i wNÊ IH ril Wingerd u 2 WONEN e oc 0 0 0 X GROENE VINGERS Romke van de Kaa A*ï Ik was vorige week even in Frankrijk, in een dorpje niet ver van Saumur, een stad aan de Loire. Ik kom daar wel va ker. De grond is er zo kalkrijk, dat je er schoolkrijt van zou kunnen maken. In het voorjaar staan de bermen vol met wilde primula's en nu - in oktober - zijn alle bo men en struiken versierd met de wijnrode ranken van de vijfbladi- ge wilde wingerd, Parthenocis- sus quinquefolia. Die plant groeit werkelijk overal: in heggen, langs hekken en zelfs in bossen die ver van steden en dorpen gelegen zijn. De vogels zijn gek op de bessen en poepen de zaadjes in de wijde omgeving uit. Daardoor verspreidt de win gerd zich razendsnel. De vijfbladige wingerd is een klimplant die vroeger vooral werd gebruikt om huismuren te bekleden. De plant hecht zich door middel van zuignapjes ste vig aan metselwerk. Zelfhech- tend heet dat bij klimplanten. Maar het hechtvermogen van wil de wingerd is echt fenomenaal: niet alleen hecht de plant zich aan muren, maar ook aan kozij nen en zelfs aan metaal en glas. Dat is ook de reden dat de klim plant wat aan populariteit heeft ingeboet; de zuignapjes zijn niet makkelijk van schilderwerk te verwijderen. Maar daar in Frankrijk begon bij mij het besef door te dringen dat de wilde wingerd veel meer toe passingsmogelijkheden heeft dan alleen maar als gevelbedekking. Je kunt hem overal in de tuin ge bruiken om bomen en struiken i te versieren die hun moment van glorie in het voorjaar beleven en die de rest van het jaar maar een beetje saai staan te zijn. Ik doel op struiken als rododendrons, jas mijn en hazelaar en op bomen als uitgegroeide kerstbomen en aan gewaaide berken. Parthenocissus quinquefolia kan wel twintig meter lang worden en zich als guirlandes door de tuin slingeren. Deze wingerd is een heel seizoen mooi. In het voorjaar als het tere blad licht groen uitloopt en daarna als het gedurende het seizoen steeds meer rode tinten aanneemt. Om in het najaar vurig rood en fees tend ten onder te gaan, beladen met blauwzwarte bessen aan wijnrode stengeltjes. Ja ja, hoor ik u al zeggen, gaat al dat geslinger dan niet ten koste van andere planten? Ja, natuur lijk. Maar wie in een tuin de ene plant naast de andere zet, roept zelf concurrentie in het leven. De tuin is een strijd op leven en dood en iedere plant zou het liefst de hele zaak overnemen ten koste van alle andere planten. Daar draait tuinieren nu juist om: door ingrijpen de zaak in even wicht houden. Jij bent de baas en de snoeischaar is niet voor niks Het was ooit Veere's stadsschuur, het schaffershuijs. Ge bouwd rond 1470 voor de opzichter, den schaffer, over de bouw van de Grote kerk. Nu thuishaven van Tiny Polder man en Peter Blom. Een echt familiehuis. Vol fraaie en speelse elementen. Van de grote bedstee in de achterka mer, de laat-middeleeuwse deur in de hal tot de azu- riet-blauwe keuken en de natuurstenen in de buitengevel. i'i&mmm Haar werkplek is te vinden in de achterkamer van het prachtige pand aan de voet van de Veerse vestingwallen. De immense schouw en een grote bedstee ge ven die ruimte een eigen karak ter. Een heerlijke plek, vindt Ti ny Polderman. „Ik werk hier het liefst. De zon schijnt hier vrijwel de hele dag naar binnen. Het licht is mooi." De voorzijde van het huis kijkt uit op de monu mentale Grote kerk. De bouw van die kerk vormt tevens de oorsprong van de huidige woonstee van de familie Blom-Polderman. Ti