'Ik ben gewoon bang dat ik weer de fout in ga'
I
2 SPECTRUM
We weten het
wel, maar we
benoemen
het liever
niet. Dat is,
in een no
tendop, de houding van de buurt ten
opzichte van Hoeve Boschoord. Op
het terrein van de Drentse instelling
voor 'licht verstandelijk beperkten
met een gedragsstoornis' lopen óók
veroordeelde pedofielen rond. Een ge
accepteerd gegeven voor de directe
omgeving, weet de leiding van Bo
schoord. Zolang het 'p-woord' dus
maar vooral niet expliciet valt.
Eens in de zoveel tijd is er toch weer
sprake van een akkefietje. Zo kreeg
een zedendelinquent die vorig jaar tij
dens zijn stage te open over zijn verle
den was het deksel op zijn neus, ver
telt operationeel manager Huub Dijns
van Stichting Trajectum, waar Bo
schoord onder valt. „Omdat het heel
goed met hem ging, werd zijn stage
uitgebreid in het nabijgelegen dorp.
Toen een buitenstaander aan hem
vroeg 'goh, waarom zit jij op Bo
schoord?' was hij daar heel open
over. Dat was wel of niet van te voren
voldoende gecommuniceerd. Dan zie
je dat het een eigen leven gaat leiden
en zo'n gemeenschap ontploft."
Dit soort incidenten confronteert Bo
schoord iedere keer weer met de reali
teit van buiten. En die is dat 'men' pe-
do's niet pruimt. De publieke, vaak
hoogoplopende discussies over de te
rugkeer van bekende zedendaders als
Benno L. en Sytze van der V. hebben
het tolerantieniveau niet verhoogd,
zeggen de begeleiders die de moeilijk
plaatsbare pedofielen vanuit Bo
schoord proberen te resocialiseren.
Hoe weloverwogen en in overleg met
justitie en experts de behandelaars
ook toewerken naar iets meer vrijhe
den voor cliënten - dus ook de pedo
fiele -, de buitenwereld maakt bij
laatstgenoemde groep altijd z'n eigen
risicotaxatie. „Ik begrijp de angst en
boosheid van buitenstaanders wel
hoor, maar de conclusie luidt meestal:
er loopt hier een viespeuk rond en die
wil ik niet in mijn buurt hebben.
Punt. En dat maakte het zo ongeloof
lijk lastig", zegt behandelverantwoor-
delijke Maarten Wensink. „Dit is een
groep die jarenlang een verborgen le
ven heeft geleid, die haar delict altijd
verzwegen heeft. Zelfs in de gevange
nis wordt bij binnenkomst gezegd:
vertel maar niet wat je hebt gedaan,
want je bent de Sjaak", vult Dijns
hem aan.
Pas nadat ze hun celstraf hebben uit
gezeten, is volgens de behandelaars
voor het eerst ruimte om 'die muur af
te breken'. „Wij leren ze juist om het,
vaak voor het eerst in hun leven, wél
veel over hun delict hebben. Want als
ze er niet over praten, hebben ze het
er in hun hoofd nog meer over", zegt
Wensink. „Als ze ooit terugkeren in
de maatschappij en hun verleden weg
stoppen, is de kans veel groter dat ze
weer in de fout gaan. Wel leren we ze
.dat ze het niet zomaar aan iedereen
moeten vertellen."
Incidenten buiten het terrein zetten
de beleidsmakers bij Boschoord ook
op scherp. Als een zedendelinquent
nu extern aan het werk gaat, wordt in
middels van tevoren extra voorlich
ting gegeven aan de omgeving. Bij
voorbeeld over de voorwaarden die
aan zo'n stage verbonden zijn: de
cliënt mag nooit alleen werken en al
helemaal niet op plekken waar ook
kinderen aanwezig zijn.
„Het gedrag van pedofielen 'testen' is
niet ethisch. Je kunt het niet makèn",
aldus Wensink. „Dat maakt het wel
moeilijk. Want het is de bedoeling dat
«Dit is een groep die
jarenlang haar delict
voor iedereen heeft
verzwegen
ook deze mensen ooit op hun manier
terugkeren in de samenleving. Alleen
is het heel lastig om ze daarop voor te
bereiden. Je kunt je bij dit soort cliën
ten geen terugval of zwak moment
permitteren."
Complicerende factor is dat alle bewo
ners van Boschoord, dus ook de zeden-
daders, een laag IQ^hebben. Het vari
eert van 70 tot 90 (zwakbegaafd) tot
50 tot 70 (licht verstandelijk beperkt).
