De Indiase stad Bhopal staat vandaag stil bij de gifgasramp die daar dertig jaar geleden duizenden levens kostte. Nabestaanden en slachtoffers vechten nog steeds voor erkenning door de Indiase overheid en het Amerikaanse bedrijf Union Carbide. 66 Een eenmalige compensatie is niet genoeg om de levenslange schade te dekken 10 VERDIEPING 30 JAAR GIFGASRAMP BHOPAL De avond van 2 decem ber 1984 verloopt voor Umwati Yadav niet an ders dan andere win terse dagen in Bhopal, in het hart van India. Samen met haar buren zit ze tot 's avonds laat buiten te eten. Ze warmen zich aan het vuur dat ze ge maakt hebben. Even voor t2 uur gaat Umwati met haar echtgenoot het huis binnen, waar vier dochters en twee zoons slapen in de eni ge kamer die het huis heeft. De winter kou dringt gemakkelijk door kieren het hutje binnen, dat gemaakt is van stukken hout. Toch valt ze snel in slaap. Als ze an derhalf uur later wakker wordt en naar buiten gaat om te plassen, merkt ze een vreemde wolk op rondom haar wijk. „Het rook alsof ze scherpe pepers aan het verbranden waren. Omdat er een peperfa briekje in de buurt was, dacht ik er niet veel van", vertelt Umwati. De meeste inwoners van Jaiprakash Na- gar, de wijk waar Umwati woont, beschrij ven later diezelfde peperlucht, waarvan ze wakker worden. Wat Umwati en haar buurtbewoners dan nog niet weten, is dat dit het begin is van de grootste indus triële ramp van onze tijd. JP Nagar, zoals de inwoners van Bhopal de wijk noemen, ligt pal naast de Union Carbide fabriek. In die fabriek worden on der meer pesticiden voor de landbouwin dustrie geproduceerd, met behulp van de gevaarlijke stof methylisocyanaat (MIC). Het Amerikaanse bedrijf Union Carbide opende de fabriek in 2969 in de hoofdstad van de deelstaat Madhya Pradesh. India is dan een jong land dat negentien jaar na de Britse overheersing zelfvoorzienend wil worden. In het nieuwe vijfjarenplan van de overheid worden industrialisatie en landbouw daarom speerpunten. De komst van Union Carbide brengt de hoop op meer banen met zich mee. JP Nagar is een van de wijken die be woond wordt door veel migranten die op zoek zijn naar een vast inkomen. Hajira- bee heeft die avond kleine sigaretjes ge rold die per stuk verkocht worden. Voor duizend stuks krijgt ze to cent betaald. In 2984 is dat een goed extra inkomen voor haar familie. Voor het avondeten bereidt ze een curry. Haar vier maanden oude zoontje ligt gewikkeld in een deken te sla pen. Nu, dertig jaar later, weet ze nog pre cies welke ingrediënten ze heeft gebruikt voor de curry, maar met geen mogelijk heid kan ze bevatten hoe ze haar baby heeft kunnen achterlaten. „We zijn zo hard weggerend toen het gas kwam. Pas later realiseerde ik me dat niemand van mijn gezin de baby had meegenomen", vertelt Hajirabee, terwijl de tranen over haar wangen stromen. De vreemde wolk die Umwati zag, heeft JP Nagar rond twee uur 's nachts com- pleet bedekt. De gaswolk maakt ademen voor de inwoners bijna onmogelijk. Met brandende ogen en overgevend vluchten ze uit hun huizen. In de chaos die ont staat, verliezen gezinsleden elkaar uit het oog. Umwati wordt gescheiden van haar man en zoons. „Toen ik de volgende dag terugkwam om mijn familieleden te zoe ken, liep ik door een dikke laag uitwerpse len en kots. Overal lagen lichamen", ver telt Umwati. De volgende dag vindt Hajirabee haar zoontje terug. Hij ligt buiten te slapen. Op het eerste gezicht lijkt er niets met hem aan de hand. Maar de volgende acht jaar brengt hij bijna permanent door in het ziekenhuis. „Een eenmalige compensatie is niet ge noeg om de levenslange schade te dek ken. Ons leven is over", zegt Hajirabee. Door alle ziekenhuisbezoeken heeft haar zoon nooit een opleiding kunnen volgen. Hij werkt nu als riksja-chauffeur. Daar heeft hij geen scholing voor nodig. Umwati en Hajirabee verliezen die avond zelf geen familieleden, maar toch voelt het alsof hun leven die nacht ophoudt. „Mijn man is enkele jaren geleden overle den, ik heb keelkanker en mijn twee klein- Het gas maakt nog door onze correspondent Devi Boerema Hajirabee, slachtoffer giframp

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 14