s'f
Gedichten
Annie M.G.
Schmidt
een genot
INTERVIEW De grote onzekerheid van elke komiek: wordt er wel om
mij gelachen? John Cleese hanteert die twijfel als rode draad in zijn
autobiografie. „Die ijselijke paniek in je lijf vergeet je niet."
66
DIZZIE 15
NS
PUBLIEKS
PRIJS
Genomineerden voor
de NS Publieksprijs
Paolo Giordano open
boek op Dizzie-avond
Winnaar historische
Libris Prijs op Dizzie
Met het geheu
gen van John
Cleese is wei:
nig mis. In een
grote zijkamer
van het Amster
damse vijfster
ren hotel waar hij resideert, ratelt hij
in hoog tempo zijn afspraken voor
de rest van het jaar af. Vandaag arri
veert hij in Los Angeles, waar hij zijn
dochter bezoekt. Hij gaat in Santa
Barbara langs, waar hij heeft ge
woond. Tussendoor geeft hij een
speech in San Francisco. „Eind no
vember ben ik terug in Engeland en
na Nieuwjaar gaan we zes weken
naar de zon, yes!" Hij steekt zijn ge
balde vuisten in de lucht.
Het is een vrij ongewone manier van
een agenda bijhouden. „Ik weet dat
allemaal uit het hoofd omdat goedbe
doelende mensen mij dingen zullen
vragen als: 'Hoe wilt u van L.A. naar
Seattle reizen?' Omdat ze denken dat
ik een vreselijk monster ben dat be
gint te schreeuwen als zij het niet
goed organiseren, maken ze zich veel
te druk. De hele logistiek ken ik daar
om uit het hoofd. Ik ga er gewoon
van uit dat er veel misgaat. Daarom
schreeuw ik zo nu en dan, omdat het
goed gaat."
Zo kennen we John Cleese weer. Ab
surde redeneringen, bizarre humor.
Hij was een van de leden van het on
grijpbare komediegezelschap Monty
Python en gaf gestalte aan de iconi
sche hotelier Basil Fawlty in de tele
visieserie Fawlty Towers. Daarmee
werd hij een van de grootste komie
ken van zijn generatie. Op en top En
gels is hij. Maandag wordt hij 75. „Op
zich is 75 worden geen reden tot pa
niek, ware het niet dat ik geen idee
heb wat ik met de rest van mijn le
ven moet doen."
Al heeft hij aardigheid gekregen in
schrijven. De reden voor het bezoek
van Cleese aan Nederland is het ver
schijnen van zijn autobiografie Kort
om. Meer delen volgen, kondigt hij
aan. Moet ook wel, want het eerste
deel gaat over zijn jeugd en vroege
carrière, tot het begin van de grote
successen met Monty Python. Fawl
ty Towers komt er nauwelijks in
voor. „In een volgend deel", stelt hij
gerust. Ook belooft hij een boek met
een diepgravende analyse van hu
mor. „En dan nog een laatste boek
over waarom de wereld zo'n comple
te ramp is, terwijl er toch nog altijd
mensen zijn die denken dat we de
wereld kunnen verbeteren. Verdoe je
tijd niet. Heeft geen zin. Doe de tuin
en geniet van je gezin."
Rode draad door Kortom is de onze
kerheid bij de komiek of het publiek
wel zal lachen. „Die onzekerheid
blijft altijd. Je weet het nooit. Uit
frustratie daarover kun je je hoed op
eten, maar dat helpt ook al niet."
John Cleese schrijft in zijn autobio
grafie herhaaldelijk over zijn samen
werking met Graham Chapman, die
al begon vóór Monty Python. „Gra
ham leek te weten waar het publiek
om zou lachen. Als hij lachte, wisten
we dat we goed zaten. Ik weet nu,
min of meer, wat goed is. Maar wat
ik niet weet, is hoe goed het dan is.
Of om een zin gegniffeld wordt of
hard gelachen, dat weet ik nog altijd
niet."
