moedde hij nog dat er na de blessure geen na vrant verschil zou bestaan tussen de werk zaamheid van een brace of het verrichten van balansoefeningen. Inmiddels weet hij be ter. Bracedragers lopen binnen een jaar slechts 15 procent kans om zich opnieuw te blesseren. Bij sporters in de trainingsgroep is dit 27 procent. „Ongeveer het dubbele dus. Hieruit kun je concluderen: trainen is goed, maar het dragen van een brace nog beter." Van de combinatiegroep (19 procent herhaal de verstuiking) leerde Janssen dat het vragen om méér (zowel een brace dragen als trai nen) leidt tot afnemende therapietrouw: sporters gaan juist minder doen wat je vraagt. Er is volgens de sportarts nog genoeg terrein te winnen om het aantal verzwikkingen te la ten dalen. Zo denken veel mensen dat het dragen van een brace de enkelbanden ver zwakt bij langdurig gebruik. „Ten onrechte. De brace beschermt de enkelbanden juist tij dens het sporten. Bovendien belast je die spieren en banden ook zonder brace buiten het sporten." Hij constateert verder dat het kan uitmaken of een geblesseerde, zoals zijn zus, terecht komt op een afdeling Eerste Hulp in een zie kenhuis, bij een huisarts of bij een fysiothera peut. „De behandeling van de verstuiking is meestal goed. Maar het advies om een volgen de te voorkomen, schiet vaak tekort. Ook zien we dat niet iedereen hetzelfde adviseert wanneer je weer actief kunt gaan sporten." Dit vertaalt zich door naar de sporters zelf. „Die weten niet dat het risico op een volgen de verstuiking twee keer zo hoog is. En waar ga je dan naartoe voor advies? Een fysiothera peut? Een masseur? Of vraag je in een wille keurige sportzaak om advies? Het is belang rijk om naar het individu te kijken: welke sport doet hij? Is hij heel fanatiek of best wel lui. Die kennis kan al richting geven aan het advies: oefenen, bracen of toch ouderwets tapen." Daar komt bij dat veel mensen na een min der zware verstuiking hun blauwe plek of an dere pijnklachten wegwimpelen en dus niet of te laat hulp inschakelen. „Om die groep be ter te bereiken, is onlangs de app 'versterk je enkel' vernieuwd. Die biedt interactief oefen vormen aan en geeft informatie over braces. Treed er geen verbetering op en blijven de klachten aanhouden? Schakel dan alsnog des kundige hulp in, bijvoorbeeld een sportarts." Kort geleden verzwikte nota be ne zijn eigen zus Elles haar en kel. Op een onoplettend mo ment stapte ze tijdens het ren nen ongelukkig op een stoep rand. Het gewricht klapte dub bel en de binnen- en buiten banden van haar enkel rekten flink uit. „Mijn fysiotherapeut tapete me en ik liep een week op krukken. Tot mijn verbazing mocht ik na die week alweer tapevrij rondlo pen, toen ik zei dat de enkel zich goed herstel de" vertelt Elles Janssen. „Ook mocht ik weer voorzichtig gaan sporten. Heel vreemd, want ik hoor soms verhalen van mensen die eerst twee maanden behandeld worden. Om die re den legde ik mijn situatie voor aan mijn broer." Die broer is Kasper Janssen. Als sportarts pro moveert hij dit jaar bij het EMGO+ Instituut van het VU medisch centrum in Amsterdam. Daar verrichtte hij onderzoek naar het voor komen van (herhaald) enkelletsel. Hij wilde achterhalen of sporters ter bescherming be ter een brace kunnen dragen of meer baat hebben bij het versterken van de enkel op een balans-tol. Dat is een instabiel plateau op een halve bal, waarop mensen hun even wicht en stabiliteit kunnen oefenen en spie ren en banden verstevigen. Uit gegevens van VeiligheidNL blijkt dat in 2013 zo'n 680.000 sporters een enkelblessure opliepen. Dat was 15 procent van het aantal sportblessures in dat jaar. Alleen de kniebles sure (970.000 gevallen; 21 procent) scoorde hoger. Bij één op de drie enkelblessures blijkt het bovendien te gaan om terugkerend letsel. Janssen verdeelde 340 deelnemers, die in de voorgaande twee maanden geblesseerd wa ren geraakt, over drie behandelgroepen. Groep één volgde gedurende twee maanden drie keer per week een oefenprogramma op de balans-tol. Groep twee moest een jaar lang een ondersteunende enkelbrace dragen tijdens het sporten. En deelnemers in de laat ste groep droegen twee maanden lang een brace tijdens het sporten én voerden het oefenprogramma op de tol uit. De sportarts: „Voor die twee maanden is geko zen omdat we weten dat na acht weken oefenen het risico op een volgende verstuiking met 35 procent daalt." Bij aanvang van zijn onderzoek ver- VOOROORDELEN De enkelverstuiking be hoort tot de meest voor komende sportblessures. Balansoefeningen zijn een goed preventiemid del. Maar het dragen van een enkelbrace blijkt nog beter te werken. Dinsdag 13 januari 2015 Verloskundige sleept je door de zwangerschap heen PAGINA 2 EN 3 Oefenen is goed, een brace nog beter reageren? gezondheid@depersdienst.nl door Arnoud Kluiters Een verstuikte enkel komt vaak voor bij spring- en contactspor ten als volleybal, basket bal en voetbal. Enkelbra- ces helpen een verstui king te voorkomen. Maar er bestaan volgens Kasper Janssen voor oordelen: ze verzwak ken je enkelbanden ('klopt niet'), beperken je bewegingsvrijheid ('klopt een beetje') ver minderen je prestaties ('klopt niet').

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 37