Het complex mocht een zekere uitstraling hebben Het magazijn van het oude PZEM-complex bij Vlissingen is het nieuwe huis van de PZC. 8 VERHUIZING PZC e noemen het herge bruik. Waar nu de PZC onderdak heeft gevonden, huisde eerst de Centrale Zeeland. Om die naam te kunnen plaat sen, gaan we terug naar de naoor logse jaren, de tijd van de weder opbouw. Tijdens de Tweede We reldoorlog was er door (zee)wa- ter en bommen en granaten veel beschadigd in Zeeland. In som mige steden en dorpen was na de geallieerde belegering in 1944 weinig meer heel. In de provin cie waren door de Duitse bezet ter uitgestrekte gebieden onder water gezet om de opmars van Canadezen, Polen, Schotten en Britten te vertragen en zo moge lijk te stoppen. Walcheren was een verhaal apart. Daar gooiden de geallieerden bommen op de dijken, om het hele eiland onder water te zetten en zo de Duitse bezetter in het nauw te drijven. Bij Vlissingen stond een elektrici teitscentrale van de Provinciale Zeeuwsche Electriciteits-Maat- schappij (PZEM), die Walcheren en de Bevelanden van stroom voorzag. Op 24 juni 1943 raakte die door een bombardement ern stig beschadigd. De ideevorming voor de bouw van een grotere centrale, die heel de provincie van elektriciteit zou voorzien, kwamen daardoor in een stroom versnelling. Zo komen we toe aan het ge bouw waarin de PZC nu is ge huisvest. Voor de bouw van de nieuwe Centrale Zeeland werd een perceel gekozen tussen het Kanaal door Walcheren en de spoorlijn. Het kanaal was nodig voor de aanvoer van grote hoe veelheden kolen en bood boven dien de zekerheid van altijd aan wezig koelwater. Eind oktober 1950 werd begon nen met het heien. In januari 1954 kon het project worden afge rond met de ingebruikname van een tweede turbine. In die ruim drie jaar was er een beeldbepa lend complex verrezen. Nog wel zonder de twee hoge schoorste nen, die pas begin jaren zestig apart op het terrein werden ge bouwd. In 1987 werd de centrale buiten werking gesteld. Architect Arend Rothuizen (1906-1990) moest zorgen, dat de elektriciteitscentrale behalve nut tig ook een sieraad voor de pro vincie zou zijn. Hij had een naam opgebouwd met onder an dere de Westerkerk in Goes en de wijk Griffioen in Middelburg. Rothuizen - een verbastering van de oorspronkelijk Duitse naam Rothausen - koos voor een 'totaaldesign'. Wat dat inhoudt weet zijn zoon, de in 1935 in Mid delburg geboren architect Frans Rothuizen. Hij presenteert twee mappen vol met foto's van de bouw van de centrale. Hij ging er meerdere keren met zijn va der kijken en herinnert zich het helse kabaal van de turbines. Al le gebouwen - het ketelhuis, de verdeelcentrale, het kantoor, het magazijn, de dienstwoningen - werden in een logische opstel ling ten opzichte van elkaar neer gezet. „Paviljoensgewijs", zegt Frans Rothuizen. Natuurlijk werkte zijn vader volgens door het elektricteitsbedrijf bepaalde richtlijnen, de omvang van de machines was maatgevend voor het ketelhuis en aanpalende ma chinezaal en verdeelstation. Toch waren er voor vader Rothui zen voldoende mogelijkheden om zijn stempel te drukken. Frans wijst op de flauwe dakhel ling van alle gebouwen, de sta len raamkozijnen, het gebruik van baksteen ter opvulling van dragende staalconstructies. In de regelkamers en kantoorruimtes, die een zekere voornaamheid mochten uitstralen, plaatste hij bovenin de wanden strakke pane len, die op gezette afstanden door een rond paneel werden on derbroken. Ook de ronde ramen in diverse gevels mochten als ty pische 'Rothuizen-Spielerei' wor den opgevat. Het oog voor detail reikte ver. De architect liet het metselwerk uitvoeren in zogenaamd 'klezo- renverband': de stenen versprin gen een kwart van hun lengte ten opzichte van de laag daaron der en daarboven. Frans: „Hij vond dit sierlijker dan het alge meen gebruikte halfsteensver- band waar de metselstenen een halve steenlengte verspringen." Na de sluiting van de centrale in 1987 was het complex rijp voor de sloop. Het ketelhuis, de machi nezaal en de twee hoge schoor stenen werden daadwerkelijk met de grond gelijkgemaakt. Daarna kregen bedrijven toch kans zich te vestigen in de nog bestaande gebouwen. En zo kon de PZC net voor de zo mervakantie van dit jaar de bo venverdieping van het vroegere PZEM-magazijn betrekken. De strook glas aan de bovenzijde van de lange wanden doet daar volgens Frans nog het meest aan denken. Hij wijst ook op de be tonnen palen, die los in de ruim te staan. Op de hoeken zijn ze be schermd met extra betonnen pa nelen. Zo werden ze niet bescha digd door de magazijnkarretjes. Architect Arend Rothuizen tekende de Centrale Zeeland in 1950. Het gebouw links van het hoge ketelhuis is het magazijn, waarvan de PZC de bovenste verdieping in gebruik heeft genomen. W

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 60