44 Mensen denken dat de groei 3 tot 4 procent per jaar moet zijn. Iedereen verwacht dat de economie weer gaat groeien. Maar zelfs als dat niet gebeurt, hoeft dat niet zo erg te zijn als het klinkt. vooruitblik 2015 I woensdag 31 december 2014 I et is steeds lastiger eco nomische groei nog te zien als voor uitgang." Een opmer kelijk citaat. Laten we daar voor de grap eens een klein quizje rondom op tuigen. Waar komt het vandaan? A. Naomi Klein, heldin van de anti-glo- balisten, succesauteur van de boeken 'No Logo' en 'No time: verander nu, voor het klimaat alles verandert'. B. Jigmy Y. Thinley, ex-president en pro motor van de filosofie van Buthan: 'Materialisme is een obsessie en zorgt uiteindelijk niet voor duurzaam ge luk'. C. Het Economisch Bureau van de Rabo bank in zijn 'Visie op 2015'. Uit het feit dat antwoord C in strijd met onze intuïtie in het rijtje is opge nomen, kan de opmerkzame lezer al opmaken dat antwoord C het goede is. De Rabobank dus. Een bank, een van de grootste van Nederland zelfs, die afstand neemt van het streven naar economische groei. Dat kun je ge rust een aardverschuiving noemen. Groei is goed, toch? Economische groei, bedoeld wordt de groei van het Bruto Binnenlands Pro duct (BBP), de totale geldwaarde van alle geproduceerde goederen en dien sten, is in het politieke en maatschap pelijke debat nog steeds het belang rijkste kompas. Urenlang in de fde staan, nooit meer een Elfstedentocht, steeds hogere bonussen aan de top; zo lang de economie groeit, accepteren we veel. Als het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) of het CPB (Centraal Planbureau) met nieuwe BBP-cijfers komt, heeft dat gevolgen voor het wel bevinden van de natie. De laatste ja ren zorgden die cijfers vooral voor chagrijn. Een groei van 0,5 procent? Daar doen wij het toch niet voor? De opluchting was dan ook groot, toen het CPB voor 2015 een groei van 1,5 procent voorspelde. Dat lijkt er weer een beetje op. De groei was nog pril, maar het was een stap in de goede richting. Op weg naar het niveau van voor de crisis, naar 2 a 3 procent. Hard groeien? Vergeet het maar De realiteit is dat de groeicijfers van vóór de crisis waarschijnlijk buiten be reik blijven. Om nog even bij de Rabo bank te blijven: „Wij gaan voor de ko mende 10 jaar uit van ongeveer 1 pro cent per jaar, waarbij de risico's vooral neerwaarts zijn." Met deze voorspel ling is de bank weliswaar iets somber der dan instanties als De Nederland- sche Bank, het IMF (Internationaal Monetair Fonds) en de OESO (Organi satie voor Economische Samenwer king en Ontwikkeling). Maar heel vreemd is de insteek ook weer niet. Historisch gezien hebben we name lijk op geen enkele manier 'recht' op een hogere groei. Dé econoom van afgelopen jaar, de Fransman Thomas Piketty, analyseert in zijn bestseller Kapitaal in de 21e eeuw de geschiedenis van groei. Die groei is vooral iets van de laatste paar eeuwen, schrijft hij. Vóór 1700 groei de de wereldeconomie überhaupt niet. Tussen 1700 en 1820 was het zo'n 0,1 procent per jaar. Pas in de 20e eeuw kwam die boven de 1 procent. Periodes met hogere percentages wa ren er wel, maar alleen incidenteel, na een oorlog bijvoorbeeld. Pikettys eind oordeel is dan ook dat de groeicijfers die veel Europeanen nastreven, totaal onrealistisch zijn. Een economie die 30 jaar lang met 3 procent groeit, is aan het eind van die periode 2,5 keer zo groot als aan het begin. „Veel men sen denken dat de groei tenminste 3 tot 4 procent per jaar zou moeten zijn", schrijft Piketty. „Zowel geschie denis als logica toont aan dat dat vol strekt illusoir is." Het BBP is ook maar een cijfer Het BBP wordt overigens nog niet zo lang gebruikt om de omvang van de economie te berekenen. Het begrip be staat pas sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Daarvoor was de registra tie van economische activiteiten on voldoende betrouwbaar om mee te kunnen rekenen. Bij het bepalen van het binnen lands product wordt een poging ge daan om de toegevoegde waarde van economische activiteiten zo goed mo gelijk te registreren. Aanvankelijk bracht de economie vooral goederen voort, industrieel en agrarisch. De be rekeningen waren er dan ook vooral op gericht om de waarde daarvan goed te registreren. Later kwamen er ook diensten bij. De berekening van het BBP is dus niet onveranderlijk. Dat bleek in 2014 opnieuw. Door een gewijzigde Euro pese rekenmethode, waarbij ook