„Je kunt ze wel laten beseffen dat wat
ze hebben gedaan heel fout is geweest
en ze leren welke verleidingen ze uit
de weg moeten gaan. Maar uiteinde
lijk kun je die pedofiele gevoelens
niet wegnemen", legt Wensink uit.
„Het 'fijne' gevoel dat ze ervaren als
ze omgaan met kinderen wordt in de
hersenen gegrift. Sommigen zeggen:
'als er een kind in de buurt is, komt er
een waas voor me, dan moet dat ge
beuren, dan kan ik niet meer terug'."
Die gevoelens kunnen volgens hem
hooguit onder controle gebracht wor
den door aangeleerd gedrag en door
medicatie. Veel zedendaders op Bo
schoord slikken libido-remmende
middelen. „Qua verstandelijk niveau
hebben ze veel meer aansluiting bij
jongere kinderen. Ze denken en han
delen als een kind, maar zitten wel in
een volwassen lichaam met de seksu
ele behoeftes die daarmee gepaard
gaan."
Op enkele uitzonderingen na -
Bosctjoord is geen long stay kliniek -
is het de bedoeling dat alle zedenda
ders ooit weer naar de samenleving te
rugkeren. Het is echter een beperkte
terugkeer. In veel gevallen worden de
pedofielen overgeplaatst naar een be
schermde woonvorm, waar 24-uurs
begeleiding en dus ook permanente
controle aanwezig is.
En daar schuilt volgens Wensink een
groot probleem. De reguliere 24-uurs
woonprojecten in de gehandicapten
zorg lijken steeds huiveriger om naast
alle andere soorten cliënten een ex-ze-
dendelinquent op te nemen. „Wij krij
gen al heel snel de reactie: 'daar heb
ben wij niet de juiste expertise voor
Albert de tuinman hoort
bij het in- én exterieur
van Boschoord. Al 30
jaar loopt hij op het ter
rein rond, waarvan 25
jaar als beheerder van de groentetuin.
Dag in dag uit bekommert hij zich
over de kruiden, de zelf gekweekte
knoflook en de sla. Eén dag per week
heeft hij vrij. „Dat is mijn ouwelullen-
dag", grinnikt hij.
Albert is een uitzondering op de re
gel. De TBS'er, lang geleden veroor
deeld voor kindermisbruik, woont in
een appartementje op het terrein van
de instelling. En dat bevalt hem goed.
De man wil niet eens weg. Voor de
maatschappij is het ook beter als hij
de rest van zijn leven op Boschoord
blijft wonen, vindt Albert zelf. Hij
krijgt libido-remmende middelen. Zo
lang hij van tevoren precies weet hoe
zijn dag eruit ziet, is er niets aan de
hand, zeggen zijn begeleiders. Maar in
de buurt van kinderen vormt hij na al
die jaren nog steeds een risico. „Ik
heb hier alles. Mijn ouders zijn er niet
meer. Waarom zou ik weggaan? Als
ze mij in de stad zouden zetten, zou
ik gaan zwerven", verzucht de tuin
man van Boschoord. Met een oud-di
recteur van de instelling maakte Al-
bert ooit de afspraak dat hij er de rest
van zijn leven zou mogen blijven.
„Dat staat nog zwart op wit." In het
huidige TBS-systeem kent die 'af
spraak' echter geen enkele juridische
grond. Eens in de twee jaar moet hij
bij de rechter komen. „Ik zeg dan al
tijd: doe mij nog maar twee jaar.
Meestal zijn ze er snel uit."
Het beveiligingsniveau van Albert -
nooit zonder begeleiding naar 'buiten'
- zal volgens zijn behandelaars niet
snel verlaagd kunnen worden. Hij
leeft in feite al jaren in dezelfde om
standigheden. Zicht op echte progres
sie is er niet. Hij was 19 jaar toen hij
binnenkwam op Boschoord. Over zijn
delict wil hij niet veel kwijt. „Heel
vroeg is er heel veel misgegaan." Hij
gaat wel eens naar het dorp om bood
schappen te halen. Staat op markten
in de omgeving. Altijd begeleid. „Dan
weet ik dat het veilig is voor iedereen.
Ik ben gewoon bang dat ik weer de
fout in ga. Het moet gewoon nooit
meer gebeuren. Ik heb een keer in de
zes weken een gesprek over mijn de
lict. Ik denk er nog steeds aan. Je mag
wel aan meisjes denken, maar er niet
aan komen. Ik wil zelf ook dat het
niet meer gebeurt. Dan ben ik mijn
broer en zus ook kwijt."
B3
Als het p-woord
maar niet valt
'I
door Niki van der Naald