De Koran in goed Zeêuws ra Katinka Polderman beschrijft twee meisjes op de drempel van de puberteit op het platteland in Zuid-Beveland. Haar bundel is het geschenk tijdens de Week van het Zeeuwse Boek 2014. Zeêuwse knoppe, Arobusc blomme Onder de spannendste ver halen die vroeger in de klas bij Bijbelse geschie denis werden verteld, waren die over de vrome en hoogmoedige Jo zef, die door zijn broers als slaaf werd verkocht. Het verhaal van Jozef komt voor in Zeêuwse knoppe, Arabiese blomme - Een Zeeuwse bloemlezing uit de Koran. Johan Goossen en Hans de Vos hebben teksten van het heilig boek van de moslims af gedrukt in het Arabisch, Neder lands en 'algemeen beschaafd Zeeuws'. De Nederlandse teksten vormen een onmisbare ondertite ling van de Zeeuwse toale. Het boekje is bestemd 'Voe iederendeên die a de Zeêuwse tae- le 'n werm arte toedraegt, en die a ok open staèt voe are taelen en culturen'. De auteurs baseren hun werk op vertalingen, want zij zijn zelf het Arabisch niet machtig. Zij selec teerden vooral verhalen die ook in de Bijbel staan, zoals die over Mozes, David en de geboorte van Jezus. Dat is natuurlijk de beste manier om voor zo'n boekje aan dacht te krijgen. Het aardige is dat die bekende verhalen in de Koran verschillen met die in de Bijbel. Zo laat Jozef in de Bijbel zijn hemd achter, terwijl dat in de Ko ran aanblijft. Het vergt een zekere moed om met zo'n uitgave voor de dag te komen in een tijd dat de Koran in een deel van de Nederlandse sa menleving fel wordt bekritiseerd. Het is ook een originele manier om mensen kennis te laten ma ken met het heilige boek van een minderheid in eigen land. En wie het in de kast heeft staan beschikt wel over de enige uitgave van een deel van de Koran in een streek taal. Het gaat uitdrukke lijk niet over mij. Ik snap wel dat mensen dat snel zullen den ken, want ik ben na tuurlijk zelf in 's-Heer Abtskerke op gegroeid, maar het is echt allemaal verzon nen", zegt Katinka Polderman (1981) met nadruk. Zij wil de dat ook heel duide lijk in de titel verwer ken en daarom heet haar boek: De onfortuinlijke dood van Krijn Kip en an dere verhalen die best wel eens echt gebeurd zouden kun nen zijn (maar misschien ook niet). Dat is een hele mond vol en een betekenisvolle titel. Maar geen knipoog naar de bestseller De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jo- nasson? „Nee hoor, dan hadden we in de vormge ving wel regenboogkleuren gebruikt. Ik heb juist een enorme hekel aan dat soort titels. Dat is ineens een soort hype geworden." Met één van de zeven verhalen in Poldermans boek kon het publiek al eerder kennismaken. Het hilari sche verhaal Poesjes verscheen onder de titel De groe ne poort In de bundel Zondig in Zeeland (2012) „Naar aanleiding daarvan vroeg Anthoni Fierloos van boek handel 'het Paard van Troje' me toen al het ge schenk voor de Week van het Zeeuwse Boek te schrijven. Dat was tijdens een sabbatical en daarna moest ik mijn nieuwe theaterprogramma afmaken. Dat kwam heel onhandig uitdus heb ik gezegd 'ik wil het wel doen, maar dan volgend jaar'." Als kind schreef Katinka al vaak verhaaltjes, maar als cabaretière legde zij zich daarna vooral toe op liedjes. Dat is echt heel anders, heeft ze ervaren. „Ik had er wel oren naar verhalen te gaan schrijven. Hoeft het lekker even niet te rijmen, zit er geen me trum in zoals in liedjes en kan ik qua lengte varië ren. Bij een verhaal weet je van tevoren nooit pre cies hoe lang het gaat worden. Soms dacht ik 'dat is eigenlijk veel te veel informatie om in één verhaal te vertellen en dan bleek hét amper één A-viertje te zijn. Maar ik vond het dus echt lekker om dat vaste stramien van liedjes een keer los te laten en gewoon vanuit inhoud te kunnen werken en te kijken wat het nodig had aan lengte." Ook haar keus van onderwerpen verschilt. Al staan er enkele verhalende liedjes op haar repertoire, in verhalen kan ze andere dingen zeggen dan in lied jes. „Maar er zit in beide