N
1
2 BUITEN
ZEELAND GEPEILD
In deze serie reizen we de pijlen achterna. Wekelijks landt er
eentje lukraak op de kaart van Zeeland. En precies daar, op
die toevallige plekken waar ze natrillend wijzen, nemen we
poolshoogte. Op akkers waar bieten op de rooier wachten,
op borrelende schorren en slikken, in door westenwinden
getekend bosgebied, op dromerige duinen - elk stukje
Zeeland heeft een verhaal.
DE HOOGE PLATEN
Bij laagwater
beslaat het geheel
zo'n 1800 hectare.
Bij gemiddeld
hoogwater blijft
alleen de Bol, het
hoger gelegen
duin, echt droog
In de jachthaven van Breskens gooit hij
de trossen los. Achter de Boston Whaler
Guardian 27, een open patrouilleboot,
zoemen zacht twee imposante buiten
boordmotoren. Pruttelend gaat het tus
sen de meerpalen door, langs alle dom
melende bootjes, voorbij de hoge basalt
blokken die de havenhoofden vormen, en dan
- oostwaarts om de gele boei - mag de gashen
del iets meer open. Het is een heldere dag. De
zon schijnt. De wind is tintelend fris. Parallel
aan de Zeeuws-Vlaamse kust drukt de achter
steven in de golven en richt de punt zich eruit
omhoog. Het beeld zou in een lifestyle magazi
ne als advertentie voor cocktails, badmode of
luxe nautische accessoires niet misstaan, met
het uitwaaierende zog van schuimende witte
riffen over de Westerschelde, maar het geluid
van de motoren blijft beschaafd: de rustende
zeehonden op het drooggevallen zand bij De
Hooge Platen schrikken niet. „Dan zouden we
immers ons doel voorbij schieten", zegt Fred
Schenk (55), grijpt zijn kijker en telt er, be
hoedzaam manoeuvrerend, ruim zeventig;
luierend en met hun jongen spelend aan de
waterrijke randen. „En verder zullen er nog
strandlopers, meeuwen en andere watervogels
zijn, maar de kustbroedvogels zijn inmiddels
aan het overwinteren in West-Afrika."
Als districtshoofd Zuid van stichting Het
Zeeuwse Landschap met Zeeuws-Vlaanderen
in zijn portefeuille, is Schenk verantwoorde
lijk voor het beheer van flora en fauna. Hij be
spreekt de begrazing op de 20 hectare bloem-
dijken en overige terreinen met veehouders
en schaapherder, houdt toezicht, geeft voor
lichting en is gastheer van het hele gebied.
Wandelaars vinden het prettig als ze hem te
genkomen; hij vertelt aanstekelijk, laat veel
zien, legt vriendelijk uit. En hier, op De Hoo
ge Platen, is hij graag. Het is één van de twee
natuurlijke estuaria in Nederland, en ook één
van de grootste van Europa, zegt hij. Dankzij
de getijdendynamiek en de overgang van zoet
naar zout water is er, ondanks sterke invloe
den van de mens, een heel scala aan ecosyste
men met een rijke afwisseling aan planten en
dieren. Maar zijn buitenwerk is wel afgeno
men de laatste jaren. „Er is veel overleg rond-
om de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en
de herinrichting van de gebieden met initia
tiefnemers, waterschappen en gemeenten.
Ook omtrent vergunningen en zaken rondom
de jacht."
Toch lukt het hem tot zijn vreugde om regel
matig richting het uitgestrekte gebied in de
Westerschelde te koersen. Hij is er al 35 jaar
mee verbonden. „Als vrijwilliger kwam ik van
af 1978 jaarlijks met een stel bevriende voge
laars vanuit Den Haag naar hier. Wij, jonge
knapen, waren begaan met de dwergsterns,
waarvan de nesten met springtij van de plaat
spoelden. Toen hebben we een ring van zand
zakken eromheen gelegd, in samenwerking
met stichting Het Zeeuwse Landschap. Ook
sloegen we ieder voorjaar rijen houten paal
tjes, om de branding te breken en planten
groei te bevorderen."
Blootsvoets in het slik, met opgerolde broeks
pijpen, brengt hij het anker uit en vertelt dat
hij De Hooge Platen in dertig jaar tijd tot 4,5
meter boven NAP heeft zien aangroeien. „Bij
laagwater beslaat het geheel zo'n 1800 hectare.
Bij gemiddeld hoogwater blijft alleen de Bol,
het hoger gelegen duin, echt droog." Hij wijst
op zeekraal en schorrekruid, schijnspurrie,
zeeaster, lamsoor en zoutmelde, en op de
vloedmerkplanten aan de rand van de duinen
rij: loogkruid en zeeraket. „Hier broeden kok
meeuwen, visdiefjes en grote sterns, verscho
len in het gewas, terwijl de dwergsterns,
strandplevieren en kluten op het kale zand
nestelen waar ze gewoon een kuiltje maken
met een randje van schelpjes en steentjes."
Er leven wormen, schelpdieren en kreeftachti-
gen, zegt hij, waar veel steltlopers van afhanke
lijk zijn. En met opkomend tij trekken scho
len jonge vis ernaartoe om zich te laven aan
het plantaardige en dierlijke plankton. Het is
dan ook één van de belangrijkste broedgebie
den voor kustvogels van Europa. Het valt on
der Natura 2000, de wetgeving die kwetsbare
dieren en voedselrijke leefomgevingen extra
bescherming biedt.
Knelpunten en bedreigingen zijn er ook, weet
Schenk. „Natuur en mensen kunnen goed sa
mengaan, maar de vaargeulverdieping, stroom -
snelheidtoename, speciestortingen, vertroebe
ling van het water en niet te vergeten de af
slag en ophoging van de plaatranden, zijn een
bedreiging voor de kinderkamerfïinctie. De re
creatie krijgt steeds minder ruimte en ver
schuift naar die kwetsbare kern. Voorlichting,
educatie en publiciteit zullen meer aandacht
moeten krijgen."
Hij kent De Hooge Platen door en door. „Ik
vind dit de mooiste plek van Zeeland." Natuur
lijk roostert hij zijn teamleden ook in voor re
guliere veldcontroles, maar hij vindt het niet
erg om zelf iets vaker te gaan. Zacht zoevend
door de golven op inspectietocht. Soppend
door het vette slik. Af en toe stilstaan en rond
kijken: naar de skyline van Vlissingen; het zee
gat met vrachtschepen; de haven van Bres
kens. En hier, midden in de natuur en de ver
rassende stilte, vooral goed waarnemen en op
letten: olie, vervuiling, vogelsterfte, ratten - of
is alles rustig en in evenwicht? Hij zal zijn be
vindingen in het logboek schrijven, zegt hij.
En dan grinnikt hij even, omdat zijn collega's
morgen ongetwijfeld zullen opperen 'dat het
zeker technisch weer was, gisteren'.
Wanneer het tij kentert en de kreken en geu
len zich gorgelend vullen, waadt hij door het
natte zand terug naar de boot.
Blootsvoets in
het slik van de
Hooge Platen
door Jacoline Vlaander
Fred Schenk, stichting Het
Zeeuwse Landschap