Birmese vluchtelingen van
de Karen-minderheid
kunnen al tientallen jaren
geen kant op. De Thaise
regering maakt hen het
leven zuur. Maar ze durven
ook niet terug.
14 SPECTRUM
buitenland
3uy Laro
Pupa Tal zal het nooit
vergeten. Jaren geleden
was hij op een namid
dag in Birma's Karen
Staat op patrouille met
een bevriende soldaat.
In het bergachtige ge
bied passeerden ze de begraafplaats
van Manerplaw, destijds een belangrij
ke haard van verzet tegen het Birmese
leger. „Mijn vriend bleef staan en
keek naar de grafstenen", vertelt Pupa
Tal. „Het waren er zoveel en er kwa
men telkens nieuwe bij. 'Wanneer is
het onze beurt?' vroeg hij. Ik werd
daar zo bang van dat ik hem bevel gaf
stil te zijn en snel door te lopen."
De fel brandende zon staat al hoog
aan de hemel als Pupa Tal (72) in zijn
eenvoudige huis herinneringen op
haalt aan zijn geliefde Karen Staat.
Veertig jaar lang vocht hij als comman
dant van het Karen Bevrijdingsleger
(KLNA) voor de vrijheid van de Ka
ren, een van Birma's grootste etnische
groepen. Hij raakte verstrikt in hinder
lagen, werd in zijn bovenbeen door
een kogel geraakt en zag op een dag
twee derde van zijn compagnie sneu
velen. „Maar wie eens een soldaat is,
blijft altijd een soldaat", zegt de ex-le-
gerleider. Dus bleef Pupa Tal strijden,
tot zijn gezondheid het vechten tien
jaar geleden onmogelijk maakte. Toen
resteerde nog maar één mogelijkheid.
Met een vlot de Moei Rivier over, in
Thailand schuilen en hopen dat de
strijd eens voorbij zal zijn.
Al meer dan zestig jaar duurt het con
flict tussen het Birmese leger en de
vrijheidsstrijders van Karen Staat, een
grensgebied in het oosten van Birma.
Na de val van het Britse Rijk en de op
komst van Aung San, de vader van op
positieleidster Aung San Suu Kyi, had
den de Karen en andere etnische groe
pen grote hoop op een onafhankelijke
staat. Maar Birma werd omgevormd
tot een militaire dictatuur en de Ka
ren raakten verstrikt in een van 's we
relds langstdurende burgeroorlogen.
Vanuit Karen Staat ontstond een enor
me stroom vluchtelingen van wie er
naar schatting nog 130.000 in Thai
land leven. Echt welkom zijn de Ka
ren nooit geweest en onder Thailands
militaire junta, die afgelopen mei met
een staatsgreep de macht nam, neemt
de angst voor een gedwongen terug
keer toe.
Aung Tha (56) ontvluchtte Karen
Staat twintig jaar geleden. Tijdens Bir
ma's steeds hoger oplopende machts
strijd voelde hij zich niet langer veilig
als belastingambtenaar. „Hoe meer
mensen zich met het conflict bemoei
den, hoe meer misverstanden er ont
stonden", herinnert hij zich. „Op een
bepaald moment dachten ze bij de
KNLA dat ik voor het Birmese leger
werkte en bij het Birmese leger dat ik
voor de KNLA werkte. Was ik langer
gebleven, dan was ik zeker doodge
schoten."
Net als de verderop wonende Pupa
Tal voelde Aung Tha er niets voor zich
te melden bij een vluchtelingenkamp.
Hij besloot na aankomst in Thailand
een eigen huis te bouwen. De van
bamboe gemaakte woning wordt vol
gens de voormalige belastingambte
naar getolereerd door de Thaise poli-
Klem in
de Thaise
jungle
Voormalig belastingambtenaar Aung Tha (56) (links) en ex-vrijheidsstrijder Pupa Tal (72) (midden). Illegale rijstwijnstoker in kamp Mae La (rechts), foto's Ate Hoekstra
door Ate Hoekstra