4 SPECTRUM Tien jaar geleden werd cineast Theo van Gogh vermoord door een radicale moslim. De aanslag verdeelde Nederland in twee kampen. Rechts steunde de harde aanpak van toenmalig WD-minister Rita Verdonk, links volgde PvdA-burgemeester Job Cohen, die vooral de 'boel bij elkaar wilde houden'. Job Cohen hield na de moord op Theo van Gogh 'de boel bij elkaar'. Nu weet hij niet meer zo goed hoe het verder moet. Elf dagen voor zijn dood had Theo van Gogh hem nog een doortrapte cynicus ge noemd, een rasoppor tunist die 'kroop' voor gelovigen. En nu stond burgemeester Job Cohen voor een menigte op de Dam in Amster dam, die kolkte van woede en veront waardiging. Die ochtend was Van Gogh met acht kogels om het leven ge bracht, afgeslacht, de keel doorgesne den door een radicale moslim. Het was 2 november 2004, 20 uur. „Er was geprikkeldheid, in hoge mate. Vijan digheid ja. Ik voelde vanaf het po dium waar ik stond: potverdorie, waarom hebben 'we' dit niet voorko men. 'We' was in de ogen van velen al snel de burgemeester. Ik dus." Er klonk geschreeuw, gejoel. Wie de beelden terugkijkt, ziet Cohen met een strakgespannen gezicht. Zelf voel de hij vooral kille woede over de aan slag. Twijfels over de vraag of hij tij dens de protestmanifestatie wel moest gaan spreken, waren er niet. „Ik vond dat helemaal geen punt Het maakte geen bal uit of ik wel of geen goeie relatie met Theo had. Ik stond daar als burgemeester." Zijn vaste speechschrijver Geert Jan ter Linden had puik werk geleverd. „Hij kwam met een prachtig verhaal, waaraan ik weinig heb veranderd. Ik dacht: kom maar op, daar kan ik de wereld wel mee aan." De beste zin in het betoog? „Theo maakte met veel mensen ruzie. De boel bij elkaar houden, is het belangrijk ste wat je kan doen als burge meester Ook met mij. En dat mag in dat land!" Er klonk luid applaus. Cohen zat op het stadhuis te vergade ren toen het telefoontje binnenkwam. „Ik voelde het bloed wegtrekken uit mijn gezicht en geloof dat ik keihard godverdomme riep." Foute boel. Een omstreden cineast neergemaaid door een extremistische moslim. Naast de eerste reflex om te weten wie de moordenaar was, kwam meteen de tweede: hoe zorg je dat dit de samen leving niet uit elkaar drijft? Hoe hou je de boel bij elkaar? Dat credo, ooit bedacht door Joop den Uyl, was sinds zijn aantreden zijn leidraad. „Ik kende Amsterdam toen nog niet goed. Je hebt er veel culturen en iedereen moet maar een beetje met elkaar zien te leven. Dat leek mij geen eenvoudi ge opgave. Dan is de boel bij elkaar houden het belangrijkste wat je kan doen als burgemeester." Het beteken de praten, plooien gladstrijken, bemid delen, luisteren. Met elkaar een kop thee drinken, zeg maar. Moskeeën en islamitische scholen bezoeken. Mos lims niet uitsluiten. Na 2 november ging het tempo van handen schudden flink omhoog. Hoewel hij later voor zijn aanpak in het buitenland gepre zen werd (Time Magazine riep hem uit tot Held van 2005) was niet ieder een enthousiast. „De eerste maanden vond men het he lemaal niets. In mijn herinnering was het toen alleen maar negatief. 'Kei hard aanpakken die lui'. 'Weg met die gasten'. 'Ophouden met die flauwekul van theedrinken'." Achter de scher men werden radicale moslims wel de gelijk in de tang gehouden. „Radicali sering is zeker actief bestreden. Ivo Opstelten, destijds burgemeester van Rotterdam, en ik deden eigenlijk onge veer hetzelfde, maar hij was de hardli ner en ik de softie. Terwijl hij als bur gemeester softer was dan ik." De moord legde een grauwsluier over Nederland. Angst voor aanslagen, on gekende beveiliging van politici, felle discussies, moslims die zich niet lan ger thuis voelden. Ook Amsterdam is 'sadder and wiser' geworden, zegt Co- hen. „Iedereen realiseert zich dat dit geweld ook gewoon hier kan plaats vinden." Hij beaamt dat het maar de vraag is of een film met uitgesproken islamkritiek als Submission nu nog ge maakt zou kunnen worden. „Er is een klimaat ontstaan waardoor mensen zich afvragen: durf ik dat wel." Hij worstelt met dat gegeven. „Ik vind het heel moeilijk. Er zijn grote groepen migranten die hun plek hebben ge vonden in de samenleving, maar er zijn ook mensen waar dat helemaal niet goed gaat." Aarzelend: „Dat is wel heel erg jammer." Cohen is somber over de mogelijkhe den om geweld zoals van terreurbewe ging IS te bestrijden. „Ik zou niet goed weten hoe dat moet. Bij dit soort religieuze uitwassen is dat heel erg moeilijk. Je kan proberen de maat schappelijke factoren zo veel mogelijk positief te beïnvloeden. Mensen se rieuze kansen geven. Ik denk dat dat op zich helpt. Maar het is niet genoeg. De jongens die naar Syrië gaan, heb ben hogere opleidingen." Ook nu blijft hij de man van nuances. „Welbeschouwd zijn het er natuurlijk niet zo verdomd veel die radicaal zijn. Verreweg de meeste moslims moeten er niets van hebben." Maar dat zijn ei gen PvdA nu een scherper geluid laat horen, is hem niet ontgaan. Zijn partij genoot Lodewijk Asscher legt veel na drukkelijker het accent op 'kernwaar den' van de samenleving en de eisen die aan nieuwkomers gesteld mogen worden. Is dat voortschrijdend in zicht? „Ik weet het niet", antwoordt Cohen diplomatiek. „Ik zeg altijd: zacht als het kan, hard als het moet. Ik vind het nog steeds van belang de cul turele verschillen te accepteren, zeker als we de mond vol hebben van vrij heid. De ruimte moet van twee kan ten komen. Dat heb ik altijd belang rijk gevonden en vind ik nog steeds." 'We durven minder' door Sandra Donker Job Cohen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 60