mm 4 BUITEN GEBIOLOGEERD DOOR... Gebiologeerd door.is een rubriek over mensen met een passie. Passie voor een diersoort, een diergroep, planten, paddenstoelen of voor een bepaald gebied. In een persoonlijk interview geven ze iets van hun beweegredenen en achtergronden bloot. Deze week is de beurt aan Peter Boelee uit Kwadendamme; steenuilenspecialist die zich intensief bezig houdt met nestkastenonderzoek op Zuid-Beveland. doorChiel Jacobusse HET ZEEUWSE LANDSCHAP Volgens Peter had het in principe net zo goed een andere soort kunnen zijn waaraan hij een flink deel van zijn tijd in de afgelopen jaren heeft gewijd. Dat het de steen uil werd, was min of meer toeval. In 2006 zat Peter, na een burn-out, zon der werk en dat bracht hem ertoe om de her en der opgehangen steenuilen- kasten aan een nader onderzoek te on derwerpen. Al snel bleek dat er welis waar veel nestkasten waren opgehan gen, maar dat er te weinig mankracht was om te controleren of de kasten ook gebruikt werden. Peter begon als vrijwilliger om de kasten te inspecte ren en al snel leidde dat tot het plaat sen van een heleboel nieuwe kasten. Dat gebeurde via stichting Land schapsbeheer Zeeland, waar Peter na verloop van tijd betaald werd voor zijn steeds verder uitdijende steenui- lenwerk. Het bleef trouwens niet bij steenuilen alleen; ook kerkuilen kre gen de nodige aandacht en vooral de laatste jaren valt de focus ook op rans uilen. In de loop van een aantal jaren zijn bijna alle steenuilen die nog op Zuid-Beveland broeden, verkast van een natuurlijke holte naar een nest kast. Is het wel nodig om steenuilen te verleiden om in een nestkast te broeden? Natuurlijk is het makkelijk als je de jongen wilt ringen en op die manier wilt bijhouden hoe de stand zich ontwikkelt. Ook zijn er aanwij zingen dat de overleving in een nest kast iets beter uitpakt. Maar de belang rijkste reden is eigenlijk het feit dat er tussen holenbroeders een voortduren de strijd om woonruimte woedt. Grote holten zijn een beetje zeldzaam in de vrije natuur en in natuurlijke holten krijgt de steenuil nogal wat concurrentie te verduren. Van de ho- lenduif en de kauw bijvoorbeeld en in sommige streken van de bosuil. Waar die laatste eenmaal vaste voet aan de grond heeft, is het met de steenuilen vrijwel gedaan. Speciale nestkasten kunnen zo geconstrueerd worden dat concurrenten grotendeels buitengeslo ten worden. Concurrerende vogels zijn trouwens niet de enigen die het op de nestkasten voorzien hebben. In onze contreien wordt nog wel eens een bunzing in de kasten aangetrof fen, maar de steenmarter is een nog veel geduchter concurrent. Steenmar ters komen in Zeeland nu nog niet of nauwelijks voor, maar ze rukken wel steeds verder op naar het westen en op enig moment zullen ze via West-Brabant ook Zeeland binnen trekken. Zover is het nog niet. De Zuid-Beve landse steenuilen hebben duidelijk ge profiteerd van het intensieve nestkas- tenwerk. In 2014 waren er 46 nestkas ten bezet door steenuilen, tegen 10 in 2007. In de loop der jaren is het aantal steenuilen dat in een kast broedt steeds verder gegroeid en ook het tota le aantal geregistreerde broedparen heeft een geleidelijke toename onder gaan. Peter concludeert niettemin: „Het is bepaald geen tijd om op onze lauweren te rusten." Bedreigingen als de concurrentie van andere vogels als kauwen en holenduiven en de veran deringen in het landschap gaan door. „De noodzaak voor intensieve bescher ming is eigenlijk alleen maar groter ge worden." Vrijwel alle Zuid-Bevelandse Steenuilenspecialist Peter Boelee uit Kwadendamme. foto's Chiel Jacobusse Rinco de Koeijer bij een ander voorbeeld van 'nieuwe natuur': die in de Sophiapolder tussen Oost burg en Aardenburg, tegenover zijn eigen erf. „Ik vind dit niet di rect lelijk. Maar ook niet mooier dan het eerst was." foto Peter Nicolai

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 44