.
Ik ga mee op jungle
expeditie in Nam Ha
National Protected Area.
Thirty minutes!" Keo lacht.
Dertig minuten nog door
dit dichtbegroeide oer
woud, dan bereiken we de
plek om te kamperen.
Maar zei Tanoi daarstraks
niet dat het nog maar
twintig minuten was?
Ik besluit niet meer op mijn horloge te kij
ken en gewoon door te lopen - voor zover
dat nog gaat tenminste. Mijn benen, zwaar
van vermoeidheid, krijg ik nauwelijks
meer opgetild. Om de haverklap struikel ik
over een jonge boomstam of schaaf ik mijn
arm aan een doornige tak. En de gidsen?
Die lopen vrolijk verder op hun teenslip
pers en verzamelen vast bamboe om straks
bedden van te maken.
Het Nam Ha National Protected Area
(NPA) is een beschermd natuurgebied van
ruim 2.200 vierkante kilometer groot in
het noorden van Laos. Het stadje Luang
Namtha, wat niet veel meer behelst dan
één straat met hotels, restaurantjes en tour
bureautjes, is de uitvalsbasis om dit natuur
gebied te ontdekken. Dankzij het Nam Ha-
ecotoerismeproject van Unesco en de Lao
National Tourism Administration, steun je
met een tocht door het park ook de nabijge
legen etnische minderheidsdorpen.
Eerder die ochtend. Bepakt met een back
pack vol drinkwater vertrekken we naar de
rand van het park. Samen met Tanoi, de En
gelssprekende gids, en lokale gidsen Son
en Keo gaan we een fractie van deze wilder
nis ontdekken. En wel 'survival style': hak
je eigen pad, verzamel eten onderweg, kam
peer in een ter plekke gebouwd kamp en
ontsnap uit het oerwoud op een zelfge
bouwd vlot.
De tuktuk stopt in een klein dorpje aan de
oever van de rivier Nam Tha. Kinderen ko
men verbaasd hun houten huisjes uit om
ons te begroeten. Vrolijk zwaaien we terug,
nog onbezorgd om de zware fysieke uitda
ging die ons te wachten staat. Per kajak ste
ken we de rivier over en dan zitten we in
de jungle. We beginnen op een bestaand
paadje. Maar al snel verlaten we dat en
gaan Son en Keo voorop om de weg te ba
nen. Met hun vlijmscherpe machetes hak
ken ze lianen door en slaan ze struiken
weg. Ik bedenk me dat nog geen twee da
gen later er geen spoor meer van onze weg
te vinden zal zijn: de jungle neemt het ra
zendsnel weer over.
Het valt me op dat er soms omgehakte
bamboestengels liggen met vierkante ga
ten erin. „Mensen uit de dorpen hebben
hier pas gelopen, legt Tanoi uit. „Op zoek
naar non mai pai, rupsen die binnenin
bamboe leven. Het is een lekkernij hier."
Niet veel later zie ik Keo de struiken indui
ken. Al snel komt hij terug met een stuk
bamboe, vol met de rupsen. „Very tasty!",
grijnst hij.
Aan het eind van de middag bereiken we
eindelijk de Nam Ha-rivier, waar we aan
de oever ons kamp opzetten. Meteen
spring ik het water in, heerlijk koel. Ieder
een is opgelucht dat de zware tocht voorbij
is. Na de verfrissende duik is het tijd weer
aan het werk te gaan. Son maakt van bam
boestengels en stevige zakken de bedden,
COLOFON
eindredactie
Jan van Mullem
vormgeving
Birgitta Hermans en Anke Arts
advertentieverkoop
Wegener Media
Nationale Verkoop
verkoop.dagbladen@wegener.nl
reageren?
reizen@depersdienst.nl
amuse
Luang Namtha
NAM HA NATIONAL
PROTECTED AREA
LAOS
Vientiane
door Wilke Martens