Wat werkt op dinsdag hoeft niet te
werken op woensdag. In elke stad
kon het anders zijn toen Cleese met
zijn eerste gezelschappen op tournee
ging. Prachtig is de beschrijving hoe
ze in Bristol op zondag een matinee
verzorgden. Het derde optreden in
de reeks. „Het werkte niet! Geen
lach, geen reactie, niets. Wat je dan
overkomt, ik kan het gevoel nu nog
zo terughalen." Hij slaat zijn handen
voor de ogen. „Pure angst, koud
zweet. Het besef: dit is niet leuk, de
mensen vinden het niet grappig. En
we moeten nog heel Engeland door
met deze klucht." Zijn handen zak
ken weer. „Je bent op zo'n moment
vergeten dat het de eerste twee avon
den heel goed ging. En de volgende
dag ging het ook weer prima. Maar
die onzekerheid, die ijselijke paniek
in je lijf, die vergeet je niet. Zo verne
derend. Het is erg pijnlijk om te pro
beren leuk te zijn en daar dan niet in
te slagen."
Met het geheugen van John Cleese is
weinig mis. Maar hoe en wanneer hij
kennis maakte met Michael Palin,
toch het lid van Monty Python aan
wiens oordeel Cleese later de meeste
waarde hechtte, weet hij dan weer
*GOHN
CLEESE
Het is een
goede
beslissing
geweest
niet nog
meer afle
veringen
van Fawlty
Towers te
maken
niet. „Hoe ik mijn brein ook pijnig.
Het moet zijn geweest toen we voor
David Frost aan The Frost report werk
ten. Er zaten wel vijftien mensen in
de kamer. Kan zijn dat hij daar bij
zat. Toen ik later voor de serie Flow
to irritate people iemand nodig had,
heb ik onmiddellijk Michael ge
vraagd. Wat had ik hem zien doen?
Ik weet dat niet meer. Misschien was
het puur op gevoel."
Wat hij, naast schrijven, zou willen
is komische documentaires maken.
„Maar daarvoor ontbreekt het geld."
- Wat hij niet wil, is een komische tele
visieserie maken. „Bij een sitcom
weet ik al wat de reacties zouden
zijn: het is niet slecht, maar het is
geen Fawlty Towers. Het is een goede
beslissing geweest niet nog meer afle
veringen van Fawlty Towers te ma
ken. Aan de andere kant was ik er
destijds geen voorstander van om
nog een derde serie Monty Python te
maken en ben ik nu blij dat de ande
ren me hebben omgepraat. Ik meen
de dat we ons herhaalden. En ik had
er een hard hoofd in, omdat ik zag
dat Graham Chapman na de tweede
serie een ernstig drankprobleem had
ontwikkeld. Hij was alcoholist. Dat
veranderde de dynamiek in de groep.
Hij kon zijn teksten niet eens meer
onthouden. Verdrietig. Hij had zo
veel talent. Graham was maar ten de
le in contact met de werkelijkheid."
In het boek beschrijft Cleese hoe hij
voor de gein de pijp van Chapman
had verstopt. Het liep uit op slaande
ruzie. Chapman vertelde zijn versie
van het verhaal aan een krant. JDie
versie was zo bizar. Toen ik dat las,
dacht ik: hij is echt gek."
Met het geheugen van John Cleese is
weinig mis. Ook wat betreft zijn
jongste jeugd. Pijnlijk en hard zijn de
passages die hij aan zijn moeder
wijdt. Een jeugd zonder moederlief
de. Geen sympathie of zelfs maar be
langstelling van haar kant. „Ik vind
het niet hard. De vraag is of het fair
is en nauwkeurig. En dat is het. Ik
kan het bij God op tafel leggen en zal
zeggen: het klopt wat hier staat. Ik
compenseer het met voorbeelden dat
ze als moeder ook goede kanten had.
