i I ZEELAND 39 in liefdevolle herinnering De Biezelingse Anja Mol mist haar moeder met de jaren meer. In deze rubriek praten mensen over verlies, rouw en hoe het leven verdergaat. I Jannie Otte-Goeree 29-12 1936 tot 20-08 1996 Achttien jaar is de moeder van Anja Mol (55) nu dood. „En ik ga, naarmate de jaren vorde ren, steeds meer begrijpen. In middels ben ik onderhand op de leeftijd die zij had, toen in zeer korte tijd de ziekte Non-Hodgkin haar sloopte. Er zijn zoveel dingen waarover ik, ouder en wijzer dan toen, juist met haar zou willen praten. Zoveel dingen die ik met haar zou willen doen. Toen ze stierf had ik het druk met kleine kinderen, een huwelijk dat niet echt goed liep. We waren bij haar en we hebben gerouwd. Maar ik mis haar met de jaren steeds meer." Jannie Goeree - ze zou maandag 78 jaar zijn geworden - heeft het in haar leven be hoorlijk voor de kiezen gehad, zoals dat heet. „Mijn vader en moeder zijn geschei den toen ik zeven jaar was. We woonden in Driewegen en mijn ouders waren in heel de Zak van Zuid-Beveland de enige die gescheiden waren, een grote schande. Daar kwam bij dat mijn moeder de 'schul dige' was. Ze trouwde later met Wim, de jongen met wie ze, vlak voordat ze met mijn vader 'moest' trouwen, verkering had gehad. Hij moet de liefde van haar leven zijn geweest, want ze zijn tot haar dood in 1996 heel gelukkig getrouwd geweest. Het is ook een schat van een man." Maar Anja's vader was dat ook. „Ik denk dat het gewoon op was. Sinds ik zelf ge scheiden ben, begrijp ik dat veel beter. Ik denk dat mijn moeder gedacht heeft dat mijn broer en ik automatisch aan haar zou den worden toegewezen. Dat was in die tijd zo: de kinderen naar de moeder. Maar mijn vader vocht voor ons en kreeg de voogdij. Naar mijn moeder, die inmiddels in Vlissingen woonde, mochten we eens in de veertien dagen." Dat was buiten de waard gere kend. „Er stond niets in het von nis over bezoeken van mijn moeder aan ons. Drie keer in de week kwam ze ons na schooltijd ophalen en dan gingen we lekker friet eten in cafeta ria De Bounty aan de Ooststraat in Borsse- le. Drie jaar lang, drie keer in de week. Toen ik tien was nam mijn vader ons van de ene op de andere dag mee naar Cana da." Ook dat is Anja, terugblikkend, gaan begrij pen. „Mijn vader hield heel erg veel van mijn moeder. Hij moet gedacht hebben: 'als ik de kinderen meeneem, komt ze uit eindelijk zelf ook wel'. Maar dat is niet ge- beurd. Ze kwam wel, maar alleen om ons te zien." „Mijn moeder werkte in de kerncentrale in Borssele, catering en schoonmaak. Ze werk te zich drie slagen in rondte om elk jaar de reis naar Canada te betalen, die kostte toen nog een vermogen. Mijn vader boerde in Calgary, maar dat was mijlen buiten de stad. Als ze kwam, verbleef ze in de stad bij een soort vrouwenopvang van de YMCA. Elke dag reed ze met vrachtwagens heen en weer naar een soort gravelput bij ons in de buurt, maar dan moest ze heen en terug nog een enorm eind door het veld lopen. Niets was haar te veel om ons te zien. Later, toen mijn vader zich erbij had neergelegd dat ze toch niet terug zou ko men, mocht ze bij ons logeren." Mijn vader werd sowieso wat milder, want toen ik zeventien was kreeg, ik een ticket om zes weken bij mijn moeder in Vlissin gen te logeren. Ik wilde eigenlijk niet zo graag, want ik had net een vriendje. Maar ik ging toch en we genoten er allebei van. Toen ik terug moest, heb ik pas op Schip hol besloten te blijven. Ten opzichte van mijn vader heb ik me daarover wel erg schuldig gevoeld." Veel