ZEELAND GEPEILD 2 BUITEN wmm In deze serie reizen we de pijlen achterna. Wekelijks landt er eentje lukraak op de kaart van Zeeland. En precies daar, op die toevallige plekken waar ze natrillend wijzen, nemen we poolshoogte. Op akkers waar bieten op de rooier wachten, op borrelende schorren en slikken, in door westenwinden getekend bosgebied, op dromerige duinen - elk stukje Zeeland heeft een verhaal. ZUIDHOEK Het onstuimige weer lokte hem naar de dijk, zegt hij. Dus is hij weer even naar Zuidhoek ge gaan. Net als vroeger. Rugge lings zet hij zich schrap in de wind, tuurt door zijn verrekij ker langs de voortjagende wol ken en tast aandachtig de grijze horizon af. In het westen reiken de gevorkte pijlers van de Oosterscheldekering omhoog uit het schuim. „Nu is het een getemde zeearm, met beperkt getij", zegt hij. „Vroeger kwamen de krachten van wind en water in aanraking met het land; soms sloegen de golven hier zelfs overheen. En wanneer je 's avonds laat door de polder reed, zag je in bijna alle huizen nog licht bran den - niemand ging slapen." Ted Sluijter (58) is sinds een aantal jaren bos wachter bij Natuurmonumenten op Schou- wen-Duiveland, en heeft met zijn specialisatie Communicatie Recreatie enkele gebieden van Zuid-Holland en Zeeland onder zijn be heer. Hij kent de provincie nog uit de tijd dat het een eilandengroep was waar eb en vloed, pontjes, dienstregelingen en stormen het le ven bepaalden. Sindsdien heeft hij alle dam men, dijken en verbindingen zien aanleggen: „In december 1965 was de Zeelandbrug vol tooid: indertijd de langste brug in Europa. De opwinding gonsde al maanden rond: 'Er komt een brug, er komt een brug!', en toen konin gin Juliana hem opende, met een druk op de knop, stond ik als negenjarige in de menigte vooraan, met een Agfa Cameraboxje." Aan Den Haag, waar hij zijn vroegste kinderja ren doorbracht, heeft hij niet veel herinnerin gen meer: „We hadden een tuintje van nauwe lijks zes grindtegels. Als kleuter heb ik daar kennelijk op mijn hurken de torren en mieren goedemorgen gewenst." Waarmee hij maar wil zeggen dat de liefde voor de natuur er al vroeg inzat. De verhuizing naar Zierikzee, waar zij als een van de eerste gezinnen zich in de nieuwbouwwijk Malta vestigden, wende snel: „Eén stap buiten de deur en je stond mid denin de eindeloze ruimte. Ik kon overal rond struinen en spelen; er was een poldertje dicht bij, en het bos van Schuddebeurs. En later na tuurlijk hier naartoe: Zuidhoek!" De inlagen ten westen van de Zeelandbrug, achter de hoge grasdijken, beslaan ongeveer achtendertig hectare. De binnendijken zijn in de achttiende eeuw aangelegd om in geval van een dreigende doorbraak het achterliggen de land te beschermen. Het ertussen gelegen lage gebied is moerassig en zout, met plassen, slootjes en begroeide eilandjes, waar zeekraal groeit, en lepelblad,. schorrenkruid, schijnspurrie, zilte rus en zeebies. Het is een paradijs voor kust- en broedvogels. „Als tieners kwamen we hier vaak", vertelt Sluijter. „Mijn vrienden en ik waren lid van de natuurvogelwacht van Schouwen-Duive- land, die ons stimuleerde om hier te inventari seren. Zo vergrootten wij onze leefwereld. We beheerden op één van deze eilandjes een vo- gelkijkhut die wij flink uitbouwden met hout dat we na een storm langs de dijken en strand jes bij elkaar jutten; dat sleepten we allemaal over een loopplank ernaartoe. Ter afwisseling van het nauwgezet bijhouden van natuurwaar nemingen en het boekstaven van bijzondere soorten, waren we aan het timmeren, vissen of zwemmen." Wanneer er 's winters via de radio uitgebreide dijkbewaking werd verkondigd, reden ze stie kem 's nachts op hun brommertjes naar de kantonniers van het Waterschap: „Die zaten daar ergens tegen de helling in een gebouwtje. Grote waterdichte pakken aan. Zuidwesters op, en wij hadden die van ons ook mee. Het waren onze vrienden; we mochten bij het ka cheltje zitten en naar hun spannende verha len luisteren." Was hij in die tijd dan ook fel gekant tegen de plannen om de Oosterschelde af te sluiten, na de bosbouwschool en het doorlopen van mili taire dienst kwam hij uitgerekend bij de Delta Werken op Neeltje Jans terecht, als eerste voorlichter. Hij zou er ruim achtentwintig jaar blijven: „Ik ben niet tégen veiligheid", grinnikt hij. „En de Oosterscheldekering is vanwege de innovatieve technische combina tie van minder risico en natuurbehoud wereld beroemd. De belangstelling ervoor is groot. Sinds de ingebruikname in 1986 gaan.de schui ven bij dreigend hoogwater helemaal dicht, net als vorige week." Hij realiseert zich dat bijna zijn hele leven zich afspeelt rondom zeearmen, eilanden en inlagen. En dat hij voortdurend balanceert tus sen alle verschillende krachtenvelden: natuur, landbouw, visserij, recreatie, veiligheid en pla nologische ontwikkeling. Telkens probeert hij verder te kijken dan alleen de belangen die hij zelf beroepshalve vertegenwoordigt. Bij 'Plan Tureluur' ondersteunde hij vanuit de gebieds- commissie het idee om de nieuw aan te leg gen natuurgebieden aan de zuidkust van Schouwen-Duiveland niet ten koste te laten gaan van de agrarische sector. En bij de crowd- fundingsactie 'Red de Roggenplaat', die zijn ei gen organisatie begin augustus met Nationaal Park Oosterschelde startte, vindt hij de zand- opspuiting niet alleen nodig voor het overle ven van steltlopers en zeehonden in de Neder landse natuur, maar is hij ervan doordrongen dat het impact heeft op wereldschaal: „En dat blijf ik overal vertellen: de Oosterschelde, met deze lager gelegen zilte gebieden tussen de dij ken, is een niet te onderschatten schakel in een veel groter geheel - want als er hier iets ge beurt, merk je dat van Siberië tot in Afrika." Oosterschelde is schakel van wereldbelang De Zuidhoek, met op de achtergrond de Zeelandbrug. foto Lex de Meester door Jacoline Vlaander De inlagen ten westen van de Zeelandbrug, achter de hoge grasdijken, be slaan ongeveer achtendertig hectare, foto Lex de Meester

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 42