natuurlijk altijd een kern van mezelf." Toch een beetje autobiografisch? In eer dere interviews vertelde ze over een leuke jeugd en de goede band met haar ouders en dat je als kind in 's-Heer Abtskerke gelukkig kunt worden door jezelf te vermaken. Die ingrediënten zijn best herkenbaar in dit boek en zijn er toch bewust ingebracht? „Ja, dat klopt. Het is ook moeilijk om te schrijven over iets wat je niet kent. Het is de eerste keer dat ik verhalen schrijf die echt gepubliceerd worden. Dan vind ik dat je het jezelf ook wel wat gemakkelijk mag maken. Als je alles moet verzinnen, wordt het allemaal veel moeijlijker en moet je research gaan doen. Bovendien wilde ik het ook niet te zwaar ma ken. Dus ik dacht: ik neem een 'soortgelijk iemand als ik' als uitgangspunt. Als je dit boek op de autobio grafische schaal legt, is het te vergelijken met Oek de Jongs Pier en Oceaan. Niet dat ik mezelf daarmee wil vergelijken hoor, maar als voorbeeld van een au tobiografische setting: je neemt een uitgangspunt dat je al kent en dan ga je fantaseren over wat zo ie mand zou kunnen doen." Dat fantaseren blijkt haar bijzonder goed af te gaan. Zo schetst Katinka de lezers in het verhaal Kuikens een kostelijk beeld van oude Zeeuwse vrouwen in klederdracht in het bejaardentehuis. Het pubermeis- je dat het verhaal in de ik-persoon vertelt, raakt daar in gefascineerd door het rimpelig vel dat onder de strakke korte mouw aan hun bovenarm hangt: Als ze twee keer zo oud werden als ze nu waren, zouden die armflappen best kunnen uitgroeien tot vleugels. Soms zag ik het voor me. Er zou een tijd komen waarin iedereen tweehonderd jaar werd; hoog in de lucht zouden er dan bejaarden in klederdracht suizen, traag wiekend met hun armflappen, hun doeken en schorten wappe rend in de wind en de zondagse mutsen klepperend door de snelheid die ze maakten. Ze zouden rond de kerkto rens cirkelen en in rijtjes uitrusten op de nok van het mid denschip. De bundel biedt talrijke humoristische fragmenten. Ook met de beschrijving van repertoirekeuze, tekst behandeling en decor-inrichting bij de fictieve, maar toch zo herkenbare amateurtoneelvereniging 'Moed en Volharding' getuigt Katinka van haar speci fiek talent zaken fijntjes en vilein te schetsen. Maar door alle verhalen sijpelt ook altijd een stroom pje blues. Tussen alle lolligheid prikkelt vaak wat pijn. Vooral het titelverhaal over de gebroeders Kees en Krijn Kip biedt daar een treffend voorbeeld van, evenals de vertelling over de emoties die de jeugdi ge, Russische asielzoeker Vlad weet op te roepen. Wellicht niet zo verwonderlijk voor een cabaretière die zich ook al eens heeft toegelegd op de Zeeuwse vertaling van enkele blues-evergreens? „Ik doe dat geloof ik niet zo bewust, maar ook over mijn optreden op het podium hoor ik vaak van men- Bij een boek duurt het twee of drie maanden tussen het laatste verhaal schrijven en het moment dat het boek uitkomt Dat vind ik wel heel spannend sen dat zij wat blues horen in mijn gitaarspel en in mijn stem. Het is wel zo dat ik 'alleen maar ko misch' niet zo interessant vind. Ik ga wel op zoek naar het tragi-komische." Begint ze bij het maken van een liedje vrij spontaan met schrijven, een verhaal vergt wat meer voor werk. „Dat moet eerst rijpen en daar moet ik aan schaven en dan ga ik bedenken hoe de vorm zou moeten zijn: de ik-vorm of de hij/zij-vorm. Dat kan ook komen doordat ik nog niet zo'n ervaren verha lenschrijfster ben. Maar ik vind het ontzettend leuk om te doen. Ook al vergt het naast inspiratie ook best transpiratie, maar dat geldt ook voor liedjes Boek Katinka l«e Beweer WweHo** e* *o»« door Willem Staat Johan Goossen, Hans de Vos: Zeeuw se Knoppe, Arabiese blomme, een Zeeuwse bloemlezing uit de Koran - uitgave van Drvkkery Schrijverspo dium, 90 pagina's, 12,50 euro. -DEONFOR-r ITUfNLiJKE H IDOOD VAN IKRIJN KIP m .«Xfcw* or dfirni - KMMK - door Ali Pankow

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 92