SPECTRUM 7
interview
Niet dat ze zich het niet herinnert,
harde woorden in een landelijk dag
blad, ook al is het inmiddels elf jaar ge
leden. Haar ogen zijn ineens heel don
ker, de toon scherp. „Ik ben een ballet
gans genoemd. Een dómme ballet
gans. Dat vind ik te ver gaan. Dat vind
ik echt te ver gaan. Ik heb het daar
heel lang heel moeilijk mee gehad.
Mijn moeder heeft toen tegen me ge
zegd: hier moet je boven staan. En dat
heb ik ook gedaan."
Directeur Ted Brandsen van Het Na
tionale Ballet zag een sterballerina in
haar, net zoals choreograaf Rudi van
Danzig. Hans van Manen, huischoreo-
graaf van Het Nationale Ballet,
schreef balletten speciaal voor haar.
Ze past naadloos in een wereld waar
in behalve artistiek talent ook discipli
ne en toewijding worden gevraagd.
Haar agenda wordt van dag tot dag
voor haar ingevuld: trainingsuren, re
petities, de balletten waar ze al dan
niet in mee mag doen. Dat hoort er
bij. „Als danser, als topsporter - want
dat ben ikmoet je een bepaald blind
vertrouwen hebben in het artistieke
team en je balletmeester. Niet dat je
niet zelf een mening mag hebben,
maar je moet je wel over kunnen ge
ven aan iemand wiens taak het is om
mij, bijvoorbeeld, in vier weken klaar
te stomen voor het Zwanenmeer. Fy
siek, mentaal, alles erop en eraan. An
ders had je geen balletmeester nodig."
Het motto 'niet zeuren',
zoals haar moeder haar
dat voorleefde, is een
voorwaarde voor een
bestaan als ballerina.
„Omdat we ons allemaal realiseren
dat het anders niet werkt. En, natuur
lijk, omdat we er heel graag staan. Het
loopt niet altijd perfect, maar dit is
wel iets dat wij allemaal van jongs af
aan zó graag wilden bereiken. We we
ten heel goed dat we ervan moeten ge
nieten want voor je het weet, is het al
lemaal voorbij."
De Jongh vergaarde prijzen, werd in
2003 eerste soliste bij Het Nationale
Ballet. Vier jaar later moest ze haar
moeder begraven, die tot het laatst
voor het leven had geknokt en zelfs
nog kaartjes had voor een voorstelling
waarin De Jongh een maand na de be
grafenis danste. In 2010 kwam een
droom uit: ze werd moeder van zoon
tje Hugo. Een vlekkeloze zwanger
schap, een guilty pleasure voor de ran
ke ballerina die maar liefst 30 kilo aan
kwam, mondde uit in een nachtmer-
rie-achtige bevalling. „Een week voor
de uitgerekende datum bleek mijn
bloeddruk gevaarlijk hoog en de enige
manier om daarvan af te komen, was
bevallen. Ik denk zelf dat de echte be
valling tegelijk op gang kwam met
het inleiden, ik heb urenlang één gro
te wee gehad. Bij het persen heb ik zo
hard gewerkt dat er van binnen iets
knapte. Met het kind was het goed,
maar ik verloor ontzettend veel bloed.
Ik had een jonge gynaecologe die in
paniek raakte, ze wilde me bloed la
ten toedienen." De Jongh was uitge
put, maar een transfusie weigerde ze.
„Bloed van iemand anders in m'n lijf,
ik moest er niet aan denken." Uitein
delijk bleek een verblijf van een paar
dagen in het ziekenhuis voldoende.
„Toen ging het alweer een stuk beter.
Maar ik wou wel dat iemand me van
tevoren had verteld hoe vreselijk zo'n
bevalling is. Het is doodeng.
Dood-eng." Dan, relativerend: „Nou
ja, anyway, het is goed gekomen. En
ik voel me nu sterker dan ooit."
Haar leven is als een puzzel waarvan
alle stukjes op hun plek liggen. Echt
genoot Mathieu is na zijn danscar
rière als filmer bij Het Nationale Bal
let aan de slag gegaan, hij kan thuis
zijn als De Jongh moet optreden. Hun
zoon Hugo is een jongetje dat heel
veel zin heeft in het leven. Voor dan
sen interesseert hij zich niet heel erg,
voor voetbal des te meer. „En ik voet-
66 Ik ben een balletgans
genoemd. Een dómme
balletgans. Dat vind ik
echt te ver gaan
bal gewoon mee, hoor. Ik ben niet zo
bang dat ik iets breek."
De Jongh danst fulltime, maar: „Als
Hugo ziek wordt, ben ik heel simpel:
dan moet ik thuisblijven, punt. Ik ben
natuurlijk op de eerste plaats mama
dus als mijn kind ziek is, dan houdt
het op." De directie van Het Nationa
le Ballet toont daar veel begrip voor.
Voorbij zijn de tijden dat dansers ge
acht werden te leven voor hun werk.
Tijdens een recente veertiendaagse
tournee door China mochten de drie
ballerina's van het gezelschap met jon
ge kinderen, na een week alweer te
rug naar Nederland. „Heel lief', vindt
De Jongh dat van directeur Brandsen.
Naast haar optredens zet ze zich sinds
een jaar ook in als coach voor de The
Junior Company, waar jonge dansers
zich een aantal jaren mogen bewijzen
voor ze in aanmerking komen voor
een contract bij Het Nationale Ballet.
Op een natuurlijke manier voelt ze
aan hoe ze haar boodschap moet over
brengen. „Ik merk dat ik dat heel erg
leuk vind. Ik heb er ook een bepaalde
zekerheid over, wat ik als danseres
vroeger niet zo een-twee-drie had."
Is dat het toekomstperspectief, na af
loop van haar danscarrière? „Ik denk
er nog niet aan om te stoppen, maar
ik ben natuurlijk geen 25 meer. Je
voelt natuurlijk fysiek dat bepaalde
dingen zwaarder worden, maar er
echt mee ophouden is een proces dat
geleidelijk zal gaan, denk ik. Ik was
heel lang de jongste, nu ben ik de
oudste van het gezelschap. Ik vind dat
helemaal niet erg, ik geniet van het
feit dat de jongere generatie me een
bepaald respect geeft door wie ik ben
en wat ik heb gedaan. Ik vind dat ge
woon fijn. Ik heb danseressen meege
maakt die het heel moeilijk vonden te
stoppen, maar volgens mij ben ik niet
zo. Ik ben natuurlijk heel jong begon
nen, ik was heel jong eerste soliste,
mocht snel de grote róllen gaan dan
sen. Ik heb het voorrecht gehad ze alle
maal meerdere keren te mogen doen.
Ik ben tevreden. Heel erg tevreden."
ZATERDAG 1 NOVEMBER 2014
•V-.-
reageren?
spectrum@depersdienst.nl
Igone de Jongh
(1979, Haar
lem) volgde op
leidingen aan
de Nationale
Ballet Acade
mie en de
Royal Ballet
School in Lon
den.
Ze danst sinds
1997 bij Het Na
tionale Ballet.
De Jongh is eer
ste solist sinds
2003.
Prijzen: Alexan
dra Radiusprijs
(2003), Aan
moedigingsprijs
Dansersfonds
'97 (2002)