AANSLAGEN PARIJS
4 SPECTRUM
7 januari 2015. Het regent.
Het nieuwe jaar is nog
niet helemaal op gang ge
komen. Rond het middag
uur zie ik een tweet over
een aanslag in Parijs op
het blad Charlie Hebdo.
Er zijn doden gevallen. Ik ken het
Twitter-account niet. Daarna stromen
de meldingen van betrouwbare bron
nen binnen. Aanvankelijk tien doden.
Dat worden er al snel twaalf.
Net als iedereen raakt het me. Maar
het komt dubbel aan. De daders zijn
moslims, net als ik. Maar hun geloof
is niet het mijne. En toch weer wel.
Moet ik afstand nemen van zo'n gru
welijke daad, waar ik helemaal niets
mee te maken heb?
Ik spreek erover met vrienden en fa
milie. Krijg vragen van mensen waar
ik geen antwoord op heb. Hoe ga je
om met zo'n aanslag, uit naam van je
geloof?
Ik praat erover met journalist en
schrijver Hassnae Bouazza en histori
ca Nadia Bouras. Zij hebben op Twit
ter en in artikelen herhaaldelijk opge
schreven wat ze van de aanslag vin
den. Ik stel hen de vragen die ik zelf
ook vaak gesteld krijg. Ik wil weten
hoe zij erin staan.
Bouazza: „Ik was bezig met een verta
ling. Aanvankelijk las ik dat er bij een
aanval op Charlie Hebdo één dode
was gevallen. Daar werd ik al misse
lijk van. Maar daarna zag ik een tweet
van jou, Majda. Tien doden bij een
schietpartij op de redactie in Parijs. Ik
was er helemaal door van slag."
Bouras: „Ik vond het shockerend.
Voor de mensen vind ik het zo tra
gisch. Je zegt je geliefde of kinderen 's
ochtends gedag en gaat naar het werk
met het idee dat je 's avonds weer
thuis bent. Maar dat was dus niet zo.
Dat heeft me heel erg gegrepen."
Hassnae Bouazza schreef een stuk op
haar blog AichaQandisha, dat heel
vaak is gelezen en gedeeld. 'Wie zijn
die mensen die in hun grootheids
waanzin voor hun schepper denken
op te komen alsof hij een klein gepest
kind is? En wat doet iemand na zo'n
barbaarse slachting? Gaat hij bidden?
Triomfantelijk eten met zijn dierba
ren? En is hij dan tevreden? Nog meer
haat, nog meer angst, nog minder ra
tio?'
Ik zou geen idee hebben wat ik toen had
moeten schrijvenbehalve dat ik het vre
selijk vind. Maar jij verwoordde het voor
ons.
Bouras: „Voor veel mensen was het zo
moeilijk. Wat valt er nog te zeggen na
zo'n afschuwelijke gebeurtenis?"
Bouazza: „Ik twijfelde ook sterk. Ik
was heel erg gevlucht in mijn werk.
Het boek dat ik nu vertaal, is heel
zacht. Dat was echt een soort contrast
met de werkelijkheid. Maar ik was zo
aangegrepen door alles. Toen ik begon
met tikken, was ik één keer klaar. Dat
Ik wilde in
een intieme
omgeving
zijn met
mijn
afschuw. Ik
had geen
behoefte
om op de
Dam te
staan.
was wat ik voelde. De weerzin, de af
schuw."
Tegelijkertijd weet je: ik ga erop aange
keken worden als moslim. Er zal weer
geroepen worden dat we ons moeten
verantwoorden. Hoeveel moslims zijn
er nou? Waarvan het grootste deel vre
delievende mensen zijn. En dan heb
je die paar terroristen, waar wij ons
voor moeten verantwoorden.
Bouazza: „Ik reageer fel als ze mij er
op aanspreken als moslim. Dat is om
dat je de verwantschap hoe dan ook
voelt. En dat wil je niet voelen. Het is
een soort worsteling met jezelf. Wat
heb ik eigenlijk met die mensen, die
terroristen?"
Bouras: „Ik voelde me niet direct aan
gesproken. Mensen zeggen vaak: dit is
geen islam. Dat vind ik problema
tisch. Als je de koran gebruikt als een
supermarkt, dan zul je vinden wat je
zoekt. Je kunt negatief geïnspireerd ra
ken, maar ook positief. Het is wél de
islam. Zeggen: 'Het is niet mijn islam'
begrijp ik meer.
Bouazza: „Als moslims stellen: dit is
niet de islam, dan eigenen ze zich het
geloof wel toe. Dan zeg je: de daden
die ze plegen uit naam van de islam,
die zijn onislamitisch. Op die manier
excommuniceer je hen als het ware."
De Facebookpagina 'Niet mijn islam'
kreeg binnen no-time veel likes. Overal
namen moslims afstand.
Bouras: „Maar wanneer is het genoeg?
We hebben net de golf van IS gehad.
Toen gingen mensen massaal de
straat op om afstand te nemen. Dat er
dan mensen zijn die 's avonds op de
Dam of bij een van de andere demon
straties moslims gaan spotten. Dat
vond ik heel erg."
Bouazza: „Het was obsceen. Ben je
daar om uiting te geven aan je gevoel
van onmacht en weerzin of ben je
daar om te kijken of moslims wel net
zo deugen als jij? Kom op zeg. Dan
ben je daar niet uit betrokkenheid.
Die tegenstrijdige berichten ook. De
één beweerde geen moslims te zien,
terwijl op Facebook allemaal moslims
selfies plaatsten."
Bouras: „Alsof moslims duidelijke ken
merken hebben!"
Bouazza: „Een halve maan hier op het
voorhoofd."
Zijn jullie naar een demonstratie
geweest?
Bouras: „Het is niet bij me opgeko
men om te gaan. Ik ben na de moord
op Theo van Gogh wel naar een de
monstratie op de Dam geweest. Dat
was zo dichtbij, dat gebeurde in mijn
stad.
„Maar nu niet. Ik was thuis en ik wil
de in een intieme omgeving zijn met
mijn verdriet, mijn afschuw. Ik had
geen behoefte om op de Dam te staan.
Ik vind het een heel persoonlijke afwe-
door Majda Ouhajji