Hij kan zich geen leven zonder de brandweer
voorstellen. Logisch, want als schooljongen van tien was
Carl de Hulsters al heel nauw betrokken bij het brand
weerkorps van Westdorpe. Net als bij de kerk trouwens.
36 ZEELAND
CARL DE HULSTERS, BRANDWEERMAN
EP
Ze vragen hem regelmatig wan
neer hij nu eindelijk van z'n
pensioen gaat genieten. Hij
schrikt er iedere keer weer van
op. Genieten? Genieten? Hij ge
niet nog met volle teugen van
zijn werk bij de Veiligheidsre
gio Zeeland. Van de opleidingen die hij doet
en van de vaardigheidsproeven die hij voor de
brandweerteams bedenkt.
Goed, hij is inmiddels 65, maar Carl de Hul
sters uit Westdorpe ziet toch met enige angst
en vrees het einde van zijn lange carrière bij
de brandweer naderen. In mei volgend jaar is
het zover, dan moet hij weg. Natuurlijk heeft
hij wel wat andere dingen om handen, maar
tegen dat vertrek kijkt hij eerlijk gezegd op als
tegen een berg. Want een leven zonder brand
weer kan hij zich simpelweg niet voorstellen.
Hij is ook nu nog, 65 jaar of niet, betrokken bij
de 'uitruk'. „Als die pieper gaat, gaat er iets
door je heen. Als een brandweerman dat ont
kent, is het geen goeie." Hij zegt het met een
glimlach. Dat hij door z'n omgeving weieens
gekscherend 'brandpreventje' wordt ge
noemd, wist hij niet, maar het deert hem ook
niet.
Dat brandweervirus, waar komt dat vandaan.
Kennelijk trok de brandweer al toen je nog een
mannentje van een jaar of tien was...
„Het kan best zijn dat ik nog maar vijf was
toen ik al bij de brandweer wilde. Dus zou
m'n leven nu al bijna zestig jaar in het teken
staan van de brandweer... M'n vader was
brandweercommandant van Westdorpe. De
alarmering ging toen nog heel anders. Toen
werd de brandweer nog gealarmeerd door een
sirene. Als mijn vader niet thuis was, moesten
wij bij de telefoon blijven. Bij alarm moesten
we naar het gemeentehuis rennen om op de
knop van de sirene te duwen. Later kregen we
zo'n knop thuis. Dan pakte ik bijvoorbeeld de
telefoon en rende m'n zus naar de kazerne om
de brandweermannen te vertellen waar het
brandde. De brandweerauto's werden vroeger
bestuurd door mensen, die het gebied heel
goed kenden. Ze reden op hun eigen radar
naar de plaats van de brand. Vandaag de dag
zit in de cabine niet alleen een navigatiesys
teem, maar wordt bijvoorbeeld ook op een
beeldscherm aangegeven waar de brand pre
cies woedt, hoe het gebouw eruit ziet, hoe je
er het snelst komt, hoeveel mensen er kunnen
worden aangetroffen, wat voor stoffen er zijn
opgeslagen en waar je de brandkranen vindt.
Ach, de hele hulpverlening is zo enorm veran
derd."
Meer chemische bedrijvenmeer gevaarlijke stof
fen, andere bouwtypes. Het vergt veel meer kennis
bij de brandweer én ook ander materieel? Is het
werk van de brandweerman veranderd?
„Absoluut. Het aantal branden is, vooral dank
zij de preventie en de strengere regelgeving,
weliswaar afgenomen, maar de risico's zijn
groter geworden. En daarmee de eisen, die
aan de brandweer en de individuele brand
weerman worden gesteld. Je moet cursussen
volgen, je moet studeren en je moet meedoen
aan oefeningen. Het is allemaal heel intensief.
Vroeger was het allemaal veel simpeler. Je oe
fende wat, dronk een biertje met elkaar en
ging weer naar huis. Ik zal niet zeggen dat er
toen geen deskundigheid was. Die was er ze
ker wél, maar het was een andere tijd. Het is
nu allemaal veel professioneler. Vrijwilliger
bij de brandweer zijn, eist nu veel meer tijd."
Is het daardoor moeilijker vrijwilligers te strik
ken?
„Dat kan meespelen, maar een feit is ook dat
de roep om vrijwilligers niet alleen bij de
brandweer klinkt. Je ziet het bij alle mogelijke
instellingen en verenigingen. Mensen zijn
meer met zichzelf bezig, individualistischer.
Terwijl een brandweerteam écht een team
vormt, dat voor elkaar bijna letterlijk door het
vuur gaat. Er speelt ook iets anders mee. Vroe
ger bestonden de korpsen voornamelijk uit on
dernemers; winkeliers, mensen van plaatselij
ke bedrijven. De bakker, de slager, de kruide
nier... Tja, die zijn er nauwelijks meer. Voor
deel was dat die mannen dag en nacht beschik
baar waren; ze waren altijd in de buurt. Nu is
vooral de bezetting overdag een probleem, 's
avonds lukt het meestal nog wel om een volle
dig team in te zetten, overdag is iedereen hard
aan het werk en kost het meer moeite."
