32 ZEELAND DE WEEK VAN DE BEVRIJDING In de eerste week van november 1944 tekende de één na de andere Duitse commandant op Walcheren de overgave. Maar lang niet overal vierde de bevolking feest. Het slagschip van de geallieerden richtte per abuis op Domburg. De bevrijders troffen het dorp brandend aan, vol doden en ontheemden. Vrouwenpolder zette zich schrap. Bij het opruimen van het laatste Duitse verzet dreigde het dorp in de vuurlinie te komen. Tot plotse ling een Duitse stafauto binnen reed, met achterin twee Britse of ficieren. Het voertuig hield halt voor het hoofdkwartier van Wil helm Veigle, de Duitse comman dant, in een huis aan het begin van de Fort den Haakweg. De Brit ten stapten daar opgewekt naar binnen. Toen ze op die woensdag ochtend 8 november 1944, weer naar buiten kwamen, was de oor log op Walcheren voorbij. De Duitse commandant had die ochtend al bij het eerste licht vier van zijn mannen op pad gestuurd om contact te maken met de Noorse en Belgische commando's die oprukten vanuit Oostkapelle. Hij stond klaar om zich over te ge ven, zo luidde de boodschap. Er werd nog fel gevochten om zijn laatste, met mijnen omringde gevechtsbatterij. Vanuit de lucht kon hij jachtvliegtuigen verwach ten, die hem zouden bestoken. En vanuit Veere schoten Schotten, die het Sloe waren overgestoken. Terugtrekken was onmogelijk, DE SLAG OM DE SCHELDE want zowat heel Walcheren stond onder water. Toen Veigle zijn wapen aan de Britten over handigde, zo wil het verhaal, ver klaarde hij met betraande ogen dat zijn mannen zonder munitie niet verder konden vechten. Waar op ook de laatste negenhonderd bezetters van Walcheren in krijgs gevangenschap konden worden weggevoerd. „Zij leken net zo blij als wij", zo besluit de Noorse com mando P. G. Jonson een film die de oprukkende geallieerden volgt, van de landing op 1 november bij Westkapelle, via Domburg en Oostkapelle naar Vrouwenpolder, tot 'de lang verborgen Nederland se vlaggen verschenen in de stra ten en op de daken'. Hoewel Hitier zijn meer dan zes duizend militairen had bevolen Walcheren tot de laatste man te verdedigen, gaf de overgrote meer derheid zich gretig over, gedemo raliseerd door wekenlange bom bardementen, en de geïsoleerde posities temidden van binnenstro mend zeewater. Vlissingen viel na felle straatge vechten al op 3 november volle dig in handen van de bevrijders. Op 6 november gaf de Duitse ge neraal Daser zich met zijn twee duizend militairen gedwee over aan een konvooi van nog geen tweehonderd commando's dat met acht amfibievoertuigen _de stad binnenreed. De straten juichten. Maar niet overal op Walcheren was het Oranjefeest. Het zwaar gehavende Vlissingen was al in de oorlogsja ren goeddeels leeggelopen. Toen de geallieerden op 1 november bij Westkapelle landden, verbleven daar nog slechts zes bewoners. De rest van de bevolking was een maand eerder omgekomen of ge vlucht tijdens een geallieerd bom bardement op de zeedijk, dat het dorp vrijwel geheel verwoestte. Landingstroepen die meteen door stootten naar Domburg, troffen het dorp brandend aan, omgeven door mijnenvelden en water, vol doden, wanhopige vluchtelingen en angstige ontheemden. Doordat het geallieerd slagschip Warspite de watertoren aanzag voor de kerktoren, had het die dag de kanonnen precies op de dorpskern gericht. Zware grana ten vaagden meer dan een kwart van de huizen weg. Het abuis kostte 48 burgers het leven: 23 Domburgers en 25 vluchtelingen, onder wie 16 die een maand eer der ternauwernood aan het infer no in Westkapelle waren ont snapt. „Er heerst hier een vreeslijke stank, de lucht van verbrande wo ningen en het verbranden van mens en dier", zo karakteriseerde dagboekschrijver Jan Komejan de volgende dag de sfeer in bevrijd Domburg. Mientje Louwerse-Bim- mel (86) gruwt nog steeds wan neer ze terugdenkt aan de paniek na de eerste granaatinslag. „Je wist niet waar je kruipen moest." De buurvrouw, die net de was op hing, werd meteen dodelijk getrof fen. Maar dat hoorde Mientje pas later. Zelf weigerde ze de schuil kelder in te gaan. „Levensgevaar lijk. Juist in schuilkelders zijn veel mensen omgekomen." Met haar moeder vluchtte ze de straat op, 'over de rommel, terwijl glas en dakpannen je om de oren vlogen'. Verder in het dorp wenkte een vrouw hen naar binnen. „Daar voelde ik me veiliger." Haar vader was die ochtènd de deur uit ge gaan om met melk te leuren. „Ik maakte me vreselijk zorgen. Tot hij pas 's avonds weer opdook. Hij had geholpen slachtoffers te iden tificeren, nadat die de kerk in wa ren gedragen." Ja ze waren bevrijd, nog diezelfde avond. „Maar het voelde ontzet tend dubbel. Aan de ene kant in tense verdriet. Al die doden die je kende. Aan de andere kant ontzet tende blijdschap. We waren be vrijd, en hadden het er levend vanaf gebracht." Ontzettend veel verdriet en toch ook heel erg blij door Henk Postma Mientje Bimmel: dubbel gevoel Na de Duitse capitulatie in Vrouwenpolder, rijden geallieerden Serooskerke binnen. Bij vertrek stuiten ze op een bom: achttien militairen sterven, collectie Royal Marines Museum Domburg kan pas echt feestvieren, wanneer koningin Wilhelmina vier maanden na de bevrij ding langskomt. De schooljeugd verwelkomt haar met een aubade, collectie Lou Maranus

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 60