Precies een jaar geleden zag correspondent Wouter van Cleef in het rampgebied op de Filipijnen een voet uit het puin steken. Hij keerde terug naar Tacloban, op zoek naar het verhaal van dat slachtoffer: Sharmaine. 16 SPECTRUM buitenland a een moeizame reis van vijf dagen over land, zee en - door de lucht be reikte ik vorig jaar Tacloban, de Fili- pijnse stad die da gen eerder door tyfoon Haiyan en een vloedgolf bijna geheel werd verwoest. Aan de kust, waar een wijk helemaal was weggespoeld, trof ik een groepje bewoners. „Heb je water? Koekjes, misschieri?" Tussen het puin van weggespoelde huisjes wachtten ze radeloos op hulp die hen pas dagen later zou bereiken. In die eerste dagen deed het rampge bied mij denken aan foto's van Hiros hima na de atoombom. Uit de meters hoge berg puin bij de wijk Magallanes zag ik plots een groen-zwart-gelige steen, ongeveer 5 meter verderop. Ik keek iets beter. Het was een complete voet. Tandeloze oude man: 'Dat is Sharmai ne'.' Het was een van de eerste indruk ken die ik die middag in mijn Hema- notitieblokje schreef. Op de volgende regel krabbel ik een eigen observatie: 'Sharmaine is dood en dat is te rui ken'. Van Sharmaine weet ik niets, behalve dat haar lichaam tussen de puinho pen van de wijk Magallanes in Taclo ban in tropische temperaturen lag te verteren. Toch kreeg Sharmaine in mijn gedachten een gezicht en een levensloop. Een vrouw van rond de 50 jaar. Halflang, donker haar. Moeder van een gezin, dat moest haast wel. Een jaar later ben ik terug om te kij ken hoe het nu is in het rampgebied. Voor ik aanklop bij autoriteiten en hulporganisaties die ongetwijfeld zul len vertellen dat 'er nog veel moet ge beuren, maar dat er ook al veel is be reikt', wil ik zelf op onderzoek. Mijn doel: het levensverhaal van Sharmai ne achterhalen. Een week lang was er vorig jaar in Ta cloban praktisch geen voedsel te krij gen. Nu zijn verschillende hippe kof- fiezaakjes weer open. Bij een ervan neem ik een cappuccino en maak snel een actieplan. Terug naar de zeekant en de wijk Magallanes daar vlakbij, en Sharmaine was een prachtmeid. Altijd hingen er jongens om haar heen dan maar rondvragen. Op zoek naar het verhaal van één individu uit de meer dan zesduizend levens die de tyfoon wegvaagde. Hoewel de mensen in dit deel van de stad vooral nog in krotten wonen, is het verschil met een jaar geleden gi gantisch. Tijdens de meerdere bezoe ken na de ramp zag ik de inktvlek van herbouw en herstel langzaam maar ze ker uitbreiden. De schier eindeloze berg puin die hier lag, is opgeruimd. Om water of voedsel hoeft niet meer gevochten te worden. Kinderen lopen met felblauwe Unicef-rugzakjes naar school. Nog voor ik hulp kan vragen bij mijn macabere zoektocht roepen Nancy en Hercolano. Hun rieten huisje, dat wa terdicht is gemaakt met het dekzeil van een hulporganisatie, doet tevens dienst als winkeltje. De verkoop van wasmiddelen en frisdrank levert wat geld op. Hercolano's vaste baan als be veiliger aan de universiteit bestaat nu niet meer. Natuurlijk is het leven veel beter dan direct na de ramp, vertellen de vijfti gers, maar daarmee is alles gezegd. „De overheid belooft veel: nieuwe hui zen, elektriciteit, maar het duurt alle maal ontzettend lang. Hulpgeld komt hier niet aan", klagen ze. Ik vertel het stel over Sharmaine en de voet die ik een jaar geleden zag. Nancy loopt hardop de namen door van de 24 buurtgenoten die stierven door de tyfoon en vloedgolf, maar daar zit geen Sharmaine bij. Probeer het verderop, adviseert ze. Ze duwt een chocoladereep in mijn handen. Een paar honderd meter verder in de drukke sloppen schalt het geluid van een soap uit ramen die nooit gerepa reerd werden. Tanya en haar moeder wonen hier in een betonnen huisje. Een jaar geleden kwam de vloedgolf tot hun plafond. Ondanks een offici eel verbod wonen ze nog steeds aan zee. „Ik kan nergens anders naartoe", vertelt Tanya. „De gemeente wil een nieuwe stad bouwen ten noorden van Tacloban. Daar is het veiliger, maar we horen niets." Op het gemeentehuis wordt inder daad gezegd dat het megaproject maar moeilijk van de grond komt. Grondbe zitters verlangen de hoofdprijs, nu ze weten dat de gemeente bouwgrond wil opkopen. Na de ramp is Tanya bij een kerkelijke hulporganisatie gaan werken, waar ze vrijwilligers na de ramp aanstuurt. „Is in Nederland ook een inzameling gehouden", vraagt ze. Ik vertel haar over de Giro 555-actie, die 36 miljoen euro opleverde. „Prijs de Heer! Wat een bedrag", roept Tanya. Haar moe- Sharmaine, een weggeslagen leven door Wouter van Cleef

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 72