later heb ik begrepen dat mijn moeder al eerder, toen ik een jaar of vier was, met ons had willen vertrekken. En ook dat ze lont had geroken bij ons vertrek naar Cana da. Ze had op school gevraagd of de juffen, als wij er niet waren, wilden waarschu wen. Toen we al lang en breed in het vlieg tuig zaten, werd mijn vader eruit gehaald. Ze was naar Schiphol gereisd en had aangif te van ontvoering gedaan. Je moet er niet aan denken wat zich daar bij de Marechaus- se heeft afgespeeld. Mijn broer en ik wis ten daar op dat moment niets van. We wachtten gewoon in het vliegtuig, waar we voor het eerst van ons leven inzaten. Mijn vader had natuurlijk alle papieren netjes op orde. Haar wereld stortte in." Tot Anja's geruststelling heeft haar vader, die twee jaar geleden gestorven is, op den duur een nieuwe parner gevonden. Haar broer, anderhalfjaar ouder, is in Canada ge bleven. „Vanaf het monent dat mijn broer een eigen gezin had, ging Wim ook mee naar Canada. Ze hebben samen wat afre- reisd totdat ze ziek werd. Mijn broer is maar een keer terug in Nederland geweest, toen mijn moeder gestorven was." In een hoek van de kamer hangt de kanten trouwjurk van haar moeder, aan een kast een doopjurk die Jannie voor een nichtje heeft gemaakt van de fijn batisten onder jurk. „Toen mijn moeder is weggegaan, moet ze haar trouwjurk en de doopjurk hebben meegenomen. Hij kwam na haar dood zorgvuldig ingepakt boven water. Mijn broer en ik zijn niet gedoopt want mijn vader was van gereformeerde huize en mijn moeder niet. Ze moest eerst een paar jaar gereformeerd zijn, voordat wij ge doopt konden worden. Dat vond ze te hui chelachtig en daar kan ik in komen." Anja is er zich terdege van bewust dat een scheiding veel impact heeft op de klinderen. „Ik vond het zelfbijvoorbeeld jammer dat trouwen met een gezellig familiefeest niet kon. Want mijn vader en Wim samen, dat ging niet. Dus was het: op maandagoch tend trouwen en met een klein clubje uit eten. Zo zijn er veel meer dingen waarin je moet schipperen." Voor Anja is het duidelijk dat ze steeds meer op haar moeder lijkt. Tuinieren bij voorbeeld, was ook haar moeders lust en le ven. „Ik herinner me nog dat ze op visite kwam en zei: 'Nou, je tuuntje ligt er netjes bie'. Daar knapte ik, toch dik in de dertig, enorm van op. Haar bevestiging moet ik nu in mezelf zoeken en dat lukt ook wel, maar ik zou haar nog zoveel willen vragen. Simpele dingen als: wanneer begon bij jou de overgang en hoelang heeft dat geduurd? Maar ook dingen die dieper gaan. Ze heeft per slot van rekening moeten handelen met dingen die ik zelf ook heb meege maakt. Vooral als je door een diep dal gaat, zit je te schreeuwen om raad van iemand die het uiteindelijk toch goed heeft gedaan, ondanks de obstakels. Mijn zoon heeft bij een ongeluk een dwarslaesie opgelopen. Het gaat nu goed, hij woont op zichzelf, maar wat had ik haar graag bij ons gehad in die periode. Het liefst van al zou Anja met haar moeder de hort op willen: langs rommelmarkten, antiekwinkeltjes en gezellig op terrasjes zit ten. „Ze hield van mooie dingen, ik ook." ZATERDAG 27 DECEMBER 2014 Haar wereld stortte in door Mieke van der Jagt I Jannie Goeree met op haar arm Anja Mol en zoon Jan aan haar rok. foto's album Anja Mol Hebt u ook mooie herinneringen aan een dier bare, die is overleden? We willen uw verhaal graag delen in onze ru briek 'In liefdevolle herinnering'. U kunt contact opnemen met Ab van der Sluis: 0118 434003, chefnieuws@pzc.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 88