Vorige week vroeg ik of u nog oude kinderliedjes en -versjes kende.
Als voorbeeld drukten we de tekst af van 'Buurman', over de
belletjetrekkende buurjongen. Dat liedje riep vele herinneringen op.
Een selectie van de liedjes, afkomstig uit een bijna vergeten verleden,
treft u op deze pagina aan.
Daantje
Glazen Piet
Johanna
Jarig Jetje
Amandelen
Die nare bel
32 ZEELAND
Liedjes uit
de oude doos
m Kii-ii j
Jan van Damme
Ik vind de 'ouderwetse' kinderliedjes
nog altijd erg leuk om te horen en te
zingen. Zelf zing ik nog regelmatig
het onderstaande kinderliedje voor
mijn kleinzoontjes en hoop dat zij
zich dat wellicht later nog zullen
herinneren.
Daantje zou naar school toe
gaan
Maar hij bleef gedurig staan
Hier te kijken, daar te turen
En het kan niet lang meer duren
Dan zal 't klokje negen slaan
Jongen, jongen, stap toch aan
Daantje bleef te lang op straat
Daantje kwam in school te laat
Daarom moest hij 's middags
blijven
En een hele lei vol schrijven
Andren speelden, Daantje niet
Jongen, jongen, wat verdriet
Mevr. M. Huijsen, Kloetinge
Het liedje Glazen Piet kennen we van
heel vroeger. Mijn vrouw haar vader,
geboren in 1895, zong het op zijn
zeventigste nog altijd voor de
kleinkinderen.
Hé zeg ken je glazen Piet
O 't is jammer ken je hem niet.
o 't is zo'n zoete jongen
slootje heeft hij nooit gespron
gen
nooit had hij een natte voet
o wat is die Piet toch zoet.
Jan Sonnevijlle, 's-Heer Hendriks
kinderen.
Ik herinner mij een lied waarvan ik
helaas de laatste belerende regels
vergeten ben, maar wellicht dat
iemand anders het kan aanvullen.ln
dit lied gaat het vooral om de
klemtonen van de rijmwoorden.
Johanna een meisje van zeven
tien jaren,
Dat was er een aardig ding,
Maar zij had op het gebied van
de liefde geen enkele ervaring
Toen is voor haar ook de liefde
gekomen, van heinde en van ver
Hij was van beroep een schoen
makersknechtje en stonk naar
de genever.
Hij had zijn laatste centen aan
pilsjes uitgeteld en eiste nu,
daar hij Johanna beminde het
meisje haar spaargeld.
Toen zij hem dit niet wilde
geven, dreigde hij haar met zijn
els en stal toen bij de gegoede
familie zes zilveren eetlepels
Toen nu de misdaad uitkwam,
verdacht men het arme wicht en
werd zij gelijk ontslagen al was
zij ook onschuldig.
Zij stak zich toen, door wanhoop
gedreven, een scheermes in haar
vel en sneed zich daarmee
geheel doormidden, het bloed
spoot ten hemel.
En wat is nu de lering van dit
aloud gedicht.
Hier stopt mijn herinnering, jammer,
maar helaas. Het lied is te zingen,
vraag me echter niet naar de noten.
C.GIerum, Oost-Souburg
Waarom deze deun in mijn 81-jarige
hoofd blijft nazeuren, is me een
raadsel, maar goed:
Jarig Jetje zou trakteren, alle
meisjes van de klas,
Jetje had wat uitgekozen waar
zijzelf zo dol op was:
Ulevellen bracht zij mee, ieder
kreeg er minstens twee,
Ulevellen bracht zij mee, ieder
kreeg er minstens twee.
Of er nog meer coupletten zijn weet
ik niet, maar deze zeur blijft rond
drenzen!
Maarten Messing, Vlissingen
Ook in mijn hoofd zit een stukje
gedicht van vroeger, ik weet tot op
heden niet van wie het is. Het gaat
zo:
Amandelen die heeft ze niet
gegeten,
alleen maar pap van havermout
en daar wilde ze al niets van
weten.
Dan komt u later maar weer
terug,
als ik ze knippen kan.
Tot zover weet ik het Wie kan mij
verder helpen?
Trees Does -Verdurmen, Goes
Heel erg leuk om in uw column een
liedje te lezen dat mijn opa en oma
vroeger zongen voor mij en mijn zus
en broers. Toen ik het las en het
vertelde aan mijn zus kwam bij ons
allebei direct een liedje naar boven
dat oma altijd zong voor ons.
Hoor daar gaat die nare bel,
ja ik kom ik hoor het wel.
Heb maar eventjes geduld,
eerst de ketel nog gevuld,
dan de schotels vlug aan kant,
gauw eens zien of't vuur nog
brandt.
Bakker, slager, kruidenier,
Of een man met schuurpapier.
Zou het soms de melkboer zijn,
of de knecht van Albert Heijn
Zou 't de man zijn van het gas,
of de jongen met de was.
Hoor, daar gaat die bel alweer,
o, wat gaat die man tekeer.
Groenboer, boter-, kaas- of vis-,
'k zal eens kijken wie daar is:
'Ja, hebt u gebeld,
komt u om het krantengeld?'
Nee, mevrouw, ik ben abuis,
'k belde aan 't verkeerde huis.
(De schuin gedrukte regels werden
opgezegd, de rest van het liedje
gezongen)
Bep Kolijn, Terneuzen