66 Ze wilden die Duitsers meteen doodschieten. Vader moest hen tegenhouden 28 ZEELAND Voor de geallieerden Zeeland binnen konden trekken moesten ze een vreselijke slag uitvechten in en om Woensdrecht. Die gevechten om een paar kleine dorpen in West-Brabant duurden drie weken en kostten het leven van veel militairen. Vrijdag 13 oktober 1944 staat sindsdien in de boeken als Black Friday. Op het oorlogskerkhof in Bergen op Zoom zijn rijen grafkruizen met die datum daarvan de stille getuigen. van die drie Duitsers te zijn. Hij wilde zijn dankbaarheid tonen. De vader van Nellie besloot met zijn gezin te vertrekken naar een tante in Antwerpen. Maar zo ver kwamen ze niet. Uiteindelijk za ten- ze drie weken in Ossendrecht. Door de zware gevechten was de bevolking van Hoogerheide en Ossendrecht nagenoeg volledig geëvacueerd. Van de zware slag die zich rond Woensdrecht af speelde kregen maar weinig inwo ners wat mee. Volgens Nellie Suykerbuyk vielen de meeste slachtoffers onder de burgers eigenlijk pas na de oorlog als gevolg van ongelukken met ge vonden munitie. Wat haar wel van het hart moet is het gedrag van de zogenaamde Witte Briga de, Belgische verzetsstrijders. „Je hoorde iedereen er schande over spreken. Die roofden alles wat los en vast zat. Mijn vader hield van schilderijen. Een keer ging hij naar ons huis om de hond te ha len en wat kleren voor ons. Zijn schilderijen stonden keurig op een rijtje tegen de muur. Klaar om meegenomen te worden. Dat doen Canadese soldaten niet als ze volop in de slag zijn." Onder de Canadese militairen vie len wel heel veel doden. Dat wordt pijnlijk duidelijk in het boek 'Slag om Woensdrecht, be vrijding van de Zuidwesthoek' van de Stichting Historisch On derzoek Tweede Wereldoorlog. In drukwekkende lijsten met doden aan Canadese en Duise zijde. Op merkelijk, slechts een handjevol Duitsers op Black Friday, daaren tegen lange lijsten Canadese slachtoffers. Niet alleen die der tiende oktober trouwens. De weg naar Zeeland, om een vrije doorvaart naar Antwerpen mogelijk te maken, heeft de gealli eerden een hoge prijs gekost. Pas op woensdag 27 oktober was die route vrij om door te kunnen sto ten en Rilland als eerste Beveland- se dorp te kunnen bevrijden. Elke keer weer pakte de vader van Nellie Suy- kerbuyk-van Opdorp, hij was beheerder van het postkantoor van Hoogerheide, de telefoon om zijn collega in Putte te bellen. „Zijn ze er al, zijn ze er al?", was zijn vaste vraag. Maar de geallieerden had den het Vlaams/Nederlandse grensplaatsje nog niet bereikt. Op de radio was verteld dat de bevrij ders Breda al hadden bereikt. Een erg optimistisch bericht. De inwo ners van de westhoek van Noord-Brabant geloofden het. En de Duitsers ook. In huize Van Opdorp in Hooger heide lagen op zolder de bloemen van de hortensia's al klaar om op de tanks van de bevrijders te gooien. „Duitsers zag je weinig. Op een nacht hoorde ik geluiden in de straat. Ik keek door een spleetje en wat ik toen zag was een vreselijk gezicht. Het Duitse leger was op de vlucht. Alles wat wielen had hadden ze meegeno men. Kinderwagens kruiwagens om gewonden mee te vervoeren, het was iets vreselijks en naargees tigs om te zien. Het zag er spook achtig uit. Heel akelig. Mijn vader was naar beneden gekomen en deed de poort stevig op slot en de hond naar buiten. Ie wist nooit wat soldaten op de vlucht alle maal doen. Dat duurde tot 's mor gens en toen werd het stil. En een paar dagen later kwam alles weer terug. Nu wat meer geordend. Mijn vider zag dat ze pamfletten kregen en toen het even rustig was kreeg hij er een te pakken. Daarop stond in het Duits, dat als ze zouden vluchten hun familie werd doodgeschoten." „Op zaterdag 7 oktober werd er aangebeld. Mijn vader schrok. Hij had namelijk de draden doorge sneden van de telefoonlijnen tus sen de Duitsers en het vliegveld van Woensdrecht. En hij dacht dat ze hem kwamen hallen. Eerst wilde hij niet open doen, maar moeder zei: doe nu maar open an ders stampen ze de deur wel in. In het portiek stonden drie mili tairen. Ze wezen op de emblemen op hun schouder, waarop het woord Canada stond. Een van hen ging naar boven om door het schreef: „De doden lagen overal verspreid in en om de woningen." Nellie herinnert zich dat haar va der op een dag door een boeren zoon gehaald werd. Die vertelde dat er drie Duitsers in de hooi mijt zaten die de weg op wilden blazen om de geallieerden tegen te werken. Ze vreesden voor scha de aan de boerderij. De man sug gereerde dat ze de drie Duitsers wel om konden praten om zich over te geven. Dat lukte inder daad. Maar de Duitsers wilden wel de garantie dat hen niets zou overkomen. Met drie geweren over zijn schouder en drie Duit sers voor hem uit lopend ging m'n vader op zoek naar Canade zen. Levensgevaarlijk natuurlijk. Want er konden overal Duitsers zitten. De Canadezen wilden de Duitsers meteen doodschieten. Mijn vader moest hemel en aarde bewegen om hen tegen te hou den. Jaren later kregen we een brief uit het Oostenrijkse Lienz van een professor. Dat bleek een raam te kijken. Meteen werd er op hem geschoten. Het schot kwam in een matras met kapok te recht. Onder de kapok kwam hij weer naar beneden. Al snel werd er overal in het dorp geschoten. Wij zijn de schuilkelders inge gaan. Pas zondagmorgen werd het een beetje rustig. In de loop van de dag kwamen er Duitse voertui gen. Mijn broertje zag dat deze Duitsers andere helmen op had den." Jan de Jonge van het Oor logsmuseum Ossendrecht vult aan: „Het waren parachutisten on der commando van luitenant-ko lonel August von der Heydte. En kele dagen van bittere gevechten in en rond Hoogerheide volgden. Of zoals een van de militairen om- Zo'n leger op de vlucht is spookachtig om te zien De vernielingen die in Woensdrecht zijn aangericht tijdens de hevige gevechten die daar plaatsvonden. Een aantal gesneuvelde militairen van de Black Watch of Canada is begraven op een tijdelijke begraafplaats in Ossendrecht. (foto's beschikbaar gesteld door Bevrijdingsmuseum Zeeland) door René Schrier Nellie Suykerbuyk

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 54