ZEELAND 33 „In mijn tuinhuisje, tussen mijn boeken, met een drankje, een hapje." Thuis is in...? „Middelburg. Ik ben een stadsmens. Het is fijn om alles in de buurt te hebben, het sta tion, de bibliotheek, de kroeg, de bioscoop. Maar het moet niet te groot worden. Middel burg is een stad op mijn maat. Vijf minuten en ik ben buiten, twintig minuten en ik ben op het strand." Hoe was je jeugd in Middelburg? „Fantastisch. Ik kom uit een gezin met een va der en moeder die altijd samen zijn gebleven en ik heb een broer en een zus. We woonden aan de Veerseweg en ik was altijd buiten. Kik kervisjes en stekelbaarsjes vangen. We gingen als gezin ook vaak naar Oranjezon en brach ten onze vakanties in de natuur door. Daar is dus wel de basis gelegd ja." Heb je zelf kinderen? „Nee. Ik ben alleen. Mijn vrouw is zeven jaar geleden overleden aan borstkanker. Ze was 37. Ook daardoor ben ik milder geworden. Het le ven kan zo voorbij zijn. Haar overlijden heeft me ook verdieping gebracht: ik ben meer be zig met de essentie van het leven. Het was een enorme klap en het beïnvloedt me nog steeds. Negatief én positief, omdat het leven mooi is en je de waan van de dag achter je laat. Het is geen hindernis om van het leven te genieten. Het blijft wel een open wond. Ik vind dat ook mooi: ik vergeet het nooit." Heb je er gedichten over geschreven? „Och, zo veel. In november is het zeven jaar geleden dat ze overleed. Het komt in deze tijd van het jaar altijd heel nadrukkelijk naar vo ren. Er zijn meer verstilde momenten. Die heb je nodig om gedichten te schrijven. Dich ten is toch al een worsteling. Of nou ja, het gaat niet gemakkelijk. Dat is tegelijk het boeiende: na twee maanden is een gedicht af en dan ligt er een stuk handwerk." Veel mensen vinden poëzie moeilijk. „Soms is het ingewikkeld voor een ander, dat kan. De beelden en formuleringen komen uit jouw brein. Maar ook al begrijp je er niks van, het kan toch mooi zijn. In tegenstelling tot vo gels trouwens, die moet ik wel kennen om ze mooi te vinden. Op een excursie vragen men sen wel eens: 'Wat is dat voor een plant?' Dan zeg ik: 'Ik denk dat dit een heel mooie plant is.' Dan moeten ze lachen, ze begrijpen ook wel dat ik niet alles weet." Vind je het belangrijk wat anderen van je gedich ten vinden? „Jawel, maar het is niet erg dat het moeite kost om ze te doorgronden. Een gedicht vergt wat van schrijver én lezer: verdieping. Ik vind taal heel belangrijk. En het is toch mooi als je later nieuwe inzichten krijgt bij een gedicht?" Zeeland is een inspiratiebron voor je en je ziet veel van de provincie. Wat vind je van Zeeland? „Ik accepteer Zeeland nu zoals het is, meer dan dat ik dat dertig jaar geleden deed." Is Zeeland mooi? „Ia! Maar dat zeg ik ook omdat ik een Zeeuw ben. Binnenkort ga ik naar Vuurland op vakan tie. Dat zal ongetwijfeld mooier zijn. Ik ben in Canada geweest, idem. Maar ik zou daar niet willen wonen. Mijn wortels liggen hier. Ik vind het fijn om bij te dragen aan het mooi houden van Zeeland." iiijiyii Mijn wortels liggen hier. Ik vind het fijn om bij te dragen aan het mooi houden van Zeeland ZATERDAG 18 OKTOBER 2014 Waar schrijf je? Karei Leeftink Karei Leeftink is boswachter en voorlichter bij Staatsbosbeheer. Hij hoort liever kritiek op natuur beheer dan dat mensen onverschil lig zijn over de staat waarin de na tuur verkeert. „Bomen zijn tegen woordig voor heel wat mensen hei lig, en terecht. Maar mensen moe ten ook begrijpen dat door het weghalen van bomen andere bo men meer kans krijgen." foto Mechteld Jansen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 33