za ken als prostitutie en illegale down loads bij het binnenlandse product werden opgeteld, was de omvang van de Nederlandse economie plots 45 miljard euro groter. Nederland werd van deze groei (met 7,6 procent!) geen euro rijker. Sterker nog: 'we' moesten ineens 600 miljoen euro méér afdra gen aan Brussel. De EU-bijdrage is na melijk gebaseerd op de officiële om vang van de economie. Moraal van dit verhaal: het BBP meet veel, maar be paalde dingen niet of niet goed. Het BBP misleidt Onvolledige berekeningen zijn nog tot daar aan toe. Want het is onmoge lijk de economie van een compleet land te meten zonder fouten te ma ken. Bovendien veranderen inzichten soms, zoals ook de wereld verandert. De BBP-meting kent echter ook een serieuzer probleem. Stijgingen en da lingen kunnen misleidend zijn. Dat betekent dat een daling niet per se slecht is en een stijging niet per se goed. Als voorbeeld voor de dalende va riant geldt de muziekindustrie. Die is in vijftien jaar in elkaar gestort. Men sen kopen steeds minder cd's, ze luis teren via streamingdiensten, zoals Spotify en iTunes. In het BBP wordt de cd-malheur geregistreerd als een daling. De omzet van muziekverko pen daalt immers. Echter: consumen ten hebben meer dan ooit toegang tot muziek. Is dat dan een slechte ontwik keling? Nee, maar een bevredigende correctie voor dit effect is nog niet ge vonden. BBP-groei doet soms pijn Dan de andere variant: groei van het BBP is niet per se een goede zaak. Daarvoor hoeven we alleen maar te rug te denken aan de jaren voor de cri sis. Met een groei van soms bijna 4 procent was het toen hosanna. Inmid dels zijn we erachter dat die groei Maar dat is een volstrekte illusie deels werd gefinancierd met schul den. Mensen sloten steeds hogere hy potheken met als gevolg stijgende hui zenprijzen. Die overwaarde zorgde voor economische groei. Maar ook de schulden stegen. Daar zag je in het BBP niets van terug. Volgens de offi ciële cijfers bleef het feest. Tot de hui zenmarkt instortte. Veel Nederlan ders hebben er zes jaar later nog een kater van. Het milieu, nog zo'n dingetje. Een op olie, kolen en gas draaiende econo mie kan jaar na jaar een leuke groei vertonen. Maar wat als die groei er te gelijk voor zorgt dat de aarde op warmt? Dat Nederland op termijn dreigt onder te lopen. En dat terwijl el ders in de wereld steeds minder water beschikbaar is? De miljardenschade die Amerika na orkaan Sandy moest incasseren, doet vermoeden dat we ook van dit soort groei op termijn een rekening gepresenteerd krijgen. Vooruitgang in plaats van groei Zolang de wereld geen geloofwaardig antwoord vindt op de afhankelijkheid van vervuilende grondstoffen, leven economische groei en vooruitgang op gespannen voet met elkaar, consta teert Rabobank in haar visie op 2015. Als we moeten kiezen, wat hebben we dan liever? Vooruitgang natuur lijk, het woord zegt het al. En dat be staat uit meer dan economische groei alleen. In een tijd dat de technologie oprukt, is het ook belangrijk dat ieder een een beetje aan het werk blijft. Dat de opbrengsten van alle technologi sche vernieuwing enigszins gelijk ver deeld worden. Dat burgers zich veilig en gelukkig voelen. Voorgaande constateringen zijn niet nieuw. Al in 1968 zei de Ameri kaanse presidentskandidaat Bobby Kennedy (broer van de vermoorde pre sident John F. Kennedy) dat het Bruto Binnenlands Product „alles meet, be halve datgene wat het leven waarde vol maakt. Het meet napalm en het meet nucleaire kernkoppen en de ge pantserde auto's waarmee de politie de rellen in onze steden bestrijdt. Het meet niet de schoonheid van on ze poëzie, of de kracht van onze huwe lijken." Talloze activisten, politici en visio nairs riepen sindsdien hetzelfde, maar de obsessie voor groei bleef bestaan. Dat de tweede bank van Nederland het nu opschrijft in een door haar be stuursvoorzitter Wiebe Draaijer inge leid document, is een noviteit. Een bank nota bene die als onderdeel van de financiële sector medeschuldig is aan ons meest recente BBP-trauma. Woorden zijn nog geen daden. En de wereld draait door. Maar misschien hebben we hier te maken met iets wat je, heel voorzichtig, vooruitgang zou kunnen noemen. En raken we, ook heel voorzichtig, onze obsessie met het BBP een beetje kwijt. Een 2015 zonder groei. Waarom niet? Weg met de groei! door Sander van Mersbergen 'H Econoom Thomas Piketty

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 30