DE BEVRIJDING 5 Ik ben er van over tuigd dat oorlog geen goede oplos sing is voor conflicten Andries Min derhout. Geboren 10 december 1920 in Oost-Sou burg. Werkte bij de fabriek Focus in Middelburg, die lasbrillen en andere optische gebruiksvoor werpen maakte. Die fabriek werd gebombar deerd aan het begin van de oor log. Dankzij zijn HBS-opleiding be heerste hij verschillende talen. Zijn beroep was kunstschilder. Andries Minderhout overleed, woensdag 8 oktober 2014, eni ge tijd na dit interview. ting Middelburg kon gaan, omdat ik daar van meer nut zou zijn. Met hen ben ik de Sloedam overgegaan. Dat was vreselijk, die puinhoop. Bom- trechters, granaattrechters, verwron gen staal. Je kon zien dat daar enorm gevochten was en dat over de hele breedte van de Sloedam. Je moest er heen en weer slingerend overheen. Als je nu ziet hoe de Sloedam er uit ziet, geloof je het niet. Zo kwamen we in Nieuw- en Sint Joosland aan. Daar kreeg ik een nieuwe commandant, lui tenant Peterson. Die vroeg ons naar Middelburg te gaan en het pand Dam 6 in te nemen. Dat was het militaire hoofdkwartier van de Duitsers. Ik ver trok 's avonds over de Nieuwlandse- weg in mijn eentje richting Middel burg, gewapend met een stengun en het wapen van de Duitse comman dant die zich in Kortgene had overge geven, een FN 9 millimeter. Maar ik vertrouwde het niet zo. In de boom gaarden in de buurt klonk nog mitrail- leurvuur. Ik liep op het fietspad flui tend richting Middelburg. Inderdaad, fluiten in het donker. Achteraf beke ken heel dom natuurlijk. Ineens, vlak voor de bocht in de weg, hoorde ik 'Halt'. Het waren Schotse soldaten die een onderkomen gevonden hadden in het mortuarium op de Middelburgse begraafplaats. Ik vertelde hen wat mijn doel was en dat controleerden ze via de radio met mijn commandant. Ze vertelden me dat ik niet naar Mid delburg kon, omdat de bruggen in Middelburg kapot waren. Ik heb toen ook de nacht in het mortuarium door gebracht In alle vroegte de volgende dag hebben ze me met een rubber bootje het kanaal overgezet. Maar toen bleek dat Middelburg de dag er voor al bevrijd was. In het pand Dam 6 zat het vol met Engelsen. Ik ben er nog wel even binnen geweest, maar ik had er niets te zoeken. In de buurt kwam ik Henk Pieters tegen, de toen- malige directeur van de Zeeuwse Bi bliotheek. Die vertelde me waar mijn ouders waren. We woonden in Mid delburg in de Julianastraat, maar na de inundatie was die onder water ko men te staan. Mijn vader was timmerman/metselaar in het bedrijf De Rijke en Minderhout en had een werkplaats aan de Roosterstraat. Die was klein, maar hij had er een schot in gemaakt, zodat er nog een familie, de Vlissingse familie Van de Velde, in kon huizen. „Het weerzien met mijn ouders die tij denlang niets van me gehoord had den, was heel emotioneel. „Als tolk moest ik in die dagen allerlei dingen doen. Zo vroeg mijn comman dant me om naar de plaatselijke krant te gaan om te zeggen dat ze daarin moesten zetten dat in Middelburg moffenvriendinnen niet zouden wor den kaalgeschoren. De krant zat toen bij de Bellinkbrug. Daar heb ik mijn boodschap afgegeven. Of dat artikel er in heeft gestaan weet ik niet. Dat kaal- scheren is volgens mij in Middelburg niet gebeurd. „Ik heb nooit reünies bezocht. Ik ben ook nooit naar herdenkingen gegaan. Dat is helemaal niets voor mij. De oor log is wel van grote invloed geweest op de rest van mijn leven. Ik ben er van overtuigd dat oorlog geen goede oplossing is voor conflicten. Ik ben dan ook pacifist geworden." WOENSDAG 22 OKTOBER 2014 Dries Minderhout, de middelste van de drie mannen, op het rupsvoertuig in Wolphaartsdijk.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 49