ZEELAND GEPEILD
2 BUITEN
Zeven jaar na haar overlijden
neemt zijn stem nog steeds in
kracht af wanneer hij over haar
spreekt. Hij merkt hoe zijn keel
zich langzaam dichtschroeft.
Tranen stuwen in zijn ogen:
„Het is een fragiel gevoel dat al
tijd met mij meereist", zegt hij schor. „Ver
driet golft omhoog vanuit mijn buik en borst.
Soms zwiept het me zelfs van mijn voeten."
Dat overkomt hem op onverhoedse momen
ten, in onverwachte situaties: „Laatst nog, in
het reisbureau. Opgetogen was ik; voor het
eerst sinds tijden ga ik er alleen op uit. Toen
werd er gevraagd of ik al 'ns eerder gebruik
had gemaakt van hun diensten. Ik dacht het
niet, dus werden mijn gegevens ingevoerd.
Maar ja hoor - en daar kwam Ingrid tevoor
schijn. Ooit had zij voor ons een tripje ge
boekt; dat was ik vergeten."
De dame achter de balie ging er professioneel
mee om, zegt hij, en liet aan hem over wat hij
met die informatie wilde doen. En dat mo
ment greep hem nog het meeste aan, want nu
moest hij zeggen: „Verwijdert u haar maar uit
het bestand."
Als boswachter bij Staatsbosbeheer is Karei
Leeftink (56) verantwoordelijk voor communi
catie en recreatie op Walcheren. In zijn vrije
tijd is hij een fanatiek vogelaar. Nu beent hij
met lange passen over het gras van de histori
sche begraafplaats Vrouwenpolder. Het lager
gelegen veldje, zo'n 800 vierkante meter
groot, sluimert in de beschutting van de
Noorddijk. Het is een oase van stilte. „Ik kom
hier een paar keer per jaar, op mijn rondje
langs het Veerse Meer", zegt hij. „Hier ligt zij
niet, maar het is zo'n mooi, contemplatief
hoekje; haast een vergeten wereld. De bomen
staan wat gebogen alsof ze ook nadenkend
zijn gestemd."
De begraafplaats is niet meer in gebruik. De
gemeente Veere geeft geen nieuwe graven
meer uit: het is niet duidelijk of er nog ruimte
beschikbaar is, dus is het vol verklaard, met
uitzondering van ooit gedane reserveringen.
Nu resten nog enkele grafranden en verweer
de zerken. Ternauwernood valt te ontcijferen
dat er in 1951 voor het laatst iemand aan de aar
de is toevertrouwd. „Bijzondere vogels heb ik
hier nooit gespot", zegt Leeftink. „Maar soms
ga ik even in het gras zitten. Een grafsteen is
een monument voor het leven."
In deze serie reizen we de pijlen achterna. Wekelijks landt er
eentje lukraak op de kaart van Zeeland. En precies daar, op
die toevallige plekken waar ze natrillend wijzen, nemen we
poolshoogte. Op akkers waar bieten op de rooier wachten,
op borrelende schorren en slikken, in door westenwinden
getekend bosgebied, op dromerige duinen - elk stukje
Zeeland heeft een verhaal.
VROUWENPOLDER
Ingrid stierf op 37-jarige leeftijd aan borstkan
ker. Ruim elf jaar waren ze samen: „We reis
den veel, hadden afwisselende banen, betrok
ken verschillende huizen en richtten die eclec
tisch in, met kunst en accessoires uit andere
culturen." Ze hebben voor haar overlevings
kansen gevochten: ziekenhuis in en uit, opera
ties, chemokuren, bestralingen, een herstel
lingsoord in Duitsland. Hoop en wanhoop
wisselden elkaar af: „Maar begin november
was ze zo ziek," zegt hij. „En had zo veel pijn.
Ze was uitgeput."
De eerste maanden na haar overlijden zwierf
hij als een zombie rond. Slikte antidepressiva,
bezocht dagelijks haar graf, digitaliseerde alle
foto's en trok tijdens zware stormen naar het
bos; het leek hem wel een passende oplossing
om door een oude boom te worden geveld. En
lang bewaarde hij alles: haar kruidenthee, spe
cerijen, chocoladekoekjes. Haar jassen en tas
jes, haar tandenborstel op de wastafel. Inmid
dels is er veel opgeruimd: „Maar haar parfum
heb ik nog. Heel soms draai ik het dopje eraf.
Ik inhaleer haar en herinner me dan ook hoe
bedwelmend verloren ik mij die winter voel
de."
Zondag was het Allerzielen, een hoogtijdag
uit de westerse rooms-katholieke traditie. Elk
jaar op 2 november worden overledenen her
dacht en bloemen gebracht naar de graven.
Monumenten voor het leven
door Jacoline Vlaander
De historische begraafplaats van Vrouwenpolder is niet meer in gebruik, foto Lex de Meester
BI Nog net valt te ontcijferen dat er in 1951 voor het laatst iemand is begraven, foto Jacoline Vlaander