■M Sgn
SL-JT-'
Mattijs Reinders
ZEELAND 35
14 juni 1991 -
9 september 2004
in liefdevolle herinnering
Suzanne was nog
maar elftoen haar
broer overleed.
In deze rubriek
praten mensen over
verlies, rouw en hoe
het leven verdergaat.
Suzanne Reinders (21) heeft pas een splin
ternieuw autootje gekocht en ze vermoedt
dat haar broer Mattijs enorm jaloers zou
zijn geweest. „Hij was helemaal gek van au
to's maar ik betwijfel of hij zo goed had
kunnen sparen." Bij de aanschaf van een
eerste auto, nog wel een nieuwe, is de over
heersende emotie toch Mattijs. Niet direct
het gemis, juist niet. „Mattijs is er nog al
tijd bij."
Suzanne was vijf toen haar broer, twee jaar
ouder, ziek werd: leukemie. „Van voor die
tijd herinner ik me eigenlijk niet zo veel.
Hoewel mijn ouders de meest ellendige
dingen voor ons, mijn vijfjaar oudere
broer Jeroen en mij, verborgen wisten te
houden, is die ziekte toch zoiets groots, dat
het alle herinnering kleurt. Niet in de laat
ste plaats omdat Mattijs mijn maatje was.
Wij speelden altijd samen."
Een paar dagen voor Sinterklaas in 1998
werd bij Mattijs de diagnose gesteld. Zijn
ouders hielden dat voor zich totdat alle vie
ringen, op school, bij de voetbal en thuis,
achter de rug waren. „Ik kreeg wel de baby-
born-pop die ik gevraagd had, Jeroen kreeg
een drumstel en Mattijs kreeg ook een veel
te duur cadeau. Dat was nooit gebeurd als
dat niet aan de hand was geweest."
Meteen na Sinterklaas werd Mattijs opgeno
men voor vervelende chemokuren en ande
re akelige behandelingen met medicijnen.
„Gelukkig was hij met Kerstmis weer
thuis, maar hij moest twee jaar lang tel
kens opnieuw terug. Wij waren kind aan
huis in het Sophia Kinderziekenhuis in
Rotterdam en in het Universiteitszieken
huis in Leiden. Ziekenhuizen waren voor
mij plaatsen waar ze leuke dingen hadden
voor kinderen, dingen die je thuis niet had.
Je kon er tafeltennissen, trampolinesprin
gen. In Leiden was op het dakterras een
complete speeltuin. En Mattijs was er ook,
dus het was altijd een soort uitje. We heb
ben ook uren in die ziekenhuizen zitten
rummikuppen."
„Voor Mattijs was het natuurlijk een stuk
minder zorgeloos. Hij stond regelmatig
kort voor de kar. Vooral als hij prednison
kreeg en chemokuren. Dan was hij boos,
klom uit het raam en dreigde te springen.
Mijn ouders en Jeroen hadden daar last
van, ik niet zo. Ik wist dat je even moest
wachten en dat het dan weer over was.
Wat ik nu snap, is dat ik de ballast niet had
van het weten."
Na twee jaar was Mattijs 'schoon'. Iedereen
blij; het normale gezinsleven kon weer be
ginnen. Maar lang duurde dat niet. De fou
te bloedwaarden waren weer terug en er
moest een beenmergtransplantatie worden
voorbereid. „Het donormerg kon bij Jeroen
en bij mij worden weggehaald, maar het
werd Jeroen, omdat hij ook een jongen
was."
De familie Reinders heeft voor die tijd nog
een geweldige vakantie beleefd in Ameri
ka, ook iets wat ze nooit gedaan zouden
hebben, als Mattijs niet ziek zou zijn ge
weest.
„Al die tijd dat Mattijs in het ziekenhuis
lag, hebben mijn ouders de tijd verdeeld
tussen Mattijs en Jeroen en mij. Als mijn
moeder in het Ronald McDonaldhuis ver
bleef, was mijn vader bij ons en andersom.
Nu pas besefik wat een huzarenstukje dat
is geweest, al mopperden we toen weieens
dat alle aandacht altijd voor Mattijs was.
Vooral Jeroen deed dat, want die was toen
al een puber."
Jeroen, weet Suzanne, heeft het sowieso
niet breed gehad. Toen Mattijs met zijn
beenmerg toch weer ziek werd en ook la
ter, toen hij in een alternatieve behande
ling, leukocyten gaf die ook niet hielpen,
trok hij de conclusie dat ook hij ziek moest
zijn. Suzanne kan zich nu de vertwijfeling
van haar oudste broer goed voorstellen.
Doordat Suzanne klein was en haar ouders
de kinderen voor de wanhoop wisten af te
schermen, kreeg ze van haar broertje voor
al de leuke dingen mee. „Als ik nu de
nieuwsbrieven lees, die mijn ouders opzet
ten om niet telkens door de telefoon in on
ze aanwezigheid rampzalige verhalen te
hoeven doen, is dat wel heel heftig. Ik heb
er moeite mee. Het vervult me wel met
dankbaarheid omdat we zo'n sterk gezin
zijn. Daardoor hebben we ook de hele pe
riode, tot en met het afscheid, zo fijn moge
lijk kunnen laten zijn. Voor Mattijs, maar
ook voor onszelf."
Geweldige dingen hebben ze meegemaakt:
een fantastische sneeuwvakantie in Duits
land, met de Stichting Doe een Wens naar
Assen, waar Mattijs mocht autorijden. Iets
waar hij op zijn twaalfde al goed in was,
want zijn vader ging op stille tijden met
hem rijden in De Poel. Bram, de apotheker
van de Goese Polder, bezorgde hen een
week vakantie met het hele gezin in het Co-
lumbinehuis en hoewel ze niet kerkelijk
zijn, mochten ze voor het afscheid de
rooms katholieke kerk in Goes gebruiken.
„We hebben alle vier wat gedaan. Mijn
ouders en ik hebben gesproken, Jeroen wil
de drummen."
De rituelen waarmee de familie Reinders
Mattijs dichtbij houdt, zijn talrijk. Op zijn
verjaardag en sterfdag gaan ze naar het
graf. Hij krijgt dan elk jaar een nieuw au
tootje, waarmee regelmatig kinderen spe
len. Bij de jaarwisseling spuit er altijd van
af de donkere begraafplaats een kneiter
van een vuurpijl omhoog. Die is van Mat
tijs. Elk jaar zetten ze ook een advertentie,
telkens met een andere tekst en een andere
foto.
„Jeroen is pas getrouwd. Een geweldig
feest was het en Mattijs was er ook. Ik had
een foto laten uitvergroten, zo groot als
een breedbeeld televisie. Zo staat hij op al
le trouwfoto's, samen met ons."
ZATERDAG 18 OKTOBER 2014
s" „f.
Mattij s is er nog altij d bij
door Mieke van der Jagt
I Suzanne, Jeroen en Mattijs Reinders (vlnr). foto familiearchief familie Reinders
Hebt u ook mooie herinneringen aan een dier
bare die is overleden?
We willen uw verhaal graag delen in onze ru
briek 'In liefdevolle herinnering'.
U kunt contact opnemen met Ab van der Sluis:
0118-434003, chefnieuws@pzc.nl.