Je was commandant van Westdorpe, Sas van
Gent en stapte na de herindeling over naar de
brandweer Temeuzen, waar je je vooral bezighield
met brandpreventie. Je doet nu vooral opleidingen
(cursussen manschappen en bevelvoerders, maar
ook bedrijfshulpverlening), trainingen en bereidt
oefeningen voor. De 'kouwe kant' van het brand-
weerwerk dus...
„Die preventie was een heel gevarieerde bezig
heid. Advies geven bij bouwplannen, controle
ren op de naleving van de regels. Maar ook
word je in een vroeg stadium betrokken bij be
stemmingsplannen en bouwplannen. Waar
de brandkranen moeten komen bijvoorbeeld.
Ik heb weieens een horecazaak laten sluiten
omdat de regels er fors werden overtreden en
er ook geen verbetering in zat. En bij sommi
ge evenementen eiste ik extra maatregelen.
Maar over het algemeen was ik wel altijd ie
mand van het goede overleg, er samen uitko
men. Nu geef ik vooral cursussen bij de brand
weer zelf, maar ook bij bedrijven. Kijk, je kunt
het eigenlijk niet opnoemen of we hebben
het, hier in de Kanaalzone: industrie, intensief
verkeer over land, water en spoor. En we heb
ben straks twee tunnels. Dat vergt veel oefe-
Altijd als
die pieper
gaat,
gebeurt er
iets met je.
Als je zegt
dat dat niet
zo is, ben je
domweg
geen
brandweer
man
ning én veel voorbereiding. Voor de bestrij
ding van tunnelbranden wijken we voor spe
ciale trainingen nog steeds uit naar Zwitser
land. En we maken onder meer gebruik van
het trainingscentrum in Vlissingen. Zelf heb
ik trouwens ook enorm veel bijscholingen ge
volgd. Het gaat allemaal zo snel... Vroeger hiel
den we ook écht brandweerwedstrijden. Dan
bedacht ik samen met de mensen van het or
ganiserende korps een calamiteit, die bestre
den moest worden. Dat leek een leuk spelle
tje, maar het was en is natuurlijk nog steeds
nabootsing van de keiharde realiteit. We noe
men het tegenwoordig niet voor niets vaardig
heidstoetsen. Ze worden beoordeeld door ex
terne deskundigen. Vreemde ogen dwingen,
zeg maar. Het belang van die toetsen is groot."
Volgens de verhalen dronken de brandweerlieden
vroeger, als ze terugkeerden van een zwaar onge
luk met doden of een zware brand met veel ellen
de, in de kantine nog een pilsje. Stoere jongens on
der elkaar. Is dat nog zo?
„Vroeger was je geen echte brandweerman als
je je de dingen die waren gebeurd te veel aan
trok. Je liep er zeker niet mee te koop. Maar
soms zijn de incidenten, die je tegenkomt zó
afschuwelijk, dat het goed is dat je er bij terug
keer in de kazerne of op elk ander moment
daarna met iemand over kunt praten. Vooral
als er slachtoffers vallen, kan de impact groot
zijn. Ik heb heel wat mensen in stukken en
brokken opgeraapt, na een zwaar ongeval-
Eerst had je daarvoor het BOT, het Brandweer
Opvang Team. Dat is nu het Collega Opvang
Team, het COT. Je praat dan natuurlijk niet
over een bermbrand of een schoorsteenbrand,
maar over ingrijpendere zaken. Die evalueren
we. Mensen van het COT kijken dan of ie
mand plotseling heel stil is, zich terugtrekt of
zich anders gedraagt dan anders. Met zo ie
mand wordt gepraat. Ook in de periode daar
na wordt er, zo nodig, intensief contact onder
houden."
In mei dreigt het 'zwarte gat'. Hoewel, je zet je
sinds jaar en dag heel intensief in voor het behoud
van de katholieke geloofsgemeenschap in Westdor
pe. Werk zat toch?
„Het was een enorme klap voor de katholieke
gemeenschap toen de Elisabethparochie be
sloot de kerk van Westdorpe af te stoten. We
hebben uiteindelijk kunnen voorkomen dat
het gebouw gesloopt zou worden, want dat
was echt onaanvaardbaar geweest. Je zou de
ziel uit het dorp halen. De kerk heeft nu een
andere bestemming gekregen, maar we willen
er nog wel begrafenisdiensten houden. M'n
moeder bijvoorbeeld wil absoluut niet begra
ven worden in bijvoorbeeld Zuiddorpe. Die
wil hier op de begraafplaats naast de kerk wor
den begraven. M'n vader had dat ook. In Sas
van Gent begraven worden? Nooit! Steek me
dan maar in de fik, zei hij. Tja, hij was brand-
De bakker heeft geen tijd
meer om te blussen
door Wout Bareman
Carl Omer Rosa
de Hulsters
(2-2-1949 in
Westdorpe). Ge
trouwd met
Toos Lazaroms.
Dochter Eefje
en twee klein
kinderen.
Sinds 1 oktober
1970 brand
weerman. Be
gon zijn car
rière bij het
korps Westdor
pe. In 1975
commandant.
Halverwege
tachtiger jaren
plaatsvervan
gend comman
dant korps Sas
van Gent. Vanaf
2001 fulltime,,
eerst bij korps
Sas, na de herin
deling bij korps
Terneuzen.
Tal van functies
in de rooms-ka-
tholieke kerk.
Grote inzet
voor behoud ka
tholieke ge
meenschap
Westdorpe.