It k VERDIEPING 11 schrijver Roald Dahl en zijn Zweedse colle ga Astrid Lindgren. Wij zagen de filmpo- tentie in die verhalen. Hele generaties ouders en grootouders hadden die voorgele zen aan hun kinderen, of waren er zelf mee opgegroeid als kind. Het was een sterk merk. Schmidts uitgever Querido had twij fels of een verfilming recht zou doen aan haar werk. Met Abeltje hebben we laten zien dat je Schmidt hedendaags kunt verfil men zonder haar werk te beschadigen. Daarna was iedereen om." Vijftien jaar later erkent Bos dat de bele vingswereld van kinderen is veranderd met de komst van games, iPads en sociale media. „De omstandigheden veranderen en de kinderen veranderen ook. Toch blijft ook in Wiplala het uitgangspunt dat we zo goed mogelijk een verhaal willen vertellen. De kracht van een goed verhaal is univer seel." „Natuurlijk hebben we Tim Oliehoek inge huurd omdat hij een regisseur is die de in dit verhaal noodzakelijke actiescènes goed kan filmen. Maar Wiplala is ook een film met gelaagdheid: het verhaal heeft inhoud.^ Uiteindelijk komt die familie na de dood van de moeder nader tot elkaar, door alles wat de familieleden samen beleven." Door de successen van Bos en enkele ande re producenten is het Nederlandse jeugd filmlandschap in een kwart eeuw drastisch veranderd. „De concurrentie, zowel rond de financiering als in de slag om de kijker, is tegenwoordig enorm", aldus Bos. Een van die concurrenten is regisseur Bar bara Bredero, die twee kaskrakers op haar naam schreef met de films over de ontwa penend naïeve jonge docent Mees Kees. In haar ogen is de verscheidenheid aan kinder films alleen maar positief. „Het is toch prachtig dat kinderen in de vakantie kun nen kiezen uit twee of drie leuke Neder landse films", zegt ze. Bredero vindt het belangrijk om haar films een echt Hollands karakter mee te geven. „Ik zoek altijd naar een mogelijkheid om een molen in beeld te stoppen, of rijtjeshui zen. Daar ben ik nou eenmaal dol op. In mijn eerste bioscoopfilm Morrison krijgt een zusje zat een thuisbevalling. Tijdens bui tenlandse festivals werd daarop gerea geerd." Ze lacht. „Dat zo'n ontwikkeld land als Nederlands zo'n waanzinnig primitieve praktijk erop nahield." Juist de combinatie van een authentiek Ne derlandse situering en universeel herkenba re verhalen verklaart volgens Bredero het internationale succes van de Nederlandse jeugdcinema. „De hoofdfiguur in Mees Kees, het jongetje Tobias, moet ermee leren omgaan dat zijn vader er niet meer is. De manier waarop hij daarmee worstelt, maar ook zijn vermogen om desondanks plezier te maken, is voor kinderen en volwassenen herkenbaar." Na twee speelfilms waren de Mees Kees- boeken van schrijfster Mirjam Oldenhave op. „Je vliegt door die verhalen heen. Dit maal hebben scenarist Tijs van Marle en ik dan ook eerst het verhaal bedacht. Daarna heeft Mirjam er weer een boek van ge maakt. In Mees Kees op de planken wilden we de verhalen van Tobias, Mees Kees en de andere kinderen in de klas zo mooi mo gelijk afronden." Voor Mees Kees valt nu dus het doek. De ^Nederlandse kinderfilm kan echter nog ja ren vooruit. Abeltje 1998 900.597 Pietje Bell 2002 821.000 593.000 561.000 MAANDAG 1 DECEMBER 2014 volle zaal Ben Sombogaart BEZOEKERSAANTAL Maria Peters BEZOEKERSAANTAL De schippers van de Kameleon 2003 Steven de Jong BEZOEKERSAANTAL 744.000 Mees Kees op kamp 2013 Barbara Bredero BEZOEKERSAANTAL Anubis het pad der 7 zonden 2008 Dennis Bots BEZOEKERSAANTAL

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 9