Ik geef haar nergens de schuld van,
maar haar houding heeft invloed ge
had."
Uitgeverij Van Oorschot publi
ceerde vorig jaar een fraai 'gedun-
drukt' boekje met teksten van Si
mon Carmiggelt. Omdat het nog
al smal was, kwam het typogra
fisch handiger uit om op de om
slag de voornaam van de schrijver
weg te laten. Niet onlogisch, Car
miggelt had zijn leven lang ge
noeg aan zijn achternaam.
Bij het tweede deel uit deze serie
gaat het om een greep uit het rij
ke oeuvre van Annie M.G.
Schmidt. Ook nu staat alleen de
achternaam op het kaft. Voor de
eenheid in de serie een voor de
hand liggende gedachte. Maar
voor het publiek niet:
Schmidt, zo werd Annie
nooit genoemd.
Maar goed, aandacht in
De Wereld Draait Door
doet wonderen. Het boek
je was voor het uitkwam
al uitverkocht en op de
website legt Van Oor
schot uit dat de derde
druk eraan komt, maar
dat de productietijd veel
langer is dan die van een
doorsnee paperback.
Al heeft het boekje zelf
vanwege het smalle uiter
lijk in de kast geen diep
gang, Annie M.G.
Schmidt wordt in elk ge
val serieus genomen. Dat
gebeurde in 1985 ook,
toen ze bij Van Oorschot
in een dichtbundel werd
opgenomen tussen onder
anderen Judith Herzberg en M.
Vasalis. De uitgever kreeg een ve
nijnig briefje van Annie: 'Dankzij
jou en jullie jubileumboek ben ik
nu ingelijfd bij de literatuur, al
thans dat zegt men algemeen. Ik
voel me de bejaarde hoer die plot
seling op visite mag bij de streng
calvinistische familie. Ze zijn
vriendelijk'.
Het was lange tijd helemaal niet
gebruikelijk te denken dat teksten
die voor televisie, musicals, caba
ret of voor kinderen waren ge
schreven wel eens van niveau kon
den zijn. Dat waren sectoren
waar men geen literair gehalte ver
moedde.
Nu kun je hoofdschuddend vast
stellen wat Annie allemaal tekort
is gedaan. Het is genieten met 246
gedichten voor kinderen en voor
volwassenen die ze tussen 1947
en 1984 schreef. Van sommige ge
dichten ken je ook de melodie,
maar dat komt dan door Harry
Bannink die zich daarmee heeft
bemoeid.
VRIJDAG 24 OKTOBER 2014
STEMMEN
Herman Koch? Isa Hoes? Esther Verhoef?
Saskia Noort? Michel van Egmond? Of
Bert Wagendorp? Wie verdient de NS Pu
blieksprijs? Tot 19 november kunt u stem
men op uw favoriete boek. Bekijk de no
minaties op Dizzie.nl en stem.
LEZERSBIJEENKOMST
Bestsellerauteur Paolo Giordano vertelde
dinsdag op een Dizzie-avond, in een inter
view met Theo Hakkert, hoe hij de karak
ters uit zijn nieuwe boek Het zwart en het
zilver baseerde op zijn omgeving. Dat
vindt niet iedereen prettig. Zie Dizzie.nl
MAAND VAN GESCHIEDENIS
De Maand van de Geschiedenis sluit 26
oktober af met de uitreiking van de Libris
Geschiedenis Prijs. Die is bestemd voor
een historisch boek dat een algemeen pu
bliek aanspreekt. Wie wint de prijs? Kijk
zondag op Dizzie.nl
GEDICHTEN
En wat moet ik nu?
door Ton Ouwehand
door Theo Hakkert
Kortom», de
autobiografie
John Cleese
Vertaling Janet
van der Lee,
Daniëlle Stensen
en Marion
Drolsbach
440 blz.
Prometheus
19,95 euro
Die van die
van u
Annie M.G.
Schmidt
256 blz.
Van Oorschot
24,90 euro