Even de bekendste mens van Nederland Zeeland mag dit jaar de dichter leveren voor de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam. Op deze pagina: Anne Vegter, Dichter des Vaderlands en voorzitter van de jury van de poëzie wedstrijd in Zeeland. Esmée Hendriks: zij won Dichter bij 4 mei in 2011 en las toen haar gedicht voor op de Dam. 4 SPECTRUM interview Esmée Hendriks uit Arn hem herinnert zich de vierde mei van 2orr als de dag van vandaag. Daar stond ze tijdens de Natio nale Herdenking op de Dam in Am sterdam. Ze voelde zich rustig, hoe wel er om haar heen veel stress was. Alles was tot op de seconde gepland. Ze wist dat ze meteen na de twee mi nuten stilte haar gedicht moest voorle zen. Voor de koningin, voor de minis ter-president, voor de duizenden be zoekers op de Dam, voor de miljoe nen kijkers thuis. Tijdens het Wilhel mus schoot ze vol. Zomaar. Daarna volgden de officiële twee minuten stil te. Esmée vertelt: „Toen was het mijn beurt. Na die twee minuten stilte is er volop geroezemoes, iedereen wil even iets zeggen. Ik stond daar voor de mi crofoon. Op school had ik bij spreek beurten geleerd: ga staan en wacht tot alle aandacht op jou gericht is. Dat deed ik daar ook. Ik stond en wachtte, tot het stil zou worden. Achter de schermen schoten de mensen van de organisatie in paniek. Ze dachten dat ik dichtgeslagen was, geen woord meer kon uitbrengen." De aandacht kwam, Esmée las haar ge dicht. Zelf had ze nooit verwacht dat ze daar zou staan. Ze zat in 2011 in vier havo van het Arentheem College in Arnhem. „Ik was nogal aan het dag dromen toen mijn leraar Nederlands iets vertelde over een gedicht over de Tweede Wereldoorlog. In vlagen ving ik iets op over een wedstrijd. Ik schreef mijn gedicht vlot weg op een nogal voddig papiertje. Pas later hoor de ik dat mijn leraar het had inge stuurd en dat ik één van de vijftien fi nalisten was. Nog steeds had ik het ge voel dat het niet echt iets voor mij was. Ik had toen best een beetje po diumvrees. Maar de finalisten kregen een voordrachtworkshop, dat vond ik leuk. Toen ik als winnaar voor de Dam uit de bus kwam, dacht ik in eer ste instantie: huh, maar mijn gedicht is heel persoonlijk." De regels die Esmée schreef gaan over haar overgrootvader, die vlak na de be vrijding in 1945 in Nijmegen om het leven kwam toen hij op een mijn reed. Ze weet dat het zweverig klinkt, maar ze zag die man, die overgrootva der echt in haar huis. Op een foto die bij haar opa in een lijstje stond, her kende ze de man die alleen zij kon zien. Ze wees hem aan, haar opa zei: 'Dat is mijn vader', en vertelde het ver haal. Na haar optreden op de Dam werd het heel hectisch. „Je bent ineens ie mand", zegt Esmée. „Iedereen had toen nog Hyves, ik kreeg honderden vriendschapsverzoeken. Iedereen was heel erg nieuwsgierig. Ik had in die tijd twee kleuren haar. Door die an derhalve minuut op tv werd ik overal herkend. Op het dakterras van de V&D: 'Dat is ze, ik zweer het, zij van de tv.' En zelfs een maand later nog, toen we in Frankrijk op vakantie wa ren. In eerste instantie waren de reac ties heel leuk en inspirerend. Op inter net had je toen ook al haatfora. Mijn haar werd daar een issue: of er soms een meeuw op mijn hoofd had ge poept." Als ze zo terugkijkt, constateert ze dat de belangstelling aanhield tot de vol gende Nationale Herdenking in 2012. Ze liet in die tijd wel haar haar ble ken. Dat hielp om minder herkend te worden. Ze zegt: „Het gedicht op de Dam in 2011 heeft voor mij heel veel in werking gezet. Het jaar daarop zat ik in de jury van Dichter bij 4 mei en ben ik op de Dam geweest om de nieuwe winnaar te steunen. We zijn nu vier jaar verder, en nog steeds zijn er mensen die zeggen: 'Ik weet nog jouw gedicht'." Nu is Esmée 19 jaar en zit op de mode vakschool in Arnhem. Ze wil eigen kledingstukken ontwerpen. Het schrij ven is gebleven. Vooral songteksten, omdat ze volop in de muziek zat. Vori ge