In Nederland worden jaarlijks 100.000 kinderen mishandeld door hun naasten. Een van hen is de Vlis- singse Anna (3). Ondanks de vele waarschuwingen van de buren rich ting hulpverleners ging de mishande ling maanden door. 3 achtergrond rugval van de stiefvader was niet te voorzien." Maar uit het dossier blijkt ook dat de hulpverlening vooral gericht was op hulp aan de kinderen. Terwijl in deze situatie vooral de beide volwassenen hulp nodig hadden. Niet alleen bij de opvoeding van de kinderen maar ook om zich gewoon staande te houden. Zo adviseren de hulpverleners dat het goed zou zijn als X meer naar buiten gaat zodat hij niet hele dagen thuis zit. Er is echter niemand die contro leert of hij dat ook daadwerkelijk doet en helemaal niemand die zorgt dat X een reden heeft om naar buiten te gaan. Rivka Davidse, de advocate van X, stelt op haar beurt dat haar cliënt meerdere keren richting hulpverle ning heeft aangegeven dat hij hulp no dig heeft, 'dat hij de zorg voor de kin deren niet aankan'. Ze pleit Petrus X. niet vrij. „Maar als de hulpverlening duidelijker was geweest, als de buren hem hadden gewaarschuwd, was het niet zover gekomen'. En X tenslotte geeft vanuit Torentijd aan dat hij spijt heeft dat het mis is ge gaan. Dat hij zijn zelfbeheersing heeft verloren. Maar ook benadrukt hij dat hij vaak heeft aangegeven dat zij pro blemen hadden met het opvoeden van de meisjes. Hij heeft inmiddels de relatie met Wieke verbroken en hoopt dat de raadsheren van het gerechtshof in Den Bosch wat meer begrip heb ben voor hem en niet, net als de rech ters in Middelburg, fors boven de eis van de officier van justitie uitgaan. De beide meisjes zijn uit huis ge plaatst en elders ondergebracht. Uit het dossier blijkt dat het met Anna, op het moment dat het verslag werd opgesteld, niet goed gaat. Een hulpver lener tegenover de politie: „Ze is vei lig maar heeft veel last van nachtmer ries. Ze is angstig en vooral als ze denkt dat ze iets fout doet. Dan moet ze huilen wat nog meer angst op roept, omdat ze denkt dat als ze gaat huilen, er nog meer straf komt. Ook slaat zij zichzelf en zegt dan: 'Stoute Anna'." Omdat het gegil en geschreeuw door blijft gaan, hebben we opnames gemaakt *De namen van de familie X zijn om pri- vacyredenen veranderd. haar hoede heeft, verklaart ook dat ze destijds 'aan het afronden is' in ver band met een andere baan. Groenewe- gen, haar toenmalige directeur, is ver baasd als ze geconfronteerd wordt met die uitspraak. Want ze heeft net daarvoor gezegd dat haar medewer kers zich niet laten afleiden door de veranderingen die gaande zijn in de zorg. „Daar zijn ze te professioneel voor." En haar collega Hein Abbing is ook even stil als hij geconfronteerd wordt met een uitlating van een andere hulpverleenster. Zij zegt, op de vraag van een agente hoe ze terugkijkt op de hele situatie: „Het zijn ook weer leermomenten voor ons als hulpverle ners." Haar directeur noemt deze 'kil overkomende zin een manier om toch ook wat afstand te nemen'. Diezelfde hulpverleenster geeft tijdens dat ho ren door de politie ook aan 'dat je als hulpverlener gewoon niet alles voor kan zijn. Wij hebben alles gedaan om een goed netwerk rondom het gezin te zetten. Er is nooit aanleiding om Anna goed lichamelijk te controleren. Anna is gewoon naar het consultatie bureau gegaan. Ze is onder behande ling geweest van een kinderarts van wege een ontsteking. Anna is dus va ker nagekeken." Teamleidster AMK Kitty Reijman geeft dat ook aan. Volgens haar zijn er nooit zichtbare verwondingen gecon stateerd voordat de kinderopvang alarm sloeg. Ook het half afgescheur de oor, waar tijdens de rechtszaak lang bij stil wordt gestaan, is volgens haar veroorzaakt kort voordat het meisje daadwerkelijk uit huis wordt gehaald. Ze zegt dat de hulpverleners niet verweten kan worden dat zij die wond niet gezien hebben. Zij stelt heel nadrukkelijk dat er tot het mo ment van de melding van het kinder dagverblijf hoop leefde bij de hulpver leners dat het goed zou komen met Anna, haar zusje en het gezin. „Die te- ZATERDAG 27 DECEMBER 2014

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 127