A 11 w M De droom van Syriëgangers is een islamitische staat. Maar hun rechtvaardiging van een heilige oorlog is volgens onderzoeker AlDe'emeh gebaseerd op een verkeerde uitleg van de Koran: „Ze zijn verblind door de onrechtvaardigheid van de vijand." u HEILIG GELOOF WOENSDAG 24 DECEMBER 2014 I I U i; >r5 kW erbazingwekkend gemakkelijk gaat het eigenlijk, de trip die Montasser AlDe'emeh (26) deze zomer naar Syrië maakt om ji- hadstrijders te ontmoeten. Hij vliegt naar Turkije en neemt daar een taxi. In het bezit van nagemaakte Syrische identiteitspapieren die Turkse smokkelaars hem bij grensplaats Reyhanli leveren, wandelt de Palestijnse Belg langs de enorme poort bij grenspost Bab al-Hawa. Zo het strijdgebied in. „Het is bizar. Je loopt van een rij Turkse vlaggen naar een rij islamitische vlaggen die in de verte wapperen." Er is geen controle. De identiteitspapieren geeft hij naar eigen zeggen weer terug. Via een tussenpersoon belandt hij in Aleppo. De eerste jihadstrijders die hij ontmoet, heten hem in plat Antwerps welkom. „Dit waren ze, de jongeren met wie ik eerder contact heb gehad via onder meer Facebook en Skype." Vanuit Syrië blogt AlDe'emeh voor nieuwssite knack.be over de gesprekken die hij met hen voert: „Een Antwerpse strijder komt erbij zit ten. 'Hoe bevalt het hier?' vraag ik hem. 'We worden niet meer onder drukt', antwoordt hij. 'Werden jullie dan onderdrukt in België7' vraag ik. 'Ben je serieusHet hoofddoekverbod, het verbod op het dragen van een ni- qab op straat, discriminatie op de ar beidsmarkt, racisme bij de politie in Antwerpen. En ons geloof wordt er constant beledigd. Zelfs een hond zou weglopen uit Antwerpen' Vanuit zijn appartement dat uitkijkt op een plein middenin de Brusselse wijk Molen beek, zag de onderzoeker van de Universiteit Antwerpen met eigen ogen hoe de buurjon gens die er altijd rondhingen de afgelopen twee jaar stuk voor stuk verdwenen. Vertrok ken naar Syrië. AlDe'emeh, die aan een proef schrift over westerse jihadgangers werkt, vond dat er maar één manier is om echt uit te zoeken waarom deze jongeren huis en haard verlaten: door daar, aan het front, met hen op te trekken en te praten. Hij verblijft twee weken in een villa met tientallen Belgische en Nederlandse strij ders. Hun leven bestaat volgens AlDe'emeh vooral uit veel praten en lezingen bijwonen, duiken in het zwembad en samen fruit eten. Vanuit hun eigen perceptie van geluk heb ben ze er een beter leven. „Dit zijn jongens die in Borgerhout of Arnhem bij hun ouders op een klein kamertje wonen. Syrië is welis waar oorlogsgebied, maar ze hoeven geen be lasting te betalen, ze krijgen een auto, ze mo gen in een villa wonen, hebben een vrouw en krijgen op gezette tijden leefgeld." Af en toe moeten ze ten strijde trekken, maar niet zo vaak als iedereen denkt. Sommigen zijn volgens hem helemaal niet van die helden die echt graag naar het front gaan. „Als ze zijn aangekomen, zetten ze twee uur later wel trots een foto op Facebook waarop ze met een kalasjnikov poseren. Dat is de identi teit waar ze zo naar zochten. Hun droom is de islamitische zwarte vlag op een kasteel te planten en te zeggen: kijk, de moslims heb ben hun eer in het Midden-Oosten her steld." De villa die hij regelmatig samen met de Nederlandse en Belgische jihadisten bezocht en die bekendstond als De Basis van de groe pering Jahbat Al-Nusra is inmiddels kapotge schoten. AlDe'emeh herkent het verwoeste gebouw op de beelden uit Aleppo die tonen hoe de Arnhemse jihadist die zichzelf Mu- hajiri Shaam noemt, oproept tot 'een stevige daad tegen Nederland'. De onderzoeker heeft veel met deze jihadist gesproken, zegt hij. „Die oproep moet je wel in de context plaatsen. Hij is emotioneel. Deze jongen is net gebombardeerd door de Amerikanen, zonder protest van hun bondgenoten. Drie van zijn vrienden zijn net omgekomen. Toen ik in Syrië zat, richtte die jongen zich nog he lemaal niet tegen het westen. Door de bom bardementen zie je een kentering. Het wes ten bombardeert nu zijn eigen kinderen." Als sociaal-economische problemen het enige motief zouden zijn om België en of Ne derland te verruilen voor Syrië, dan zou half Nederland en België nu leeg zijn, zegt de on derzoeker. „Moslims moeten zich er niet van distantiëren dat er ook islamitische drijfve ren voor de gewapende jihad zijn. Volgens de