week schreef ze voor het eerst sinds 4 mei 2011 weer een 'echt' ge dicht. Zomaar, opeens, omdat de woorden kwamen. Of ze tips heeft voor de leerlingen in Zeeland, die dit jaar meedoen aan de poëziewedstrijd van het Nationaal Co mité 4 en 5 mei? Esmée: „Hou het heel dicht bij jezelf. Als je wint, zoek contact met de winnaar van vorig jaar. Die kan vertellen hoe het is om even de bekendste mens van Neder land te zijn." In de Stationshuiskamer van het gloednieuwe Centraal Station in Rotterdam komt ze meteen verrassend uit de hoek. Bij het raam, naast het zitje met uitzicht op de ruim bemeten entreehal, staat haar foto levensgroot op de muur. Anne Vegter, dichter in Rotterdam. Niet van Rotterdam, zal ze later zeggen. Ze woont weliswaar al ruim 25 jaar in de Maasstad. „Maar", zegt ze, „ik wil toch overal in Nederland dichter kun nen zijn." Dat komt goed uit. Dit jaar organiseert het Nationaal Comité 4 en 5 mei de poëziewedstrijd Dichter bij 4 mei in Zeeland. De winnaar mag haar of zijn gedicht tijdens de Natio nale Herdenking op 4 mei voorlezen - voordragen - op de Dam in Amster dam. Anne Vegter is voorzitter van de jury, die de beste Zeeuwse gedichten kiest. Op de muur van de Rotterdamse Sta tionshuiskamer staat een begeleiden de tekst naast haar foto: 'Anne vertelt energiek en in een verrassende volgor de. Precies zoals ze schrijft. Ze geeft met haar woorden je gedachten een slinger en houdt dan even stil. Het springt, het duikelt, alles ten faveure van de verbeelding. En als het klaar is, gaat ze naar huis.' „Whatever", zegt Anne als we een plaatsje hebben gevonden in de 'huis kamer'. „Om je in Rotterdam te hand haven moet je wel stevig in je schoe nen staan. Het kost tijd om je hier hei- misch te voelen. Dit centraal station is een wonderlijk ontwerp, maar het is zonder meer liefdevol gedaan. Er is veel hout gebruikt, daardoor raakt je stem niet verloren." Anne Vegter werd op oudejaarsdag 2958 als dochter van een predikant ge boren in Delfzijl. In 1991 publiceerde ze haar eerste poëziebundel: Het veer de. In 2004 ontving ze de Anna Bla- man Prijs voor haar hele oeuvre, en in 20ir won ze de Awater Poëzieprijs voor haar bundel Eiland berg gletsjer. In Zeeland maakte ze naam met de theatermonoloog Om te beginnen een vrouw, die tijdens het Zeeland Nazo merfestival van 2007 werd opgevoerd. Twee jaar geleden werd ze tot Dichter des Vaderlands benoemd. Ze treedt in de voetsporen van Gerrit Komrij, Driek van Wissen en Ramsey Nasr. Dichter des Vaderlands: het is een ereambt dat voor haar tot en met ja nuari 2017 loopt. Anne: „Toen ik werd gevraagd om Dichter des Vaderlands te worden, heb ik één week getwij feld. Ik heb met wijze mensen gespro ken: een filosofe, een coach. En mijn drie zoons, ook niet onbelangrijk. Daarna had ik het gevoel dat er een poort voor me openging. Aanvanke lijk was ik niet één dag meer thuis. Dat was niet goed. Ik heb al mijn hele leven MS. De laatste jaren is daar een vergroeiing in mijn rug bijgekomen. Die kwalen samen vormen een onge makkelijk huwelijk. Ja, shit happens." Inmiddels is het rustiger geworden. Anne laat zich niet meer „als een TROTS Een man, daar in mijn kamer, ik zie hem, maar toch niet. Hij zit daar maar te staren, zonder dat iemand hem ziet. Een man daar in mijn kamer, ik ken hem, maar toch niet. Ik vraag het aan mijn moeder, maar mijn moeder ziet hem niet. Bij mijn opa staat een foto, in een lijstje op de kast. Als ik hem vraag: „Wie zijn dat?" dan antwoordt hij verrast; „Die daar, dat is mijn vader. Hij was jong en onbevreesd. Hij is ooit een soldaat in ons leger geweest." Een man, daar in mijn kamer, Ik zie hem, maar toch niet. Zachtjes snikkend huilt hij tranen, Maar van trots, niet van verdriet... (Dit gedicht las Esmée Hendriks voor op de Dam in Amsterdam, 4 mei 2011). Esmée Poëzie brengt tekst Jan van Damme foto's Jan de Groen w Hendriks

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 56