ny: „Het huis met schuur werden rond 1470 ge bouwd voor den schaffer. Dat is zeg maar de hui dige opzichter openbare werken. Naast het huis stond die grote schuur, waarin onder meer de bouwmaterialen voor de bouw van de kerk en later sloopmateriaal werden opgeslagen." In de lijst van Rijksmonumenten staat Oude straat 51 als 'Huis met rechte gevel. Gootlijst op klosjes. Voordeuromlijsting met tandlijst, bovenlicht met kleine roedenverdeling' Voor de bewoonster is het een echt familiehuis. „Het voelt als een oude, warme jas. Heerlijk. Door de enorm dikke buitenmuren is het koel in de zomer en blijft de warmte in de winter wat langer hangen. Glimlachend: „Het is en blijft natuurlijk een oud huis. Dus wel cv en in de achterkamer ook een gaskacheltje bij de schouw. Die schouw werd in de achttiende eeuw betimmerd. Gelukkig is toen wel gepro beerd de natuurstenen wangen te behouden." In de grote bedstee, met ossenbloedrode bin nenkant, werd de derde en jongste spruit van Peter en Tiny geboren. „De huisarts wilde daar per se bij zijn. 'Dat maak ik nooit meer mee', zei hij. Het was een heerlijk kraambed." Het stel betrok de woning in 1990. „We kwa men uit Amsterdam en hebben een jaar in een nieuwbouwhuis in Zanddijk gewoond. Toen kwam dit vrij... We kenden het al. Het werd toen nog verhuurd als vakantiewoning. Gemeu bileerd. Tot onze verrassing waren we de eerste gegadigden toen het in de verkoop kwam na het overlijden van de eigenaresse, een Ameri kaanse." „Veel vroegere bewoners waren armlastig. Er was geen geld voor onderhoud, laat staan grote restauraties. Dat is eigenlijk de redding van het pand geweest. Er is vrijwel niets gesloopt of ri goureus veranderd. Aan de buitenkant van een monumentenpand mag weinig, maar het interi eur is vaak vogelvrij. Je ziet soms ultramoderne dingen. Dat wilden wij niet. Peter en ik hebben gelukkig dezelfde smaak." Zacht Veers groen; geel; het karakteristieke rood en het blauw in de keuken kleuren het interieur. Geen hip de sign. „De houten stoelen met rieten zitting aan de eettafel zijn nog van de Amerikaanse." „Zij heeft wel verbouwd. Er zijn toen veel leu ke, speelse dingen aangebracht. De aannemer is echt op zoek gegaan naar oude materialen." In de huidige keuken, de ruimte tussen voor- en achterkamer, is een bedstee nu een grote kast. Daarnaast zit nog een kleinere inbouwkast. „Grappig, mét staldeurtjes; een onder- en bo- vendeurtje. Maar waarom?" De uitsnijdingen in diverse kastdeurtjes zijn leuke accenten. Opvallend is de blauwe kleur. „Dat hebben wij gedaan. Het is azuriet-blauw. Aan de hand van een kleurstaaltje van die tint uit een oude boot hebben we dat laten men gen." De achterkamer was vroeger eetkamer, slaapkamer en keuken. „Daar werd geleefd, ge kookt, gegeten en geslapen. Er is hier zoveel ge beurd. Ik vind het bijzonder om een deeltje te zijn in die lange keten van bewoners." „We hebben ons huis een aantal jaar openge steld tijdens monumentendag. We hoorden dan ook leuke anekdotes over het huis, soms van vroegere bewoners. Weer stukjes van de puzzel die ons huis is. Op een gegeven moment kwam er een oudere man binnen. Het eerste wat hij riep: "t ruukt hier nog net als vroeger'." EF Wingerd en klimop. 1 1 1 1 1 1 'Dit huis voelt als een oude warme jas' door Annemarie Zevenbergen Achter het huis is een intiem terras. Via een trapje kunnen de bewo ners de oude vestingwallen van Veere op.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 46