32 ZEELAND ONDERWIJS Dian Fluijt uit Bruinisse doet onderzoek naar een manier van lesgeven, die nieuw is voor Nederland: co-teaching. Twee leraren staan voor een klas met slimmeriken, 'gewone' leerlingen, maar ook kinderen met leerproblemen en gedragsstoornissen. Ze schreef er een boek over. Kinderen in co-teaching klassen worden minder gepest en ze worden socialer Elke leerling krijgt aandacht als hij of zij het nodig heeft ledereen leert op z'n eigen niveau Jarenlang begeleidde Dian Fluijt kinderen met ge dragsproblemen. Ook werk te ze als lerares op een mid delbare school voor spe ciaal onderwijs. „Ik was er van overtuigd dat de kinde ren die ik lesgaf structuur nodig hadden en het best af waren in een voorspelbare omgeving. Tot dat mijn leerlingen naar gewone scholen gingen. Ik hield mijn hart vast, maar zag dat ze zich daar heel goed konden handhaven. Een jongen met autisme die ik be geleidde, bloeide helemaal op. Toen besefte ik voor het eerst dat we in het speciaal onderwijs toch vooral bezig waren geweest met het onderdrukken van gedrag." Inmiddels werkt Fluijt als docen te en onderzoekster bij het Semi narium voor Orthopedagogiek van de Hogeschool Utrecht. „Ik krijg de kans om op scholen in an dere landen te kijken. Ik spreek heel veel mensen." Ze ging meer dere keren naar de Oostenrijkse stad Graz, onder meer met een groep Walcherse mensen uit on derwijs en zórg In Graz zitten al le kinderen, ook de kinderen met leerproblemen, gedragsstoornis sen of het Syndroom van Down, samen in de klas op gewone basis scholen. Voor de groep staan niet één maar twee leerkrachten. Co-teaching heet deze vorm van lesgeven. De docenten verzorgen de lessen niet alleen samen, maar bereiden ze ook samen voor, ge ven elkaar tips, en evalueren sa men. Ze verdelen hun aandacht over leerlingen met beperkingen en de andere kinderen en zorgen dat alle kinderen lessen krijgen die passen bij hun eigen mogelijk heden. Fluijt heeft zich de afgelo pen jaren verder verdiept in dit onderwerp. Ze schreef er een boek over - 'Prisma co-teaching' - dat ze gisteren overhandigde aan Barbara Oomen, dean van Univer sity College Roosevelt, tijdens een conferentie in Middelburg. Walcherse onderwijsbestuUrders, politici en afgevaardigden van zorginstelling Arduin spraken er over 'integratief onderwijs', ofte wel: hoe kunnen kinderen met be perkingen in de toekomst samen naar school gaan met hun leef tijdsgenootjes? Fluijt is enkele weken geleden ook begonnen met een promotie onderzoek. Op verschillende scho len in Graz en op vier basisscho len in Den Bosch volgt ze gedu rende twee jaar* leraren die experi menteren met co-teaching. Ze be studeert aan de hand van de prak tijk hoe het een succes kan wor den in het hele Nederlandse on derwijs. 'Lijdt mijn kind, dat wel goed kan meekomen, er niet onder als het in de klas zit met kinderen met leerproblemen?' Die vraag hoort Fluijt vaak van ouders. „Als je met z'n tweeën voor de klas staat, dan kan de les door blijven gaan, op het moment dat leerlingen met beperkingen extra begeleid moeten worden. Je hebt minder storingen. Elke leerling krijgt aan dacht als hij of zij het nodig heeft. Iedereen leert op z'n eigen ni veau." De effecten van co-teaching zijn onderzocht. Fluijt: „Het is bewe zen dat leerlingen die in de klas zitten met kinderen met beper kingen niet beter of slechter gaan presteren. Maar de 'speciale' leer lingen gaan er wél op vooruit. En voor alle leerlingen is het welbe vinden stukken hoger. Kinderen worden veel minder gepest en ze worden socialer." In Fluijts boek staat beschreven hoe uit verschillende onderzoe ken blijkt dat kinderen die in een klas zitten met leerlingen met be perkingen beter vriendschappen kunnen aangaan, dan leeftijdsge nootjes waarvoor dat niet geldt. 'Kinderen accepteren eikaars ver schillen'. Fluijt spreekt over de klas, die functioneert als een 'com munity', waar een goede sfeer hangt en waar leraren en leerlin gen samen zorgen voor goed on derwijs. Ervaringen op proefscholen wij zen bovendien uit dat leraren meer plezier hebben in hun werk. „Je hoort tegenwoordig zo veel jonge leerkrachten die na vier of vijfjaar uit het onderwijs stap pen, omdat de werkdruk te hoog is. Ze hebben behoefte aan ie mand die naast hen staat. Laat jon ge leraren leren van de oudere. Laat ze samen de verantwoording dragen voor een groep. Zo kun nen leraren weer trots op hun werk zijn en hebben ze het gevoel dat ze hun vak aankunnen." Daarnaast heeft Fluijt haar eigen drijfveren. „Ik wil graag werken aan een maatschappij, waarin nie mand buitengesloten wordt. Elk kind is een leerling. Ook leerlin gen die nu helemaal niet naar Met twee leraren Dassen alle cinderen in de klas door Cornelleke Blok

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 72