Hamels Reisjournaal Walravens Reisjournaal SPECTRUM 5 u'<^^Lo Hg? Piet Hamel (1845-1900), juli-augustus 1877, van Elmina naar Assinie, zuidkust Ghana Wij nemen onze intrek bij den belastingbeambte J. Welzing, vroeger in Nederlandschen dienst. Met hem bespreek ik de verdere reisaangelegenheden naar Assinie. Ik verneem dat de reis per hangmat twee dagen vordert, doch dat de reis ook over het Tandoh meer per kano kan geschieden, mits de Hoofden mij daartoe hunne toestemming geven, iets waartoe zij volgens Welzing niet dan nood besluiten zullen. Daar ik gaarne eerste de Koning van Kingjaboe zou wenschen te spreken alvorens Assinie aan te doen en de reis daartoe over het meer de eenige aangelegenheid aanbiedt, besluit ik een poging aan te wenden ter verkrijging van de toestemming der Hoofden en verzoek Welzing hen bij mij te ontbieden. Ik ontvang hen zo gastvrij mijne beperkte middelen dit toelaten, schenk hun vier flesschen jenever en laat alleen een cigaar opsteken, terwijl ik aan den Koning bovendien nog een tiental cigaren geef. Zij schijnen allen bijzonder met de ontvangst ingenomen te zijn. Na over verschillende zaken te hebben gesproken geef ik hun mijn wensch te kennen het Tandoh meer te zien. Zij raden mij dit ernstig af op grond dat zich daar zooveel krokodillen bevinden en dientengevolge een togt op het meer met groot levensgevaar gepaard gaat. Op mijn verzekering dat de krokodillen mij geen kwaad durven of kunnen doen, daar ik ze reeds in zoovele andere landen heb ontmoet, antwoorden zij met een eenvoudig schouderophalen. Eindelijk na langer dan een uur pratens en nadat ik ze een kist jenever en 50 hoofden tabak had toegezegd, beloofd Kwassie Emoem de Koning, tegen morgen eene goede kano voor mij in gereedheid te zullen brengen. Zij waarschuwen mij echter nogmaals tegen de krokodillen. j,. c'ï A -r -<w ~v 3*, wam tAA* T v l i 0 Ég§g§ Hans Walraven (1948), november 2012, van Elmina naar Assinie, zuidkust Ghana Ik kan natuurlijk wachten op de tro-tro (busje) en dan vervolgens twee keer overstappen om bij mijn volgende bestemming te komen. In plaats daarvan neem ik een taxi; op het heetst van de dag verdien ik wel wat luxe. Op weg naar Sekondi beleef ik angstige momenten. Zelfs mijn taxichauffeur lijkt bang, terwijl hij toch wat gewend moet zijn. Tientallen schreeuwende jongeren met bloeddoorlopen ogen vallen de taxi aan, bonken met hun vuisten op de motorkap en proberen de deuren open te rukken. Enige momenten eerder heb ik mijn raam maar dichtgedraaid, de deur op slot gedaan en de camera uit het zicht gelegd. Want de. begrafenisstoet die ons tegemoet komt, lijkt nogal uit de hand te lopen. Traditioneel is de herdenking van een overledene in Ghana op vrijdag. Op zaterdag volgt de eigenlijke begrafenis. Vermoedelijk hebben deze jongeren in de tussenliggende nacht geprobeerd hun verdriet met drank of drugs te verzachten. Nu zijn ze door het dolle heen. Een taxi met een blanke is dan een voor de hand liggend doelwit. Gelukkig grijpen een paar minder doorgedraaide mensen in. Ze pakken de ergste heethoofden beet en duwen die weg. De chauffeur geeft iemand wat muntjes. Met het zweet in de handen zien we hoe de onrust wegebt. De treurenden vervolgen hun weg, en wij ook. Omkijken durf ik niet. Even verderop moet de taxi opnieuw stoppen voor een begrafenisstoet. Deze groep is ingetogen en formeel. Voorop loopt de politiekapel met koperblazers, wat bij onze chauffeur het vermoeden doet rijzen dat er een politieman ten grave wordt gedragen. voortaan gebroken. Onverschillig is me nu alles." Hij krijgt nog een post in China. In 1892 wordt hij getroffen door twee beroertes. Hij sterft op 13 oktober 1900 in het Duitse Bendorf am Rhein bij Koblenz. Het einde, zegt zijn achterkleinzoon, van een ver geten maar groots wereldburger uit Breskens. zich schuldig en bedelft Hamel onder persoonlijke aandacht en attenties. Dat plaatst de Orde van de Witte Oli fant in een ander daglicht. Hoe dat ook zij, de Nederlandse diplo maat uit Breskens laveert behendig tussen Engelse en Franse belangen. Daar scoort hij punten mee in zijn va derland. Aan alle voorspoed komt een abrupt einde, als zijn echtgenote in 1884 op 28-jarige leeftijd overlijdt. Af faire of geen affaire met de koning - de weduwnaar is ontroostbaar. In een brief aan Frederik Nagtglas in Zee land - één van zijn trouwste vrienden - schrijft hij: „Zij was mijn alles. Ik leefde alleen in en voor haar. En nu is mijn afgod gevallen. Mijn leven is ZATERDAG 15 NOVEMBER 2014 .4 '*9 M hlmüat roMHMtfc 51//.. G j $}A V - -/W... a Mrf VPvTT") A'lii 'tVu ..Y Hans Walraven is journalist en publicist. Hij heeft nu een boek geschreven over zijn overgrootvader Pieter Simon Hamel uit Breskens, een diplomaat van wereldallure. foto Ruben Oreel Piet Hamel nam op verzoek van musea en verzamelaars voorwerpen mee uit de lan den waar hij werkte. Deze Siamese olifant (aardewerk, ivoor, 30 cm hoog, 38 cm lang, voor 1884) nam hij mee uit Thailand. De voorpoot en de slagtand zijn mogelijk tijdens de reis gebroken. Collectie Zeeuws Genootschap, Zeeuws Museum Middelburg Boek van Hans Walraven: Tropenjaren, in het spoor van P.S. Hamel, consul-generaal in Afrika en Azië in de 19e eeuw: presenta tie vandaag om 14.30 uur in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg. De tentoonstel ling op de eerste verdieping toont tot 29 december handschriften en voorwerpen uit de collectie van Hamel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 65