J
18 BUITEN
Ook al struin je al jarenlang intensief door de na
tuur, toch blijft er altijd iets nieuws te ontdekken.
En dat geldt al helemaal als je langs het strand
loopt, waar soms dingen uit verre oorden kunnen
aanspoelen. Zo kreeg ik niet zo lang geleden voor
het eerst eendenmossels te zien.
mm
door Chiel Jacobusse
HETZEEUWSE LANDSCHAP
Ik was er op attent gemaakt door iemand
anders, anders had het wellicht nog veel
langer geduurd voor ik deze schoonhe
den voor het eerst zag. Een beetje verba
zend is dat wel, want hoewel eenden
mossels verre van alledaags zijn, zijn ze
nou ook weer niet super-zeldzaam.
Eendenmossels komen van ver. Ze leven van
af midden-Frankrijk en zuidwaarts tot in het
mediterrane gebied. Ze hedhten zich vast op
de rotsen, beneden de gemiddeld laagwater-
lijn en ze zijn dus alleen bij heel lage ebstan-
den te zien. Maar behalve aan de rotsen hech
ten eendenmossels zich ook graag aan drijf
hout en dan kunnen ze op drift raken en in
onze omgeving aanspoelen. Als argeloze wan
delaar denk je dat het inderdaad om aan mos
sels verwante schelpdieren gaat, maar bij nade
re beschouwing zijn ze toch wel heel anders.
In plaats van de twee kleppen bij mossels, be
staat de behuizing van eendenmossels uit vijf
kleppen. Bij de exemplaren die ik zag, gingen
die kleppen met ritmische bewegingen open
en dicht en als ze uit elkaar stonden, kwamen
er een soort grijparmen naar buiten. Die gre
pen nu in de lucht, maar als de dieren in het
water liggen, dienen die om plankton uit het
langsstromende water te filteren. Zo bekeken
lijken eendenmossels op sterk uitvergrote zee
pokken, en daarvan zijn ze inderdaad familie.
Ze behoren allebei tot de kreeftachtigen.
Eendenmossels spreken vanouds tot de ver
beelding. Hun naam danken ze aan een oud
verhaal over hun herkomst. Als eendenmos
sels aanspoelden in vroeger tijden, was dat
bijna altijd vastgehecht aan onbewerkt hout,
dus boomstammen of dikke takken. Zo ont
stond het idee dat eendenmossels in het bui
tenland aan de bomen groeiden. Maar nog bi
zarder was de veronderstelling dat het eigen
lijk eieren van vogels waren. De lange zwarte
stelen vertonen een kromming die soms aan
een zwanenhals doet denken en daardoor ont
stond het verhaal dat uit eendenmossels rot
ganzen groeiden, die zich dan in het winter
halfjaar in onze omgeving ophielden.
Ook daar was wel een beetje aanleiding voor.
Rotganzen arriveren al in onze omgeving in
september en ze blijven hier tot ver in mei.
De korte tijd dat ze hier niet zijn, zo dacht
men, kan onmogelijk voldoende zijn om el
ders de hele broedcyclus te doorlopen om
daarna met jongen terug te komen. Er moest
wel een andere manier van voortplanting zijn
en de eendenmossels werden beschouwd als
een prima verklaring. En zo kregen rotganzen
de wetenschappelijke naam, Branta bernicla,
dat is eendenmosselgans.
Die naam werd trouwens ook wel gebruikt
door de aan de rotgans verwante brandgans.
De zwarte hals die beide soorten hebben,
sterkte onze voorouders in hun overtuiging
dat de dieren van eendenmossels afstamden.
De rotgans is nog steeds uitsluitend als win-
tergast in onze omgeving te vinden, maar de
brandgans ontwikkelt zich in snel tempo tot
een wijdverbreide broedvogel. Daar is lang
niet iedereen blij mee. Brandganzen kunnen
flinke schade aanrichten in akkers en weilan
den en ook in natuurgebieden zorgen ze voor
ongewenste neveneffecten. Ze beconcurreren
inheemse watervogels en ze gaan daarbij ver
re van zachtzinnig te werk. Wellicht zijn de
brandganzen rotganzen?
De vraag rijst waarom een vogel die zich eeu
wenlang ophoudt op Spitsbergen en Nova
Zembla zich ineens massaal in onze omge
ving vestigt. Een groot deel van de verklaring
ligt niet hier maar in het broedgebied. Als ge
volg van het warmer wordende klimaat is er
rond de Noordpool weinig pakijs en daardoor
lijden de ijsberen honger, omdat ze te weinig
robben kunnen vangen. Ze gebruiken de eie
ren en kuikens van de ganzen als alternatieve
voedselbron en zodoende wordt er geen jong
meer groot. De ganzen tonen zich ware overle
vingskunstenaars door massaal te verkassen.
WATERDUNEN
Ganzen die
aan bomen
groeien
door Chiel Jacobusse
Z77-7KW^T-.
Een brandgans met kuiken.
ITICNTINO
De bouw van Loods Tien vordert
al aardig. Eigenaar René Blan-
kenstijn (rechts) steekt ook zelf
volop de handen uit de mouwen.
foto Peter Nicolai