islam mogen moslims de wapens ter hand nemen, als ze aangevallen of onder drukt worden. Volgens het internationale oorlogsrecht is dat even goed toegestaan. In de meeste moskeeën in Europa, ook in Ne derland, wordt na het vrijdaggebed in smeek bedes Assad verketterd en vragen moslims God om de Syriërs tegen dictator Assad te be schermen. Dat is het goed recht van een imam - er is daar ook veel onrecht - maar dan moet je niet gek staan te kijken dat men sen de koran vastnemen en zeggen: dan is het voor mij dus toegestaan om te gaan vech ten in Syrië." Een groot probleem is volgens AlDe'emeh dat imams niet goed overbrengen welke voor waarden daarbij komen kijken. „Een voor waarde is bijvoorbeeld dat hoe verder je woont van het onrecht, hoe minder groot je verantwoordelijkheid als moslim is. Dus de verantwoordelijkheid van westerse jongeren om broeders en zusters te helpen, ligt lager dan die van jongeren uit Irak of Jordanië. We ten de jongeren dat? Nee. Ze weten ook niet dat sommigen in Syrië zich helemaal niet aan de islam houden. In de Koran staat dat God verscheidenheid heeft geschapen, maar wat we zien in Irak en Syrië is dat verschei denheid afgemaakt wordt." Natuurlijk wor den er aan het front ook oorlogsmisdaden ge pleegd, zegt hij. „Er is daar een gruwelijke oorlog gaande waar iedereen oorlogsmisda den begaat: IS, Jahbat al-Nusra, Syriëstrij- ders, maar net zo goed Assad en de Koerden. Op een bepaalde moment zitten ze zo diep in de strijd, dat ze geen keuze meer hebben. Hun ogen zijn verblind door de onrechtvaar digheid van de vijand." Als de imam relevante onderwerpen zou behandelen, als hij een charismatisch va- der-figuur zou zijn, zouden jongeren echt wel naar hem gaan om vragen over de islam te stellen, betoogt Montasser. „Die Syrië gangers zijn niet van Pluto of Mars, het zijn producten van onze samenleving. Ze zijn hier opgegroeid en gevormd. De rol van de moskee is het kanaliseren van de frustraties van jongeren. Daarin hebben ze echter ver zuimd. Ik zeg niet dat de onthoofding van Ja mes Foley en wat daar nu in Syrië gebeurt de schuld is van de imams, maar ze zijn wel deels verantwoordelijk voor het vertrek van hun eigen jongeren daarnaartoe. Daar heb ben we als hele moslimgemeenschap verant woordelijkheid voor. Veel moslims bidden als kamelen. Ze staan op en knielen, zonder te weten waarom. Ze reciteren, zonder dat ze de achterliggende betekenis van die teksten kennen. Omdat het niet goed is uitgelegd. Al die jongeren hunkeren naar kennis, naar maatschappelijke relevantie." Hoewel ze het niet hardop zeggen, dro men alle imams uiteindelijk van een kalifaat, is de overtuiging van AlDe'emeh. „Een kali faat is in wezen ook niet gelijk slecht. Toen de joden werden bedreigd in Europa en ver volgd zoals in Spanje tijdens de reconquista, trokken ze naar het kalifaat van de Ottoma- nen. Die beschermden hen juist. Alleen zit je bij IS met een kalifaat dat is gebouwd op uiterst radicale gronden, onder leiding van religieus dogmatische en ultra-conservatieve moslims. Het is de natte doom van miljoe nen moslims dat er ooit weer een kalifaat wordt hersteld. Ik kan er niet tegen dat ze zeggen 'Nee, ik ben helemaal niet voor een kalifaat', terwijl ze wel stiekem een grens overschrijdend islamitisch rijk wensen. Al leen dan niet zoals IS dat doet. Eigenlijk strij den onze jongeren daar om de natte droom van veel imams waar te maken." Populisten hebben ook hun aandeel gehad in het wegdrijven van de eigen jeugd, vindt hij. „Door het geloof en de identiteit van die jongeren constant aan te vallen, zonderen zij zich nog meer af. Als de Nederlandse maat schappij gezond was, gingen er niet zoveel jongeren weg en waren ook niet zoveel men sen ziek van die maatschappij." Aan de ande re kant zouden de jongeren volgens hem ook wel wat dankbaarder mogen zijn. Hij ver baast zich over tieners en twintigers die 'Schijt aan dit land' roepen, terwijl hun va der wel aan het eind van iedere maand zijn uitkering van de Staat gaat ophalen. „Dank baarheid is het begin. Dat je een auto steelt van een autochtoon, werkt racisme in de hand. Dat allochtone jongeren vrouwen op straat naroepen, is heel erg. Het zorgt ervoor dat autochtonen angst krijgen." r n Het kalifaat als droom door Niki van der Naald en Cyril Rosman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 47